Tekst ritmeester Bianca Brasser
Foto Rob Gieling
‘Een terroristische aanslag op station Amersfoort. Meerdere daders schieten in het rond.’ Het zijn nu slechts woorden op papier, die een fictief scenario vormen. Maar met het steekincident op Amsterdam Centraal nog vers in het geheugen komt de crisisoefening Alert van vorige week woensdag angstaanjagend dicht bij de realiteit.
In eerste instantie is het aan de politie om actie te ondernemen. Als de daders ‘op papier’ zijn uitgeschakeld en opgepakt, blijft een verhoogd dreigingsniveau van kracht. Zwaar bewapende politieagenten van de Bewakingseenheid nemen plaats voor de ingang van het station. Maar hoe lang houden zij dit vol?
“Niet lang”, weet politieman Remi den Hartog, sectiecommandant van de Bewakingseenheid. “We hebben genoeg capaciteit om te reageren en we staan er direct, maar wie lost ons af?” Het antwoord luidt: militairen. Als civiele autoriteiten kennis of capaciteit missen, kunnen zij een beroep doen op Defensie. “We hebben elkaar keihard nodig. We moeten samenwerken”, zegt Den Hartog. En dat gebeurt dan ook tijdens deze oefening.
Pantserinfanteriebataljon
In het begin van de middag rijden zo’n 80 militairen van 44 Pantserinfanteriebataljon uit Havelte Amersfoort binnen. Tegen 18.00 uur neemt een deel van hen de politieposten voor Amersfoort Centraal station over. Een ander deel bewaakt 2 gebouwen verderop waarop een ‘verhoogde dreiging’ zit. De politie houdt de leiding. En ook zij laten een nieuwe, kleinere eenheid uit Limburg aanrukken.
“80 militairen lijkt misschien veel, maar je moet rekening houden met rouleren en rusten. De bewaking kan dagen gaan duren”, zegt majoor Nienke van Walbeek, defensieliaison bij de Veiligheidsregio Utrecht.”
Omdat dit een oefening betreft is het station van Amersfoort gewoon toegankelijk voor reizigers en gaat het treinverkeer door zoals iedere andere dag. Iets wat sergeant Wouter Plieger, groepscommandant van de opgeroepen eenheid, geen enkel probleem vindt. “Dit is een heel leuke oefening. Je moet je voorstellen dat we zo’n 20 tot 30 weken per jaar ‘groen’ oefenen in het bos. Dit is civiel optreden. Totaal iets anders. Nu laten we zien dat we er daadwerkelijk staan als er iets aan de hand is. Ik hoop dat dit bijdraagt aan meer erkenning en waardering voor ons werk.”
Maximaal 48 uur
Als er in Nederland een ramp gebeurt, kan Defensie in korte tijd ruim 4.000 beroepsmilitairen en reservisten op de been brengen om te helpen. Na een verzoek zijn de militairen maximaal binnen 48 uur beschikbaar. Hoe hoger de dreiging, hoe korter de reactietijd.
Minister van Defensie Ank Bijleveld en burgemeester Lucas Bolsius van Amersfoort brachten een bezoek aan het station tijdens de crisisoefening. Zij onderstreepten het belang van samen oefenen met de veiligheidsregio, de gemeente, politie en Defensie. “De samenwerking staat op papier, maar in de praktijk zie je pas echt of alle taken goed op elkaar aansluiten.”