Tekst Jan Malschaert
Foto Sergeant Hille Hillinga
Een verborgen onderaardse gang werd niet gevonden in het oude centrum van Dordrecht. Toch is Henk Harten tevreden over de zoektocht van genisten van het Advanced Search Team (AST). Speciaal voor hem en het lokale oorlogs- en verzetsmuseum brachten de landmachtmilitairen uit Oirschot gisteren een stukje Dordtse bodem in kaart.
Als kleuter bracht Henk tijdens de Tweede Wereldoorlog vele uren door in zijn kinderstoel voor het raam van zijn ouderlijk huis aan de Groenmarkt. “Tegenover ons huis zaten Duitsers en als er een vrachtwagen stopte, moest ik mijn moeder roepen. Zij noteerde dan wie er uit de vrachtwagen kwamen. Volgens mij waren het gevangenen.”
Onder de weg
In Harten’s geheugen werden er wel mensen afgeleverd, maar zag hij ze nooit vertrekken. “De vraag was waar die mensen bleven nadat ze naar binnen werden gebracht. Er was namelijk geen achteruitgang.” Zo ontstond het idee dat er onder het pand van de Duitsers een kelder zat. Daarvandaan had dan een tunnel onder de weg en de tegenover gelegen huizen gelopen naar de Voorstraathaven. Henk’s idee kreeg in de loop van de jaren verder vorm door gesprekken die hij voerde met andere Dordtenaren die de oorlog mee maakten.
Alleen het riool
Harten wist een actief dienende genist te interesseren voor zijn verhaal. Zo belandde teamleider sergeant-majoor Jeroen met 2 andere genisten van het AST met een grondradar op de Dordtse Groenmarkt. Jeroen: “We hebben eerst baantjes gelopen over de weg om te zien of er zaken opvielen. We zagen alleen het riool. Vervolgens hebben we een grid uitgezet en dat gedetailleerd bekeken. Met de radar breng je dan een aantal meter diep structuurverschillen in beeld. We kwamen geen bijzonderheden tegen. Voor m’n jongens is dit een goede training.”
Niet verbaasd
Het negatieve zoekresultaat verbaast stadsarcheoloog Jacqueline Hoevenberg allerminst. “Die gang was dan dwars door de dijk gegaan, want dat is de Groenmarkt nog steeds. Daar had helemaal niemand ooit toestemming voor gegeven, ook de Duitsers niet.”
Advanced search teams
De AST’s zijn voortgekomen uit het zoekwerk dat pantsergenisten in Afghanistan moesten verrichten. Jeroen: “Daar zochten we naar IED’s tijdens verplaatsingen en huiszoekingen naar wapens, explosieven en munitie. Dat was nog een intermediate search team met eenvoudiger middelen. Dus geen grondradar, maar metaaldetectors. Na Afghanistan vroeg Justitie een keer om hulp en de eerste keer was het met een enorm geldbedrag gelijk bingo. Tegenwoordig worden we als AST gemiddeld eens in de 2 weken ingezet. Dan maken we ook vaak gebruik van een video-endoscoop; een piepklein cameraatje in een kabeltje waarmee je in moeilijk bereikbare ruimtes kunt kijken. Uit dat werk zijn de AST’s ontwikkeld.”