Tekst Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Foto John van Helvert

‘Van boormachines tot asfaltwegen, ik regelde het’

Mijn missie, ons belang

“Op mijn 21e een fulltime kantoorbaan, dat wil ik helemaal niet,” dacht Jennis Rammeloo (30). Bijna klaar met haar HBO-studie Small Business & Retail Management zocht ze avontuur en kameraadschap. De spannende verhalen van haar oom die bij de landmacht diende, vond ze mateloos interessant. Dat wil ik ook, besloot ze. De eerste luitenant werkt nu als inkoper bij de luchtmacht. Voor de zomer keerde ze terug uit het Midden-Oosten.

“Of ik op uitzending wilde? Volmondig antwoordde ik ‘ja’. Mijn wintersportvakantie annuleerde ik meteen. Op oefening en uitzending gaan, vind ik het mooiste aan werken bij Defensie. Mijn vak uitoefenen waar je echt nodig bent, geeft voldoening. Bovendien ontstaat er op missie een enorme kameraadschap. Je streeft allemaal hetzelfde doel na. In dit geval de strijd tegen ISIS.

Twee keer mocht ik naar het Midden-Oosten. De eerste keer was in oktober vorig jaar om de missie op te starten. Een week voordat de eerste F-16 de lucht in moest, werd ik samen met een collega-inkoper en een club materieeldeskundigen voor 3 weken ingevlogen. Onze missie bestond eruit een compleet militair kamp te bouwen op een bestaande vliegbasis. De majoor-inkoper leerde me de fijne kneepjes van het vak. Legering, sanitair, werkplaatsen en een bedrijfsrestaurant stampten we met het selecte militaire gezelschap in no time uit de grond. Het meeste regelden we lokaal. Dat was een hele uitdaging aangezien ons Nederlandse eisenpakket een stuk strenger is dan dat van het land zelf.

In januari dit jaar vloog ik opnieuw naar de woestijn. Ditmaal voor 3,5 maand en als enige inkoper. Ik had het meteen enorm druk. Het tentenkamp moest vervangen worden door woon-werkcontainers en alles wat daarbij hoort. Met de ‘boodschappenlijstjes’ van onder meer de genie en Paresto (Defensie-cateraar, red.) ging ik de boer op bij lokale bedrijven. Ik vroeg offertes op, onderhandelde, koppelde terug naar mijn achterban en sloot contracten af. Van boormachines en bureaustoelen tot heftrucks en complete asfaltwegen, ik regelde het. Dat ik een blonde Hollandse dame was waarmee men zaken moest doen, speelde nooit een rol. Het sluiten van contracten liep simpelweg via mij en dat werd geaccepteerd. Al was er een lokale zakenman die me geen hand wilde geven.

In Nederland is mijn werk iets minder hectisch en dynamisch, maar niet minder bijzonder. Alle niet-standaard zaken koop of huur ik in. Zoals valkeniers voor de luchtmachtbases om vogels bij het vliegverkeer weg te houden. Kortom, het regelen van de juiste randvoorwaarden zodat onze vliegers hun werk goed kunnen doen… dat is mijn missie.”