Duits-Nederlands Panzerbataillon groeit
Het Duits-Nederlands Panzerbataillon 414 groeit. En wel met 2 Panzerkompanien. Met deze sterkte kan de Duits-Nederlandse eenheid beginnen met opleiden en trainen. Onlangs vond in het Duitse Bergen voor het eerst een buitengewoon appèl van het bataljon plaats.
De 1e compagnie van het Panzerbataillon is nu opgericht. Die zorgt voor onderhoud, herstel, bevoorrading en heeft ook een beperkte verkenningscapaciteit. De eerste commandant van de Kompanie, Hauptmann Stephan Sehner nam de eenheidsvlag in ontvangst.
Het Nederlandse contingent bestaat vooralsnog uit het OTK-peloton. Dit jaar start de interne werving van personeel. Volgend jaar beginnen de opleidingen voor het Nederlandse tankpersoneel en wordt de 4. (NLD) Panzerkompanie opgericht.
Karel Doorman eind 2017 weer beschikbaar
De hoofdelektromotoren van Zr.Ms. Karel Doorman moeten worden aangepast. Minister Jeanine Hennis-Plasschaert verwacht dat het Joint Logistic Support Ship hierdoor niet voor de zomer van 2017 beschikbaar is. Zo liet ze onlangs per brief aan de Kamer weten.
Fabrikant General Electric onderzocht de eerste van 2 elektromotoren. Haarscheurtjes bleken er de oorzaak van dat metalen onderdelen afbraken. In overleg met Defensie en scheepsbouwer Damen Schelde Naval Shipbuilding past de fabrikant het ontwerp van de motor aan. De andere motor krijgt dezelfde aanpassing. Ook die vindt plaats bij de fabriek in Frankrijk. Modificatie aan boord is niet mogelijk. Voor het verwijderen van beide motoren zijn openingen gemaakt in 2 tussendekken van het schip.
Inzetbaarheid
Naar verwachting is het schip eind volgend jaar gereed voor operationele inzet. De marine moet voor bevoorrading en strategisch transport tot die tijd een beroep doen op de bondgenoten, in het bijzonder de Duitse marine.
Mariniers verwelkomen nieuwe leiders
Met 16 geslaagde cursisten voor de Praktische Opleiding Tot Officier der Mariniers stroomt er weer vers bloed door de hogere geledingen van de zeesoldaten. In aanwezigheid van talloze genodigden marcheerden de gelukkigen onlangs onder de oude hoofdpoort van de Van Ghentkazerne door. Hiermee kwam een einde aan 9 intensieve maanden.
De laatste dagen van de cursus stonden in het teken van een afwisselende eindoefening. Die begon op de Lodewijk van Nassaukazerne in Marnewaard en werd voortgezet in het Rotterdamse havengebied. Hier lag de nadruk vooral op optreden in verstedelijkte gebieden dicht bij het water. Dat de Rotterdamse havens als oefenlocatie werden gekozen, had natuurlijk ook te maken met de band die het korps met de Maasstad onderhoudt.
Nederlandse EOD-robot maakt indruk bij Europese competitie
De op afstand bestuurbare EOD-robot Theodore heeft zich tijdens de Militairy European Land Robot Trial goed staande gehouden. In het Oostenrijkse Eggendorf deden 10 teams mee aan de wedstrijd, die vooral is bedoeld om het nieuwste op het gebied van robot-research & development te laten zien.
Nederland bracht een gecombineerd team van de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) en TNO te velde. Eerstgenoemde was aanwezig met de Theodore-robot, voorzien van een speciale sensormodule: de 'telepresence'. Dat is een geavanceerde sensorkop die de bewegingen van de operator volgt. Dankzij stereovisie en 3-D geluid én de mogelijkheid rond te kijken met een zogenoemd head tracking-systeem, verbetert dit systeem het omgevingsbewustzijn en de werkdruk van de operator.
F-16’s terug, maar strijd gaat door
“Onze F-16’s hebben een cruciale rol vervuld in het verzwakken en terugdringen van ISIS.” Dat zei minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert vandaag op Vliegbasis Volkel. Ze verwelkomde er de jachtvliegers, die terugkeerden uit het Midden-Oosten. “Maar”, zei ze, “de strijd gaat onverminderd door.”
Volgens Hennis toont de recente aanslag op de luchthaven van Istanbul aan dat de terreurorganisatie een kat in het nauw is. “Juist nu is volharding nodig. De Belgen hebben het stokje van ons overgenomen, een teken dat we als coalitie eensgezind en samen de strijd tegen ISIS voortzetten.”
Nederlandse militairen zorgen in het Midden-Oosten nog voor de beveiliging van het Belgische detachement. “Ook in Irak gaan onze militairen door met het trainen van Koerdische Peshmerga-strijders en Iraakse special forces”, voegt Hennis toe. “Dat dit zijn vruchten afwerpt, blijkt uit de recente strijd om Fallujah en de druk die steeds verder wordt opgevoerd rond Mosul. ISIS is dus nog niet van ons af.”
Terreinverlies
Over de resultaten die Nederland samen met coalitiepartners boekte, is Hennis tevreden. “Sinds augustus 2014 verloor ISIS ruim 25.000 km2 gebied in Irak en meer dan 9.000 km2 in Syrië. De Nederlandse F-16’s vlogen, sinds hun bijdrage aan de luchtcampagne in oktober 2014, minimaal 2.100 missies. Daarbij zijn tenminste 1.800 keer wapens ingezet.” Dat gebeurde bijvoorbeeld bij het ondersteunen van grondtroepen in Irak tijdens hun gevechten tegen ISIS. Ook bombardeerden de luchtmachtmilitairen doelen van de terreurorganisatie, zoals wapenopslagplaatsen en brandstofdepots in Irak en Oost-Syrië.