Tekst ritmeester Djenna Perreijn
Foto Jarno Kraayvanger
Identiteit achterhalen race tegen de klok
Het is de laatste kans voor ‘De 100 van Loenen’. Nog altijd liggen de oorlogsslachtoffers anoniem op het Nationaal Ereveld. Nu kinderen en kleinkinderen nog in leven zijn, kunnen zij dankzij moderne technieken zoals DNA-onderzoek hun naam terugkrijgen. Het eerste graf is deze week geopend, de rest volgt de komende tijd. Het onderzoek zal jaren in beslag nemen.
De groep eerstelijns nabestaanden, kinderen, broers en zussen, wordt steeds kleiner. “Dit is de laatste kans om mensen bij leven te informeren over het lot van hun familie”, vertelt kapitein Geert Jonker, commandant van de Bergings- en Identificatiedienst Koninklijke Landmacht (BIDKL). Samen met de Oorlogsgravenstichting doen zij de komende jaren onderzoek naar 'De 100 van Loenen'. De meesten zijn tijdens de oorlog om het leven gekomen in Nederland of tijdens dwangarbeid in Duitsland. Het Rode Kruis kon hen bij de overplaatsing naar Loenen niet identificeren.
Antwoorden
‘Onbekende Nederlander’ staat op de grafstenen langs de paden op het ereveld. Tot die van Piet de Vries opduikt. 70 jaar kreeg het naamloze graf geen bezoek, tot zijn kleindochter Ingrid hem na een zoektocht van 3 jaar vond. “Mijn vader werd geboren nadat Piet, zijn vader, was overleden. Hij was opgepakt tijdens de razzia van Rotterdam en keerde nooit terug. Thuis was het nooit onderwerp van gesprek, voor mijn vader blijft het een lastig onderwerp. Maar ik vroeg mij af wat er gebeurd kon zijn en waar zijn lichaam was gebleven. Een half jaar nadat mijn vader meedeed aan het DNA-onderzoek, kreeg ik antwoorden. Hij is omgekomen tijdens dwangarbeid in Duitsland. Voor onze rouwverwerking is het fijn dat we nu zijn graf kunnen bezoeken. Ik hoop dat er binnenkort meer namen op de graven staan.”
Hoop
Naast de opa van Ingrid kregen onlangs nog 2 Nederlanders hun identiteit terug dankzij het nieuwe onderzoek. “Dat geeft hoop; de techniek werkt en we gaan ons uiterste best doen”, zegt Jonker. De overschotten van steeds 10 personen worden de komende tijd naar het BIDKL-laboratorium in Soesterberg gebracht. “Het verhaal zit in de resten. We kunnen iemands lengte, leeftijd en vaak de doodsoorzaak vaststellen.” Dit DNA-profiel wordt ook bewaard in de DNA-bank voor Vermiste Personen. Het biologisch profiel is het startpunt voor verder (archief)onderzoek. "Het streven is om binnen een jaar alle 103 onbekenden op te graven. Het verdere onderzoek zal nog jaren duren."
Mogelijke familieleden kunnen zich melden bij BIDKL: BIDKL@mindef.nl of de Oorlogsgravenstichting: info@ogs.nl.