Tekst Ingmar Kooman
Foto John van Helvert
‘Je bouwt een schip niet voor 5 jaar’
Mijn missie, ons belang
Sander Horenberg (38) had nog nooit een marineschip in het echt gezien toen hij opkwam bij de Koninklijke Marine. Tegenwoordig denkt de luitenant-ter-zee-1 mee over de nieuwste schepen van de Nederlandse vloot. Als technisch officier is hij onder andere verantwoordelijk voor de innovatieve patrouilleschepen. “Een nieuw oorlogsschip opleveren is heel spannend.”
“Techniek, dat trok me al van jongs af aan. Een jongen die ik kende van het zwemmen kwam met enthousiaste verhalen over de marine. Dat lijkt me ook wel wat, dacht ik. Pas toen ik ging varen, ontdekte ik hoeveel techniek er eigenlijk komt kijken bij het opereren van een marineschip. Toen wist ik: hier zit ik op de goede plek.
Als technisch officier aan boord moest ik ervoor zorgen dat het schip onder alle omstandigheden inzetgereed was. Tijdens oefeningen dam je gevechtsschade in, verricht je reparaties en tref je noodvoorzieningen. In 2001 gingen we met Hr.Ms. Van Galen 6 maanden naar de Perzische Golf, zoeken naar terroristen. Fantastisch was dat.
Nu ondersteun ik de operationele wereld. Bij de Defensie Materieel Organisatie werk ik aan de nieuwste generatie patrouilleschepen, de Holland-klasse. Het is bijzonder om vanaf de eerste bouwtekeningen over zo’n nieuw concept mee te denken. De geïntegreerde mast bijvoorbeeld. Alle sensorapparatuur zit erin, dat is een sterk staaltje ontwerpen. Bovendien is de bouw en het testen van de mast helemaal losgekoppeld van de constructie van een schip. Binnen 4 uur is ‘ie te plaatsen. En dan is het bijna plug & play: kabels aansluiten en het werkt.
De bedrijfsvoering aan boord van de patrouilleschepen is ook van een heel andere orde. Want hoe vaar je een schip ter grootte van een fregat – 100 man – met slechts 50 man? De patrouilleschepen zijn geen full scale oorlogsvaartuigen, zoals de M- en luchtverdedigingsfregatten uit de Koude Oorlog.
De Holland-klasse daarentegen is toegespitst op de dreigingen van deze tijd: anti-drugsoperaties, anti-piraterij en rampenbestrijding. De wereld om ons heen vereist dat we blijven nadenken. Je bouwt een schip niet voor 5 jaar, maar voor wel 30 jaar. Dus bedenk goed wat je nodig hebt voor toekomstige operaties. Door de nauwe samenwerking tussen kennisinstituten, de industrie en Defensie kunnen we daar sneller en beter op inspelen.
Ik mocht meedenken over die nieuwe bedrijfsvoering. Het testen. En als eerste hoofd technische dienst aan boord van Zr.Ms. Holland heb ik het daadwerkelijk kunnen invoeren. Alle vergaderingen en papierwerk resulteren zo een paar jaar in een concreet en ook echt nieuw product. En in alle fases zit ik er met mijn neus bovenop. Want ik wil dat de collega’s aan boord straks glimlachend achter de consoles zitten. Dat drijft mij nog steeds.”