07

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 15

Op naar het felbegeerde kruisje

Tekst Leo de Rooij
Foto korporaal-1 Zadrach Salampessy

Duizenden militairen liepen vorige week mee in de Nijmeegse Vierdaagse. Onderweg hadden ze wel even tijd voor een ‘selfie’. Bekijk de fotocarrousel en klik op ‘toon meer’ voor het verhaal bij de foto.

Sergeant-majoor Daniel de Groot

Sergeant-majoor Daniel de Groot van de landmacht meldt zich bij de tent van het Korps Commandotroepen voor een kopje soep. “Hier is tenminste altijd plek, maar dat weten niet veel mensen”, lacht hij. Dit is zijn vijfde Vierdaagse, en deze keer loopt ‘ie met zijn moeder. “Die wilde graag een keertje met me mee, dus dan luister je hè.” Eens niet in detachementsverband lopen, vindt hij wel zo prettig: “Je kunt een extra stop inlassen, hebt meer aanspraak met mensen onderweg en kunt zo ook meer van de sfeer proeven. Heerlijk toch?”

Vader en zoon Nab

Vader en zoon Nab dragen allebei het uniform van de luchtmacht. Vader Marco is alweer drie jaar met pensioen. “Dit is mijn 20ste Vierdaagse,” meldt hij trots, “maar dat kan niet anders gezien mijn hobby.” Waarna hij een sticker van de wandelsportvereniging van de luchtmacht overhandigt.

Zoon Wouter combineert een studie met een baan als reservist bij 520 squadron op Vliegbasis Eindhoven. Dit is zijn 7de Vierdaagse, waarvan hij er helaas 3 niet kon uitlopen. “Ik ben zelfs een keer afgevoerd met de ambulance. Bleek ik de ziekte van Pfeiffer te hebben. Niet echt een goede basis om een fikse inspanning te leveren”, weet hij.

Vader en zoon Nab combineren hun deelname aan de Vierdaagse met een andere hobby: geocaching. “Met de hulp van een GPS zoeken we naar ‘schatten’. Die liggen er genoeg langs de route. Alleen het ongemerkt vinden en loggen blijkt wat lastig in deze drukte. Maar met zogenaamd 'wildplassen' komen we een heel eind”, lacht het duo.

Adjudant Guus Hetharie

Adjudant Guus Hetharie van de marechausse heeft zijn recherchewerk drugsbestrijding op Schiphol even terzijde geschoven om samen met dochter Dakota lekker te wandelen. “Alweer voor de 14de keer, waarvan 9 maal individueel. En nu voor het eerst met mijn dochter, da’s wel zo gezellig.” Het duo heeft goed getraind, heeft geen problemen met warmte en ziet het op deze eerste dag dan ook helemaal zitten. Na een snelle selfie haasten ze zich dan ook weer op weg. “Zijn we tenminste lekker op tijd binnen.”

Majoor buiten dienst Hans Vrij

Majoor buiten dienst Hans Vrij neemt de tijd bij het waterpunt. “Ben er nu 2 jaar uit, daarvoor werkzaam bij de staf van de landmacht”, meldt hij kort en zakelijk. “Ik doe nu voor de 23ste maal mee aan dit geweldige wandelfestijn, waarvan de eerste 10 keer met een detachement. Als je alleen loopt heb je toch een hoop meer interactie met de mensen om je heen. Dat heeft voor mij toch iets extra’s. Maar sowieso is het een geweldig feest, dat lees je aan al die mensen af. En nog gezond ook, prachtig.”

Ben de Wit en Hans van der Pol

Ben de Wit en Hans van der Pol hebben even een rustige zitplaats gezocht om te genieten van een bakkie soep. “Kapitein bij de luchtmachtstaf, maar da’s alweer ruim 10 jaar geleden”, vertelt Ben. Samen met maatje Hans, een decennium geleden sergeant-1 bij de vervoersdienst van Defensie, loopt hij voor de 36ste keer deze Moeder aller Wandelmarsen. “En altijd uitgelopen hè. Want zo hebben we dat geleerd van onze ouders: als je ergens aan begint, ook afmaken.” Dat laat aan duidelijkheid niets te wensen over; ook dit jaar gaat dit ervaren duo de finish op de Via Gladiola halen.

Korporaal-1 Renate

In de verzorgingstent van het Korps Commandotroepen (KCT) prikt korporaal-1 Renate nog maar eens een blaar door van een onfortuinlijke wandelaar. “Om halverwege de eerste dag al blaren te lopen, dat gun je niemand”, zegt Renate. Een dag later zorgt de snel stijgende temperatuur voor een massale toeloop bij de KCT-post. Renate en collega Jeroen Stam hebben de handen vol aan de voetverzorging van zowel burgers als militairen. Jeroen heeft wel een idee: “Dat ligt volgens mij aan de nieuwe schoenen. De meesten vinden ze weliswaar enorm lekker lopen, maar je hoort ook klachten over met name de warmte van de schoen en enkele specifieke drukpunten waar versteviging is aangebracht. We zien hier dan ook opvallend veel blaren ónder de voetzool ontstaan.”

Soldaat Willem Koning

Reservist soldaat Willem Koning laat zich behandelen aan een enorme bloedblaar. “Vreemd, want vroeger had ik daar nooit last van. Onlangs nog de Kennedy-mars gelopen en geen centje pijn. Maar dat was wel op oude schoenen.”

Eerste luitenanten Karlijn Derks en Nikki van Raamsdonk

De luitenanten Karlijn Derks (luchtmacht) en Nikki van Raamsdonk (landmacht) treffen we op roze woensdag in Wijchen. De dames kennen elkaar van de opleiding en die band is gebleven. “We gaan beide voor de sportieve uitdaging”, zegt Nikki. “Voor Karlijn is het haar 5de, voor mij de eerste. Het stond altijd nog op mijn to-dolijst en dit jaar is het er dan toch van gekomen. Tot nu toe vind ik het fantastisch; de sfeer is supergoed en het lopen gaat me tot nu toe ook goed af. Het is best pittig, maar we slepen elkaar er doorheen.”

Adjudant Stef Meeldijk met echtgenote Monique

Adjudant Stef Meeldijk (marine) loopt deze 8ste keer samen met echtgenote Monique. “Da’s weer eens wat anders dan lopen in detachementsverband of in je uppie. Dit is wel zo gezellig en we hebben onderweg genoeg aanspraak.” Blaren of pijntjes? “Helemaal niks. Maar ik heb dan ook een lui lichaam, dat protesteert niet zo snel”, is de verklaring.

Sergeant-1 Marlona van Zanten en luitenant-ter-zee-2 Sara Voûte

Tijdens een opleiding zijn ze vriendinnen geworden. En nu lopen ze allebei voor de eerste keer mee. Sergeant-1 Marlona van Zanten en luitenant-ter-zee-2 Sara Voûte hebben het goed naar hun zin, al puffen ze menig zweetdruppeltje weg. “Het mag dan wel tropisch warm worden, maar uitlopen zullen we”, is de gedeelde belofte.

Kwartiermeester Menno Hofstra en sergeant Joost Vernooij

“Warm, blaartjes en veel pijntjes”, puffen kwartiermeester Menno Hofstra (Zr. Ms. Urk) en sergeant Joost Vernooij (Zr. Ms. Willemstad). “Op een schip loop je ongemerkt behoorlijk wat metertjes, maar dit is toch even iets heel anders. Valt tegen, zeker met die hitte.” Veel meer te melden heeft het tweetal eigenlijk niet en dus bikkelen ze manmoedig verder. Op naar het zo felbegeerde kruisje.