10

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 00

Toekenning Militaire Willems-Orde

‘Moed, beleid en trouw, bedreven in den strijd’

Het Kapittel der Militaire Willems-Orde adviseert de minister van Defensie over toekenning van de Militaire Willems-Orde. Hiervoor moet sprake zijn van ‘uitstekende daden van moed, beleid en trouw, bedreven in den strijd’. Maar wat verstaan we daaronder? En hoe past het Korps Commandotroepen hierin?

Moed

Weloverwogen de ultieme grens opzoeken van wat mogelijk is. Onverschrokken zijn te midden van intens gevaar. Bereid zijn offensief te handelen en daarbij bewust risico’s te lopen.

Nagenoeg alle militairen van het Korps Commandotroepen zijn van maart 2005 tot september 2010 één of meerdere keren ingezet in Afghanistan. Samen voerden ze meer dan 170 operaties uit. De taakgroepen zijn alles bij elkaar meer dan 110 keer in gevecht geraakt met de vijand. In totaal zijn 23 militairen gedecoreerd voor hun getoonde dapperheid. Twee militairen ontvingen de hoogste dapperheidsonderscheiding, de Militaire Willems-Orde. De eenheid is als geheel verder gegaan dan wat mag worden verwacht van de vakkundigheid en professionaliteit van de militair.

De moed die hierbij getoond is, is boven elke twijfel verheven volgens het Kapittel. De aard van het KCT-optreden in Afghanistan bracht grote risico’s met zich mee. Kleine eenheden stonden vaak tegenover een numeriek grote vijand in afgelegen gebieden zonder de directe aanwezigheid van hulptroepen.

Ondanks deze grote risico’s kozen de commando’s toch vaak voor de confrontatie zodat ze hun opdrachten konden blijven uitvoeren. Om deze gevechten tot een goed einde te brengen moest elke commando, van commandant tot korporaal, zijn bijdrage leveren. Het onconventioneel, standvastig en volhardend optreden resulteerde in relatief weinig verliezen aan eigen zijde.

Uit de motivaties bij de dapperheidsonderscheidingen voor individueel onderscheiden commando’s blijkt steevast dat zij bereid waren met groot gevaar voor eigen leven hun opdracht uit te voeren. Zoals de korporaal die onder gericht vijandelijk vuur zijn gewonde commandant behandelt om daarna de verkenning voort te zetten en zo een uitweg uit vijandelijk gebied vindt.

De KCT-inzet in Afghanistan kent veel van dit soort verhalen waarbij commando’s hun eigen veiligheid riskeren voor het groepsbelang. Het vereist moed om dat te doen. Ook de creatieve inzet van allerlei militaire middelen valt onder het tonen van moed. Denk daarbij aan de gedurfde inzet van de para’s tijdens operatie Lewe. Of aan de helikopters die praktisch in het hol van de leeuw landden om Talibankopstukken op te kunnen pakken. Risicovolle operaties die door tactisch vernuft en een grote dosis lef zeer succesvol zijn geworden.  

Beleid

Voortdurend weldoordacht handelen en alle belangen overzien. Doordacht en doortastend handelen.

Zowel in de voorbereiding als in de uitvoering van de operaties zijn strategische belangen nooit uit het oog verloren. De special forces-eenheden moesten door de complexe situatie regelmatig improviseren. Dit deden ze steeds inventief en doordacht. Vaak met terughoudendheid in de toepassing van geweld.

Met name dat laatste aspect maakt grote indruk op het Kapittel. Meerdere malen besloten commando’s om geen vuursteun in te roepen vanwege de kans op burgerslachtoffers. Dat is niet alleen moedig maar het geeft het ook aan dat het KCT oog had voor het hogere doel van de missie.

Dat doel was de wederopbouw van Afghanistan. De gunst van de Afghaanse bevolking was cruciaal voor het slagen van de missie. Ieder burgerslachtoffer zou afbreuk doen aan de geloofwaardigheid en de steun aan ISAF-troepen en de Afghaanse regering. Door deze terughoudendheid vergrootten de commando’s wel het risico voor zichzelf.

Zo nemen vijandelijke strijders tijdens een operatie een observatiepost onder vuur. De Forward Air Controller blies de inderhaast opgeroepen luchtsteun af toen hij een kind ontdekte tussen de strijders. Gevolg was wel dat de eenheid nog 18 uur onder vuur lag voordat ze konden worden ontzet.

Ook het grote leervermogen dat het KCT ten toon heeft gespreid in Afghanistan, kan onder beleidvol optreden worden geschaard. Daarnaast stopten de commando’s veel tijd en energie in het opbouwen van relaties met allerlei eenheden waarmee ze samenwerkten, zoals buitenlandse special forces, Afghaanse en ondersteunende Nederlandse eenheden. Hierdoor werd een vertrouwensband opgebouwd die zeer belangrijk was tijdens de planning en de uitvoering van de operaties.

Een goed voorbeeld is de overgang van Operation Enduring Freedom (TF Orange), naar ISAF (Taskforce Viper). ISAF-eenheden mochten niet samenwerken met eenheden van Operation Enduring Freedom en dat vroeg dus om aanpassingen. De commando’s ontwikkelden een prima oplossing van coördineren, afstemmen en gescheiden opereren als alternatief.           

Trouw

Volledige toewijding aan de opdracht. Onvoorwaardelijke loyaliteit aan je mandaat en je eenheid. Altijd en overal voor elkaar door het vuur gaan.

Het criterium trouw is op diverse aspecten van toepassing. Allereerst is daar trouw aan elkaar. Het principe ‘Never leave a man behind’ staat bij het Korps hoog in het vaandel. Dat wordt goed geïllustreerd door de zes man die zichzelf aan hevig vijandelijk vuur blootstelden om de gewonde Kevin van de Rijdt op te halen.

Maar ook coalitiegenoten zijn nooit in de steek gelaten. Toen een gecombineerde Amerikaanse, Afghaanse en Nederlandse eenheid in 2006 in een hinderlaag liep, aarzelde de KCT-ploeg geen moment. Ze betrokken zonder dekking een positie op een heuveltop om vandaar vuur uit te brengen en zo de aanvallende Talibanstrijders terug te slaan. Door met deze actie bewust het gevecht naar zich toe te trekken, konden de Amerikanen zich uit de kill-zone verplaatsen.

Onder andere door dit soort acties staan de commando’s in hoog aanzien bij buitenlandse collega-eenheden en vormen daarmee een visitekaartje voor Nederland. Ze genieten dan ook internationaal een geweldige reputatie. 

Trouw toonde het KCT ook door de opdrachten altijd uit te voeren, hoe moeilijk die soms ook waren. Zo trok een ploeg onder hevige tegenstand de Baluchivallei in om zo de reguliere eenheden, die belast waren met de verdediging van Chora, te ontlasten. De ploeg opereerde onder aanhoudend zware vijandelijke tegenstand maar zette desondanks de opmars voort, wetende dat hun inspanningen mede het succes bij Chora zou bepalen.  

Tenslotte toonden de commando’s hun trouw door altijd te handelen conform de geldende regels en afspraken.