Tekst Ritmeester Henny de Boer
Foto Phil Nijhuis en archief
De samenleving intensiever betrekken bij Defensie. Meer uitwisseling van mensen, materieel en diensten met bedrijven, organisaties en andere overheden. Kenmerken van de defensieorganisatie van de toekomst. Minister Hennis-Plasschaert van Defensie heeft vandaag de Tweede Kamer geïnformeerd over de invoering van deze komende veranderingen.
Wendbaar
De krijgsmacht wil sneller en flexibeler kunnen inspelen op toenemende en onvoorspelbare dreigingen als terreur en de toegenomen assertiviteit van Rusland. Meer reservecapaciteit, flexibeler werkvormen en meer uitwisseling met de maatschappij moeten de organisatie sterker en wendbaarder maken. Ook kan Defensie snel opschalen als de nood aan de man is. De krijgsmacht hoeft op deze manier niet alles zelf meer continu en in volle omvang op de plank te hebben, maar kan wel beschikken over bepaalde kennis en capaciteit als dat nodig is.
Elders werkzaam
Om deze plannen te realiseren, is een intensievere samenwerking met externe partijen nodig. Op allerlei gebieden en manieren. Extra capaciteit om missies voort te kunnen zetten komt beschikbaar met extra personeel dat soms grote delen van zijn tijd elders werkzaam is. Docenten van Defensie zouden bijvoorbeeld kunnen lesgeven op andere onderwijsinstellingen. Ook op materieel gebied zou de krijgsmacht kunnen terugvallen op voertuigen van een civiele partner. En in sommige gevallen ook vice versa. Uitzendbureaus kunnen een deel van de personeelslogistiek bij Defensie op zich nemen. De mogelijkheden zijn groot.
Pilots
“Defensieonderdelen kregen de afgelopen twee jaar in totaal bijna 10 miljoen euro om te experimenteren in het kader van de door de minister aangekondigde intensivering van het reservistenbeleid”, zegt secretaris-generaal Wim Geerts. Mede op basis hiervan is het concept van de Adaptieve Krijgsmacht ontwikkeld. Er waren 35 pilots, geeft Geerts aan.
“De marechaussee heeft afgelopen zomer extra reservisten ingezet bij de paspoortcontrole op Schiphol om de vakantiedrukte op te vangen. Ook waren er onder meer pilots bij het Korps Mariniers, de Defensie Materieel Organisatie en op Vliegbasis Eindhoven. Deze succesvolle proeven met flexkrachten krijgen dus een groter vervolg.”
Voorbeeldlanden
Het concept heeft in Nederland de naam ‘Adaptieve Krijgsmacht’ meegekregen, in het Engels is het bekend als ‘Total Force Concept’. Defensie heeft over de schouders van 8 landen meegekeken die het idee succesvol hebben omarmd, zoals Canada, Denemarken en Australië. Omdat het concept per land nogal verschilt, en ook het Nederlandse model afwijkt, heeft Defensie voor een eigen, Nederlandse term gekozen.
Flexibel personeel
Behalve beroepsmilitairen en burgermedewerkers maken ook reservisten en inhuurkrachten onderdeel uit van het concept. Het moet straks mogelijk zijn om reservisten op het ‘gevechtsveld’ in te zetten, afhankelijk van de behoefte per krijgsmachtonderdeel. Invoering van het concept zal overigens niet ten koste gaan van het zittend personeel.
Het personeelsbestand zal naar verwachting in de toekomst een substantieel groter aandeel flexibele krachten kennen, zoals reservisten of inhuurkrachten. Om de instroom van reservisten te verbeteren, kijkt Defensie nadrukkelijker naar beroeps die de dienst verlaten. Zij zijn volledig opgeleid en daardoor relatief snel inzetbaar. “Ook hechten wij natuurlijk grote waarde aan de huidige reservisten, die we zoveel mogelijk willen behouden”, aldus Geerts. Niet alleen voor veiligheidstaken, maar ook voor specifieke kennis die de krijgsmacht zelf niet in huis heeft.
Flexibele werkvormen
Het is de bedoeling dat flexibele werkvormen meer gemeengoed worden. Defensie wil gekwalificeerde mensen aan zich blijven binden, maar niet altijd per se in de vorm van één en hetzelfde contract. Een werknemer moet voortaan makkelijker kunnen switchen van bijvoorbeeld beroeps naar burgermedewerker, reservist of andersom. Verder worden ook ZZP’ers en andere inhuurkrachten genoemd, net als gedeeld werkgeverschap. Daarbij kan het personeel zowel binnen Defensie als bij een civiele werkgever werken. Zo kan de krijgsmacht mee in de huidige trend van meer flexibiliteit op de arbeidsmarkt.
Blauwdruk
De defensieonderdelen gaan dit jaar al aan de slag met een aantal maatregelen om de Adaptieve Krijgsmacht vorm te geven. Ze starten bijvoorbeeld met projecten om samenwerking met externe partners op het gebied van gevechtskracht, personeel, materiaal en diensten te integreren. Daarbij passeren nieuwe contractvormen de revue en worden de gevolgen voor wet- en regelgeving en aanbesteding in kaart gebracht. Eenheden hebben als doel om hun eigen inzetbaarheid te vergroten, in samenwerking met regionale partijen en daarbij gebruikmakend van flexibele arbeidsvormen. Hiervoor bestaat geen absolute blauwdruk. Eenheden hebben de vrijheid innovatief te werk te gaan. Zo kunnen ze grotendeels zelf uitvinden wat voor hen het beste werkt.
Positieve ervaringen
Meerdere defensieonderdelen hebben dus positieve ervaringen opgedaan met elementen van de nieuwe manier van werken, onder meer in de vorm van pilots. Ook hebben de ervaringen van eenheden waar ze al flexibel werken bijgedragen aan de ontwikkeling van het concept. Deze ervaringen zijn samengebracht tot een concept dat de komende jaren dus breed wordt ingevoerd. Dit jaar wordt gestart met de invoering van de Adaptieve Krijgsmacht. Later dit jaar zullen vervolgstappen worden bekeken.