Tekst ritmeester Arthur van Beveren
Foto Studio 38C

Prinsjesdag is niet nieuw voor haar. Maar voor de eerste keer als minister van Defensie de Ridderzaal binnenlopen is toch anders. Hoe gaat het na bijna een jaar onder haar leiding met de krijgsmacht. En waar gaan we naar toe?

De Defensiekrant liep vandaag op met Ank Bijleveld.

Zenuwachtig minister?

“Dit is nu mijn 24e Prinsjesdag. Ik heb het vanochtend nog geteld. Dus nee. Voor het eerst presenteer ik mijn eigen begroting. Ik luister nu anders naar de troonrede, ik ken de inhoud. Verder is het werk voor mij in principe klaar.

Wat wel spannend is, zijn de komende debatten in de Kamer. Ik ben heel benieuwd hoe de Kamer op de begroting reageert. Voor mij is het belangrijk dat het draagvlak toeneemt en dat er vervolgstappen worden gezet na deze eerste investering.”

Dochter Anna helpt haar moeder thuis in de badkamer met het opzetten van het hoedje.

Wat is uw rol vandaag?

“Veel zitten en lopen! Verder sta ik de pers te woord. Wat nieuw is voor Defensie is de koffie en het praatje samen met de Commandant der Strijdkrachten hier op het ministerie. Defensie doet veel aan ceremonieel op deze dag, maar het is ook een inhoudelijke start. Dus ik dacht, daar moeten we ook aandacht aan besteden met de medewerkers.”

Wat staat er op het programma?

“We gaan zo naar een interreligieuze bijeenkomst in de Grote Kerk. Dat is een samenzijn van allerlei religieuze groepen. Ik vind het mooi om deze dag met een bezinningsmoment te beginnen. Het grootste deel van het kabinet is er ook en verder zijn er heel veel schoolklassen en wie er maar bij wil zijn.”

Minister Bijleveld bezoekt, net als premier Mark Rutte en een groot deel van het kabinet, een interreligieuze bijeenkomst in de Grote Kerk in Den Haag.

Uw vader was militair. Wat vindt hij ervan dat zijn dochter nu minister van Defensie is?

“Mijn vader is trots, maar hij vond Commissaris van de Koning een iets zekerdere baan. Mijn ouders volgen het nauwgezet. Ik ben nog naar een reünie geweest van zijn klas, op de Koninklijke Militaire Academie in Breda (KMA). Allemaal oude mannen die hele verschillende dingen hebben gedaan, maar ook de partners van de mannen die waren overleden. Die saamhorigheid vind ik heel bijzonder binnen Defensie.”

Het is bijna tijd om te gaan. Bijleveld pakt haar hoedje, onmisbaar op een Prinsjesdag. Kunt u iets vertellen over uw outfit?

“Ilse Cats heeft jurk en hoedje ontworpen. Een studente aan ArteZ; de kunstacademie in Arnhem. Ze is een oud-klasgenoot van mijn jongste dochter. Het moest niet te extravagant worden en niet per se in de kleuren van een van de krijgsmachtonderdelen, maar verder had ze de vrije hand. Ze heeft gekeken naar wat ik normaal draag.”

Kent u de geschiedenis ervan?

“Ja, ik dacht dat het Erica Terpstra was die als eerste een hoed op deed. Zij vond dat men zich wat representatiever moest kleden. Het doorbrak de grijze mannenmassa. Sindsdien is het hoedje altijd aanwezig.”

We vertrekken naar de Grote Kerk voor de bijeenkomst. Het is een stukje lopen en op hakken stapt het net iets minder kordaat. Ze spreekt wel over Defensie. Waar staat onze organisatie eigenlijk?

"We krijgen er volgend jaar  1,2 miljard extra bij. Daar kunnen we echt een hoop mee doen. We staan aan het begin van herstel. Herstel van vertrouwen, herstel van investeringen, zorgen dat de ondersteuning op peil komt en zorgen dat als we de mannen en vrouwen op pad sturen dat met de beste spullen is.”

Wat kan er beter?

"Voor mij is deze begroting een eerste stap. Ik wil ook meer zekerheid creëren voor grote investeringen en het onderhoud. Daar hebben we nu het begrotingsfonds voor waar we geld in kunnen reserveren.

En we moeten dus een tweede stap zetten. We zijn er nog niet. Los van de eis van de NAVO van 2%, denk ik oprecht dat we onze veiligheid en stabiliteit moeten kunnen verdedigen. Dat zijn gewoon grondwettelijke taken."

Minister Bijleveld geeft in het gebouw van de Tweede Kamer een interview aan RTV Oost. Ze woont nog steeds in Overijssel en heeft als voormalig Commissaris van de Koning een warme band met de provincie.

Hoe is het afgelopen jaar voor u geweest?

“Ik zie ook wel dat 25 jaar bezuinigen veel heeft gedaan met de organisatie en dat we van ver moeten komen. Niet alles is meteen op te lossen, maar het is wel goed om te weten wat er speelt. Waar loop je tegenaan, wat zie je, wat moeten we doen. Daarom hebben we er in de begroting voor gekozen om de mensen centraal te stellen.

Er moet ook geïnvesteerd worden in ondersteuning en slagkracht. De mensen moeten goede spullen hebben. De eerste resultaten zie je nu al. Uniformen bijvoorbeeld, maar ook basisdingen als schroefjes en bouten. Heel bijzonder dat dat er gewoon niet was.”

Het waait flink. Het wapperende hoedje houdt ze met een hand onder bedwang. Ondertussen krijgt ze veel selfieverzoeken uit het publiek. Heeft ze het advies van haar vader opgevolgd? Praten met strepen in plaats van met sterren en balken?

“Ik denk het wel. We zijn al op veel plekken geweest. Het was niet altijd makkelijk. Zo moest er op de KMA bij een groepje cadetten toch een officier bij zijn. We proberen elke week een afspraak te maken ergens op de werkvloer. We doen verrassingsbezoeken, gaan naar onze eenheden in het buitenland en gaan naar grote oefeningen.

Soms krijgen we een verzoek. Zo was er een groep Libanonveteranen die hun oude posten wilden bezoeken. We hebben toen geregeld dat onze eenheden die daar nu zitten dit konden ondersteunen.”

Op het ministerie haalt de minister haar staatssecretaris op. Na minister Hennis nu 2 vrouwen op het departement. Is dat wel eens goed voor de organisatie, een paar vrouwen op deze posten?

"Ik denk dat het voor de diversiteit, een van onze speerpunten, heel goed is. Diversiteit is belangrijk voor de werving. Daar is de staatssecretaris mee bezig."

Staatssecretaris Barbara Visser loopt met minister Bijleveld door de gangen van het ministerie van Defensie.

Staatssecretaris Barbara Visser beaamt dat. Maar man of vrouw, hoe krijgen we dat nieuwe personeel binnen?

“Door te laten zien hoe divers het werk hier is. Door militairen die enthousiast over hun werk vertellen. Dat je op hele jonge leeftijd grote verantwoordelijkheid kunt hebben. Dat je als 24-jarige de baas bent van Schiphol Plaza. Dat je op je 20e Apachevlieger kunt zijn. Weinig andere bedrijven bieden je zo’n kans.” 

Tijd voor het officiële gedeelte. De minister en staatssecretaris vertrekken met hun adjudanten richting de Ridderzaal. De koning zal de minister met zijn Troonrede niet verrassen, maar met de eerste zinnen was ze erg blij; 75 jaar bevrijding is volgens haar een zeer relevant thema.