Krijgsmacht werkt steeds meer samen

We kunnen en willen het niet alleen. Onze krijgsmacht voert operaties zelden alleen uit. Samenwerking met  bevriende krijgsmachten is het toverwoord om kosten te besparen en kennis en ervaring uit te wisselen. Ook bij gezamenlijke materieelaankopen, onderhoud én personele training blijkt samenwerking een goede suggestie.  

Missies in conflictgebieden worden steeds vaker internationaal samengesteld. Ook dicht bij huis wordt de samenwerking gezocht. Zo is er het Duits-Nederlands Legerkorps, staan de Belgische en Nederlandse marine onder 1 bevel en werken de Britse en Nederlandse mariniers sinds jaar en dag samen.

Grensverleggende internationale samenwerking is nodig om dreigingen en risico’s het hoofd te bieden. Het kabinet gaat dan ook verder op de ingeslagen weg. De inzetbaarheid en het voortzettingsvermogen van de krijgsmacht worden versterkt en ontbrekende capaciteiten gecompenseerd. Naast de bestaande samenwerkingsverbanden zet het kabinet grootschalig in op:

  • Nederlands–Duitse pantserdivisie

Duitsland en Nederland willen 43 Gemechaniseerde Brigade in Havelte integreren in een Duitse pantserdivisie. Duitsland op zijn beurt integreert een tankbataljon in de Nederlandse brigade. Ons land levert voor deze eenheid een eskadron. Ook brengt Nederland de overgebleven 16 Leopard 2A6 tanks in. Door samenwerking beschikken Nederland en Duitsland over een volledig geïntegreerde operationele gevechtsbrigade met pantserinfanterie, tanks en andere capaciteiten. Zo nodig zetten beide landen de eigen capaciteiten nationaal in.

  • Luchtruimbewaking Benelux

De 3 Benelux-landen (Belgïe, Nederland en Luxemburg) gaan hun luchtruim gezamenlijk bewaken. Na de (verwachte) parlementaire instemming gaat de samenwerking eind 2016 van start.

  • Naar de Baltische staten

De contacten met de Baltische staten en Polen worden geïntensiveerd. Nederland gaat militairen leveren voor de NATO Force Integration Units in elk van deze landen. Met Estland is al samenwerking op basis van de eerder verkochte CV-90 pantservoertuigen. Defensie gaat ook vaker oefenen in genoemde landen.

Verdere internationale projecten

Ook met andere landen wordt op tal van terreinen intensiever samengewerkt. 

  • F-35: de operationele test- en evaluatiefase van het nieuwe gevechtsvliegtuig wordt in 2016 voortgezet in samenwerking met de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Australië. 
  • Minusma: met Frankrijk is een intensieve samenwerking in het kader van de VN-operatie in Mali.
  • Onderzeeboten: Defensie is met partnerlanden in gesprek over samenwerking bij de vervanging van de onderzeeboten en research en development. 
  • Joint Expeditionary Force: Samen met de Baltische staten, Denemarken, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk wordt verder gewerkt aan de ontwikkeling van de Joint Expeditionary Force (JEF). 

Internationale samenwerking is er op alle niveaus. Politiek en militair. Zo is Nederland lid van de VN, EU en NAVO.  Binnen de EU wordt gestreefd naar de verdere versterking van de Europese defensiecapaciteiten om daarmee een grotere bijdrage te  leveren aan de NAVO. Bovendien pleit Nederland, in de eerste helft van 2016 voor de twaalfde keer EU-voorzitter, voor een steviger gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid. Nederland wil voorstellen presenteren die samenwerking minder vrijblijvend maken. Bijvoorbeeld door het versterken van onderlinge 'groepsdruk' en het monitoren van defensiebudgetten.