Tekst Evert Brouwer
Foto Evert-Jan Daniels
Laatste veteranen en nabestaanden 320 Squadron bij elkaar
Was het onlangs de laatste reünie van 320 Squadron RAF op het vliegveld van Dunsfold in Engeland? Als het aan de organisatoren, nabestaanden en ook de (zeer) oudgedienden van de Nederlandse eenheid ligt, zeker niet. “We zijn er nog steeds helemaal vol van”, vertelt een van de initiatiefnemers, Sander van der Hall van de Stichting Koninklijke Luchtmacht Historische Vlucht.
De aanwezigheid van hun B-25 Mitchell bij de vliegshow Wings&Wheels maakte heel veel los bij de 4 veteranen die in de Tweede Wereldoorlog daadwerkelijk in of aan de middelzware bommenwerper hebben gewerkt. Ook de nabestaanden beleefden emotionele momenten: “Toen het vliegtuig opsteeg en weer landde, had ik even het gevoel dat mijn vader in het koepeltje zat”, zei een van hen.
Met de vliegshow op RAF Dunsfold en het contact met Morven Voorspuy, zoon van een inmiddels overleden vlieger van 320, viel alles op z’n plaats voor een grotere reünie met de 4 veteranen en hun familie. Andre Hissink (97 jaar, 61 oorlogsvluchten, grote foto boven), Edward Hoenson (94 jaar, 89 oorlogsvluchten), Eduard Jacob (92 jaar, gronddienst) en Camille Stritzko (90 jaar, gronddienst) genoten zichtbaar van de B-25, de vliegshow en een herinneringsdienst in de historische kerk van Dunsfold uit 1294. “We zijn er inmiddels achter dat er nog meer Nederlandse oud-militairen van 320 uit die tijd in leven zijn: een in Ierland en een op Vancouver Island in Canada”, weet Defensiemedewerker en 320-kenner Everard Bakker. “Die gaan we zeker opzoeken.”
Met de aanwezigheid van het kwartet 90+’ers kwam de geschiedenis werkelijk tot leven op Dunsfold RAF. Bijvoorbeeld voor Anneke Volkers, een Engelse met een Nederlandse naam. Zij had lange tijd geen idee dat haar overgrootvader, Adriaan Manschot, een oorlogsheld was die tijdens een noodlottige botsing tussen 2 Mitchells boven België is omgekomen. Haar oma werd pas na zijn sneuvelen geboren. “Adriaan”, herinnerde Edward Hoenson zich, “was een prachtkerel.” Anneke Volkers hing aan zijn lippen en was helemaal beduusd na de ontmoeting, die zeker een half uur duurde. “Lang heb ik door het noodlot niets geweten over Adriaan Manschot en nu kan ik nog met iemand spreken die hem heeft gekend. Het is onwerkelijk.”
Dat vonden ook Max en Margaret Engelsma. De beide kinderen van vlieger Max senior genoten zichtbaar van de verhalen die de veteranen nog over hun inmiddels overleden vader konden vertellen. “Vooral de kerkdienst heeft ons aangegrepen”, liet Margaret weten. Ook in dit verhaal speelt toeval weer een aardige rol. Max: “Ik ben in de jaren '70 als dienstplichtig marinier op Aruba geplaatst. Voor vertrek zei mijn vader nog: 'Vraag naar de naam van de captain, misschien ken ik hem.' Bleek dat ik werd gevlogen door Martin Voorspuy, de vader van Morven. Ze hebben heel veel samen gevlogen. Zo lopen er lijnen tussen deze families, Nederland en Dunsfold die je niet kunt bedenken. Daarover zijn we nog lang niet uitgepraat.”
Chelsea
320 Squadron kent veel helden en bijzondere personen. Op een foto uit 1944 staat Eduard Jacob met nog 2 man. Een daarvan is Anton ‘Tony’ Effern. Hij wordt nog altijd gezien als de eerste Nederlandse voetballer in de Engelse Premier League. In Nederland speelde hij onder meer voor Stormvogels en HFC Haarlem. Hij wist in de meidagen van 1940 ons land te ontvluchten en kwam bij 320 Squadron in Engeland terecht. Op 15 januari van 1944 had op Selhurst Park – de thuishaven van Christal Palace – een heuse Nederland-België plaats. Effern blonk uit met 2 doelpunten in de 3-2 overwinning, dit gebeurde voor de ogen van de Bevelhebber van de Zeestrijdkrachten admiraal ‘AV’ Alexander, toevallig óók de ondervoorzitter van Chelsea FC. Toon Effern kon na 3 wedstrijden en even zovele doelpunten een profcontract tekenen, maar daar stak zijn commandant een stokje voor. Hij was onmisbaar voor het squadron. “Hij was echt een heel goeie voetballer, maar ook een topcollega”, weet Jacob zich te herinneren. “Hij werkte keihard en dan ook nog zo voetballen. Je moest wel wat afleiding hebben in al het geweld.”
Anton Effern is in 2005 overleden, bizar genoeg het jaar dat 320 Squadron werd opgeheven.
Tot 2005
320 Dutch Squadron RAF was een maritiem squadron dat op 1 juni 1940 in Pembroke Dock (Wales) is opgericht als onderdeel van de Britse Royal Air Force.
Na de Duitse inval vlogen 8 Fokker-vliegtuigen naar Engeland en vormden de basis voor het squadron. De Nederlandse eenheid verhuisde later via Leuchars (Schotland), Bircham Newton (Norfolk) en Lasham naar Dunsfold (Surrey), waarvandaan het onder meer deelnam aan Operatie Overlord (D-Day) en Market Garden.
In 1945 kwam 320 Squadron terecht op Melsbroek (België) en Achmer (Duitsland). Na de Tweede Wereldoorlog maakte het squadron met 321 Squadron deel uit van de Marine Luchtvaartdienst op Marinevliegkamp Valkenburg. In 2005 gingen de laatste toestellen van 320, de P3C Orion, in de verkoop en werd het squadron opgeheven. De laatste commandant van 320 Squadron, kapitein-luitenant ter zee Marc de Jong, was ook bij de reünie aanwezig.