Foto sergeant-majoor Eva Klijn
Opluchting na herstart operaties Mali
Door de operationele pauze in het laatste kwartaal van 2017 kreeg de Nederlandse missie in Noord-Mali een abrupte wending. Commandant Long Range Reconnaissance Taskgroup Desert Falcon 3 luitenant-kolonel Paul Janssen blikt er bij zijn vertrek op terug. “De missie stilgezet, dacht ik toen ik het hoorde. Het is toch geen voetbalwedstrijd?”
De operationele pauze maakte direct een einde aan de verkenningsmissie. Patrouilleerden de mannen een dag eerder nog in en om steden als Gao en Kidal. Nu mochten ze Kamp Castor niet meer af.
'Het was soms lastig plannen'
Met de bevindingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, de daaropvolgende veiligheidscontroles van munitie, medische opvang en een lange operationele pauze was het een turbulente periode. “Dit is mijn achtste uitzending, maar ik heb nooit eerder meegemaakt dat de volledige operatie wordt stilgelegd”, aldus Janssen. "In Gao was dat ruim twee weken en in Kidal twee maanden."
Onmisbare rol
Na extra veiligheidschecks werden de verkenningen in Kidal in december weer opgestart. Voor de VN-missie MINUSMA en vertegenwoordigers van de Franse antiterreurmissie Barkhane was dat erg belangrijk. En dat terwijl er slechts zo'n 30 Nederlandse militairen actief zijn. Ze vervullen volgens het hoofdkwartier een onmisbare rol, die in de tussentijd niet werd opgevuld. “Het Nederlandse peloton vormt een goede sensor in en om de stad”, weet Janssen. “Ze gaan veelvuldig de poort uit om met vertegenwoordigers van allerlei groepen te spreken.”
'Het was een turbulente periode’
De vergaarde informatie gebruikt het MINUSMA-hoofdkwartier voor het plannen van operaties. Dit kon gelukkig wel enigszins doorgaan tijdens de pauze. Janssen: “Vooral door telefonisch contact te houden met bronnen en door zoveel mogelijk contactpersonen uit te nodigen op het kamp.”
Dodenlijsten
Volgens luitenant-kolonel Janssen was het hard nodig de vinger aan de pols te houden, omdat de veiligheidssituatie in de onrustige regio intussen verslechterde. “In korte tijd stegen de criminaliteit en de invloed van terreurgroepen. Er werden radicaal-islamitische preken gehouden en in de stad hingen dodenlijsten met daarop de namen van contactpersonen van de Nederlandse verkenners.”
De Nederlanders wilden dan ook niets liever dan hun patrouilles weer oppakken. Enkele dagen na het groene licht voor Kidal ging het verkenningspeloton al de poort uit. “Het voelde aanvankelijk een beetje onwennig, maar de eerste indruk was goed."
Volgens de commandant duurde het een paar weken voor de kennis van het gebied weer op het oude niveau was. “Alle informatie over de regio hebben we nu ter plaatse kunnen doorgeven aan onze opvolgers, die eind december zijn begonnen.”
Nu onveiliger dan toen
Janssen was in 2014 ook in Mali, toen op het VN-hoofdkwartier in Bamako. Drie jaar later concludeert hij dat de missie aan noodzaak niet heeft ingeboet. “Door de toegenomen aanwezigheid van terreurgroepen is het nu onveiliger dan toen. Ten zuiden van Gao en richting de grens met buurlanden Niger en Burkina Faso zien we vooral een toename van een lokale ISIS-tak: Islamic State in the Greater Sahara. Dat leidt tot meer onrust en dreiging.”
De Nederlanders zien ook in de buurt van hun standplaats Gao de invloed van terreurgroeperingen. Ze proberen op allerlei manieren inzichtelijk te krijgen waar zij opereren, middels (nachtelijke) patrouilles en de inzet van onder meer UAV's (unmanned aerial vehicles, red.). “Door onze aanwezigheid kunnen we hen ten minste tijdelijk en plaatselijk wegjagen. Maar onze primaire taakstelling blijft inlichtingen inwinnen.”
Wapenafspraken
Verder zijn de Nederlanders onlangs tijdens hun langeafstandsverkenningen begonnen met het controleren van wapenafspraken uit het vredesakkoord. Gewapende groepen die het akkoord hebben ondertekend moeten voortaan over MINUSMA-documenten beschikken, waarin hun bewapening en verplaatsingen zijn goedgekeurd. De Nederlanders controleren deze afspraken.
Dynamisch
Janssen kijkt ondanks de operationele pauze tevreden terug op de afgelopen maanden (augustus tot en met januari, red.) “Onze bijdrage wordt breed gewaardeerd. De missie is voortdurend in ontwikkeling. Dat maakt onze werkzaamheden naast nuttig en dynamisch ook interessant."