Tekst Martin Zijlstra
Foto en video: Paul Overgaag

Duitse Königstiger trekt duizenden fans naar Overloon

Dat de Duitse propaganda in de Tweede Wereldoorlog zo effectief was dat een evenement 75 jaar na dato een bezoekersrecord kende, hadden Joseph Goebbels en zijn trawanten nooit durven dromen. Want dankzij de naam én faam die de Nazi-propaganda aan de Königstiger-tank toedichtte, kwamen er vorige week bijna 20.000 bezoekers naar het Oorlogsmuseum in Overloon om de monstertank te aanschouwen.

Militracks mag zich vaker verheugen op grote bezoekersaantallen. Logisch, want de combinatie van een museum met een evenement waarin vooral Duitse militaire voertuigen te zien zijn én een rommelmarkt heeft op iedereen die geïnteresseerd is in de Tweede Wereldoorlog een grote aantrekkingskracht.
Maar dit jaar had het museum dus een bijzondere attractie in de vorm van een Königstiger (= Bengaalse tijger) en dus liep het storm qua bezoekers. De zware tank staat officieel in de boeken als Panzerkampfwagen VI Ausführung B, Sd.Kfz 182, maar wordt ook Tiger II genoemd. Voor de volledigheid: de Engelse benaming ‘Kingtiger’ klopt dus niet. 

Bij Militracks konden de bezoekers de Königstiger niet alleen aan de buitenkant bewonderen. Sommige geïnteresseerden mochten het gevaarte ook aan de binnenkant verkennen.

Vergelijking Königstiger - Leopard

Bij de Königstiger gaat het om een zware tank van 70.000 kilo, voorzien van het beruchte Duitse 88 mm kanon en 2 mitrailleurs. Door de imposante opbouw - mede het gevolg van de zware bepantsering - ziet de tank er indrukwekkend uit. Maar het is niet zo dat de tank op het slagveld het verschil maakte. Daarvoor was hij té log, té langzaam en was het brandstofverbruik te hoog.
Ter vergelijking: de Nederlandse Leopard 2A6 is zo’n 10.000 kilo lichter en beschikt over een kanon van 120 mm. Natuurlijk mag je de 2 tanks niet vergelijken omdat de Leopard vele generaties jonger en dus moderner is. Maar omdat cijfertjes vaak helderheid verschaffen toch nog wat gegevens: de Königstiger had een bereik van 135 kilometer bij een maximum snelheid van 35 km/u. De Leopard haalt daarentegen 72 km/u met een actieradius van gemiddeld 280 kilometer. Duidelijk betere cijfers dus. 

De Tiger II in volle glorie. Door de zware bepantsering was het moeilijk om dit type uit te schakelen in het gevecht. Door technische problemen, het hoge brandstofgebruik en andere niet operationele oorzaken gingen meer tanks verloren dan direct in het gevecht.

Op binnenwegen naar Overloon

De Königstiger, die te gast was in Overloon, is afkomstig uit het museum in de Franse plaats Saumur ten zuidwesten van Parijs. Het is een van de weinige exemplaren die de oorlog heeft overleefd en kan als enige zelfs nog rijden. Maar natuurlijk niet van Frankrijk naar Overloon. Daarvoor was een dieplader nodig. Door het gewicht en de breedte van het vehikel (zo’n 4 meter) mocht het transport niet over de snelweg. Directeur Erik van den Dungen vertelde de media dat het vervoer tot het laatst spannend was, omdat het over allerlei binnenwegen moest en het lang duurde voordat de vergunningen afkwamen. En trots: dat hij het gevoel had met de Königstiger een soort van Rembrandt in huis te hebben.

In Overloon was de tank gewild object voor alle fotografen.

Slag om Arnhem

In de oorlog werd de Königstiger ook in Nederland ingezet en wel bij de slag om Arnhem. Nadat de geallieerden waren geland dirigeerde de Wehrmacht 2 compagnieën van de Schwere Panzerabteilung 506 naar Arnhem. De 28 tanks arriveerden per trein in Zevenaar en werden toegevoegd aan SS-tankeenheden in Oosterbeek en Elst. In Oosterbeek ging één tank verloren. De rest deed zijn werk naar behoren, al konden de grote tanks niet gemakkelijk uit de voeten in de smalle Nederlandse straatjes.

Maar aan al die historische verhalen hadden de bezoekers in Overloon geen boodschap. Zij kwamen speciaal naar Militracks om een heuse Königstiger van dichtbij te zien en te horen ‘grommen’. En dat lukte.

Bron: www.defendingarnhem.com

Op de romp en koepel is duidelijk de Zimmerit-bekleding te zien (de ‘streepjes’). Het gaat om een pasta die – eenmaal uitgehard – kon voorkomen dat er kleef- en magnetische mijnen aan de tank werden bevestigd.