Tekst Djenna Perreijn
Krijgsmacht verbonden door traditie
Geen organisatie in Nederland is zo rijk aan tradities als Defensie. Sterker, de krijgsmacht staat er bol van. Tradities geven een eenheid eigen identiteit en versterken de kameraadschap. De uitvoering van tradities gebeurt vaak zorgvuldig, al dan niet met inneming van een neut. Ook de landmacht kent veel van zulke feestelijkheden. Enkele die in de maand december spelen uitgelicht.
Verjaardag KMA, 1 en 2 december
De officiële ‘geboortedag’ van de Koninklijke Militaire Academie (KMA) is 24 november. Op het Kasteel in Breda werd de 188e Dies Natalis (Latijn voor geboortedag) op 1 en 2 december gevierd. Tijdens het Dies Diner en de Dies rede zingen de cadetten hun jaarliederen én die van de aanwezige militairen. Zo ook die van ‘38e jaars’ generaal-majoor Nico Geerts. “Een hoop liederen dus”, vindt de commandant van de Nederlandse Defensie Academie. Volgens Geerts is het een goede gewoonte om op deze dag geen wapenliederen te zingen. Alhoewel de cadetten dat deze keer wel probeerden. De chef de protocol greep direct in.
De volgende dag - 2 december - mocht Geerts om 8.43 uur een schot met een kanon afvuren. 2 minuten later luidden de kerkklokken als ode aan de KMA en om de stad Breda te bedanken. “Ieder jaar bedenken we iets passends voor de viering. Dit jaar waren dat de Highland Games, een sportdag met een Schots thema.” Geerts hecht veel waarde aan de traditie van de verjaardag. “Niet omdat het moet, maar omdat het hoort. Zo’n traditie zorgt voor verbondenheid en draagt bij aan de vorming van officieren. Tijdens het diner voeden de ouderejaars de jongerejaars op. Dan gaat het om het juist toepassen van de etiquette, naar elkaar luisteren en ervaringen delen.”
Sint Barbaradag, 4 december.
Sint Barbara is de beschermheilige die behoedt tegen bliksem, brandgevaar en plotselinge dood. Artilleristen over de hele wereld beschouwen haar als hun patrones. Net als mijnwerkers, schoorsteenvegers, bouwvakkers en brandweerlieden. Over Barbara gaan tal van legendes rond. Ze zou hebben gewoond in Nicomedië in Klein-Azië. Haar vader sloot haar op in een toren om de vele mannen die om haar hand dongen op afstand te houden. In het geheim bekeerde Barbara zich tot het christendom. Toen haar vader daar achter kwam, liet hij haar folteren. 's Nachts genazen Barbara’s wonden op miraculeuze wijze. Uiteindelijk onthoofdde hij haar, waarna hij door de bliksem werd geveld. Zij werd dus beschermd door de bliksem, weet adjudant Derk de Vries van het Vuursteun Commando. “In die tijd was de wetenschap nog niet ver gevorderd en was bliksem een mythische gebeurtenis die door de goden bewerkstelligd moest zijn. Voor ons is het vooral een legitieme reden om gezellig bij elkaar te komen. Sint Barbaradag vieren we met een sportdag. Het verhaal van de beschermheilige wordt nagespeeld in een toneelstuk. De oudste en de jongste officier nemen de hoofrollen op zich. ‘s Avonds verzamelt iedereen zich in de kantine van de kazerne. Dat is van oudsher een moment om met een knipoog je collega’s op de hak te nemen. Zelfs aansprekende figuren zoals commandanten zijn het slachtoffer van sketches. Tegenwoordig wordt steeds vaker een filmpje gemaakt, tradities gaan dus ook met de tijd mee. Hoe dan ook: met Barbarabitter en bier heb je altijd een gezellige dag.”
Uitreiking Officierskruizen, 6 december
Ruim 200 officieren zijn volgens traditie op 6 december beloond met een officierskruis voor hun eervolle en langdurige dienst. Zij zijn ten minste 15 jaar werkzaam bij de landmacht, luchtmacht, marine of marechaussee. Elke 5 jaar mogen officieren het aantal dienstjaren op het kruis vervangen in Romeinse cijfers: XV, XX, XXV, XXX, XXXV en XL. Zo’n 500 officieren verruilden dit keer hun cijfer.
Het onderscheidingsteken is 19 november 1844 ingesteld door Koning Willem II. Nederland zat in een economische malaise, er werd fors bezuinigd op de krijgsmacht. Officieren hadden naast een krimpend salaris te maken met een gebrek aan maatschappelijk aanzien. De koning wilde met name officieren tot en met de rang van majoor een blijk van waardering geven. Zij moesten lang op een bevordering wachten. Sindsdien wordt het kruis op of rond de geboortedag uitgereikt. Tot 1866 was het onderscheidingsteken een verguld zilveren gesp die op een zijden lintje werd gedragen. Op verzoek van officieren werd de gesp door het vergulde zilveren kruis vervangen.
Omdat de uitreiking volgens traditie gepaard gaat met nuttigen van een glaasje jenever, wordt de onderscheiding ook wel Jeneverkruis genoemd.
Inzet Marketentsters, 9 december
Tradities kunnen vervagen en zelfs uitsterven, maar ook weer herontdekt worden. Zo zijn de marketentsters - die vroeger de troepen volgden - in 1980 opnieuw ingezet bij de regimenten Genietroepen en Bevoorradings- en Transporttroepen. Bij de genietroepen schonken de marketentsters tot 1900 bij bijzondere gelegenheden uit een vaatje brandewijn. Altijd in een glaasje zonder voet. Vroeger werd die rol vertolkt door de echtgenote van de korporaal-wasbaas. Een wasbaas, verantwoordelijk voor de uitgifte van de militaire kleding. Zijn vrouw maakte zelf het marketentsterkostuum, met daarop een embleem van de eenheid waarbij zij werkte. Tegenwoordig kan het regiment rekenen op een aantal dames, meestal echtgenotes van genisten of vrouwelijke genie-militairen, die zich in het uniform hullen. “Marketentsters worden ingezet om ceremonies op te vrolijken met genietradities, altijd onder leiding van de regimentsadjudant,” vertelt adjudant Frans Schiltman.
De genietradities worden bij allerlei gelegenheden uitgedragen; van het slagen voor een initiële opleiding tot het aanmeren (met een bootje) bij het Regiment Genietroepen, maar ook bij uitvaartceremonies. “Voordat we de genieborrel drinken, zingen we eerst het mineurslied, het lijflied van alle genisten. Het geeft uiting aan onze saamhorigheid, de kameraadschap binnen de genie.” Genisten zingen het Mineurslied ‘staande gezeten’: met een voet op de grond en leunend op de leuning van een stoel.
De tekst gaat als volgt:
Wij zijn de Mineurs van het Nederlandse leger
En onze naam is overal bekend,
Sodeju !
We dragen een jas met goudgehelmde knopen
De pikhouweel is ons niet onbekend,
Sodeju !
En iedereen die mag het weten,
We krijgen vanavond uijenrats te eten.
En moeder de wasvrouw staat aan de deur,
Dat is de roem van elk mineur,
Dat is de roem van elk mineur,
Sodeju !