Tekst Jessica Bode
Foto Sergeant-majoor Gerben van Es, Valerie Kuypers, soldaat-1 Gregory Fréni en Rinze Klein

Dorpen en steden vaker decor van oefeningen

In de rustige Betuwse gemeente Geldermalsen kijken inwoners verschrikt op als een groep militairen door de straten marcheert. De laatste keer dat ze hier zoveel overheidsdienaren (politie en ME) zagen, was tijdens de 'azc-rellen’ eind 2015. Gelukkig is er nu niets aan de hand. De militairen van 11 Luchtmobiele Brigade zijn hier om te oefenen, want steeds meer conflicten in de wereld spelen zich af in (klein) stedelijk gebied.

“En dat vergt een andere aanpak”, vertelt Bert Huisman, woordvoerder van 11 Luchtmobiel tijdens de oefening in Geldermalsen. “Het merendeel van de missies vindt tegenwoordig plaats tussen de burgers. Daarom is het belangrijk dat we ook tussen deze mensen oefenen. Zo sluit de situatie zo nauw mogelijk aan bij de realiteit.” 

11 Luchtmobiele Brigade was onlangs op oefening in het Betuwse plaatsje Geldermalsen.

Vooral in arme landen trekken burgers naar de steden, omdat hier simpelweg de meeste kans is op werk. “De impact van een aanval is hier dan ook het grootst”, verduidelijkt Dick Zandee, security en terrorisme-expert van het Instituut Clingendael.

Makkelijke doelen

Hij benadrukt dat de potentiële vijand niet geïnteresseerd is in bewapende militairen, maar wel in eenvoudige doelen. Burgers. “Ze zoeken makkelijke targets en gaan rücksichtslos te werk. Het maakt ze niet uit hoeveel onschuldige slachtoffers ze daarbij maken. Kantoren, overheidsgebouwen en grote menigten zijn voor hen ideale plekken om aanslagen te plegen. Ze bedenken telkens weer iets anders.”

Verstoppen

Daarnaast houden groeperingen in bijvoorbeeld Mali en Irak zich graag schuil in dorpen en steden, omdat ze zich kunnen verstoppen onder de lokale bevolking. “Baard eraf en niemand herkent ze als terroristen”, zegt Zandee. “En dan ineens vallen ze aan en verdwijnen ze weer van de radar.” 

Groeperingen houden zich graag schuil in dorpen en steden, omdat ze zich kunnen verstoppen onder de lokale bevolking.

Door dit soort situaties vaak te oefenen, wordt de realiteit meer en meer benadrukt. Woordvoerder Huisman zegt: “Daarom oefenen we in situaties met ‘echte mensen’ in plaats van een rollenspel. We werken samen met inwoners, politieagenten, politici en bijvoorbeeld een burgemeester. Het is niet te voorspellen hoe ze reageren.” 

Hybride

Bij oefeningen van de krijgsmacht wordt tegenwoordig ook sterk rekening gehouden met het feit dat traditionele oorlogsvoering verandert in een hybride vorm. Het gaat meestal niet meer om grote veldslagen tussen gemechaniseerde formaties. Het is een combinatie van traditionele, militaire middelen, met onconventionele geweldsvormen zoals propaganda, cyberaanvallen, terrorisme en criminaliteit. 

Defensie investeert steeds meer in cyberverdediging.

"Maar bijvoorbeeld ook energiebeleid", benadrukt Zandee. “Poetin zou bijvoorbeeld de gaskranen dicht kunnen draaien. Dat is ook oorlog, maar daar kun je met tanks niet tegenop.”

Cyber

Het Westen gebruikt steeds minder geweld en is veel meer bezig met cyberaanvallen en het verzamelen van inlichtingen. Zandee: “We moeten zoveel mogelijk weten over crisisgebieden en weten wat er speelt. Daar kom je achter door met zoveel mogelijk mensen te praten. Dan kun je optreden tegen de soms onzichtbare tegenstander. Alleen bommen gooien werkt niet meer.”

Het verzamelen van inlichtingen door met zoveel mogelijk locals te praten, wordt steeds belangrijker.

Deze nieuwe vorm van oorlogvoering is volgens Zandee onheilspellend. “Je weet niet wat je kunt verwachten. Denk aan een cyberoorlog. De algemene veiligheid komt niet direct in het geding, maar je kunt wel grote bedrijven, overheden of kritische infrastructuur lamleggen.”

Zo viel recent de stroom urenlang uit in Amsterdam, waarna grote delen van het land er een dag lang last van hielden. Zandee zegt: “Stel dat een tegenstander in staat is om onze energiecentrales uit te schakelen, dan heeft dat enorme gevolgen. Dit soort scenario’s is zeker niet ondenkbaar.”

Gevaar loert overal

Daarom oefent de Nederlandse krijgsmacht niet meer alleen op kazernes en op afgesloten terreinen. Steeds vaker worden steden en kleine dorpjes in binnen- en buitenland aangedaan, want het gevaar loert overal. 

Ook in het buitenland oefenen militairen tussen de lokale bevolking en toeristen, zoals hier op Bonaire.

´Onszelf laten zien´

“Enerzijds is het belangrijk om in elke situatie en onder alle omstandigheden te trainen. Anderzijds vinden we het belangrijk om onszelf overal te laten zien”, benadrukt Huisman. “Dan krijgt de bevolking gevoel bij wat we nu eigenlijk doen.”

De inwoners van Geldermalsen zijn na een paar dagen gewend aan het ‘groen’ op straat. “Ik vind het wel een veilig gevoel”, zegt een oudere dame. “Jullie zijn hier altijd welkom. Oh ja, willen jullie soms koffie?”