04

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 16

5 vragen aan

‘Showcase van de moderne NAVO’

Spanje, Portugal en Italië vormen het decor van Trident Juncture, de grootste NAVO-oefening sinds 2002. In oktober nemen 70 schepen waaronder een (US) Carrier Group en 8 onderzeeërs, 200 vliegtuigen, en zo’n 35.000 militairen afkomstig uit 33 verschillende landen deel. Doel: aantonen dat de NAVO in staat is een complex scenario uit te voeren. Dit moet bondgenoten vertrouwen geven en tegenstanders afschrikken.

Generaal-majoor Hans van Griensven is als Deputy Chief of Staff Plans op het NAVO-hoofdkwartier in Brunssum nauw betrokken bij de leiding van de oefening. Vijf vragen over Trident Juncture.

Wat houdt Trident Juncture in?

Trident Juncture is voor de NAVO de grootste demonstratie van gevechtskracht in jaren. Maar een deel van de oefening wordt zonder troepen afgewerkt. Dan staan de hoofdkwartieren in de spotlight. Zo krijgt bijvoorbeeld het Joint Forces Headquarter Brunssum een certificering voor deelname aan de NATO Response Force (2016). Daarnaast beoefenen we de comprehensive approach. Voor dat laatste werken we intensief samen met humanitaire organisaties en de Europese Unie. Het tweede deel van de oefening bestaat uit een grote FTX (veldtraining). Die vindt in 3 landen, op 16 verschillende plekken plaats en is via de computer gelinkt aan 14 kleinere trainingen.

Wat is uw rol tijdens Trident Juncture?

Als Deputy Chief of Staff Plans ben ik verantwoordelijk voor alle plannen, trainingen, oefeningen en alle vormen van civiel-militaire samenwerking. Mijn rol bestaat uit het verzorgen van de randvoorwaarden. Denk aan budgetten, verdeling van schaarse middelen, afspraken met gastlanden. Tijdens die eerste ‘commandopost-fase’ heb ik een vrije rol. Tijdens de FTX ben ik plaatsvervangend oefenleider. De grootste uitdaging is alle spelers, met de juiste achtergrond en juiste mentale instelling en perceptie aan de bekende ‘startlijn’ te krijgen.

Wat is de Nederlandse deelname aan Trident Juncture?

Nederland neemt vooral deel met marine-eenheden, zowel schepen als mariniers. Zij doen mee aan grootscheepse amfibische operaties. Uiteraard zijn er ook veel individuele Nederlandse militairen geplaatst bij de verschillende hoofdkwartieren.

Heeft het huidige geopolitieke klimaat de invulling en lading van de oefening veranderd?

De planning voor Trident Juncture is ruim voor de ontwikkelingen in Oekraïne en het Midden-Oosten begonnen. Enkele jaren geleden besloot de NAVO haar zichtbaarheid te vergroten door eens in de 3 jaar een ‘High Visibility Exercise’ te gaan houden. De oefening is dus zeker geen actie- reactie op recente ontwikkelingen aan onze oost- en zuidgrenzen. Ook het scenario is daar niet op gericht. Wel focust de NAVO het laatste jaar weer meer op de oorspronkelijke doelstelling: verdediging van het eigen grondgebied. De huidige spanningen in de wereld zorgen ervoor dat deze oefening extra aandacht krijgt. Zo nemen ook 16 niet NAVO-landen, waaronder Marokko en Brazilië, deel als observator.

Hoe belangrijk is het de NRF te trainen?

Tijdens de NAVO-top in Wales hebben de regeringsleiders aangegeven de NAVO verder te willen aanpassen aan nieuwe uitdagingen. Het slagvaardiger maken van de response forces – dus de mogelijkheid om snel te kunnen reageren op dreigende situaties - hoort daarbij. Met de NRF bezit de NAVO een snelle interventiemacht om daar waar nodig te ontplooien en crises in de kiem te smoren of een conflict in ons voordeel te beslissen. Uiteraard moet daarvoor worden getraind, zodat het bondgenootschap er altijd klaar voor is en het bondgenootschap kan aantonen nog steeds slagvaardig, capabel en relevant te zijn. De nieuwe Very High Readiness Joint Task Force zal als speerpunt onderdeel uitmaken van de zogenaamde ‘aangepaste NRF’, waarvan delen binnen 2 tot 5 dagen ontplooid kunnen worden. Uiteindelijk gaat het om bescherming van bondgenoten en het afschrikken van potentiële tegenstanders. Trident Juncture fungeert daarmee als show case van een moderne NAVO.