Tekst LTZ 2OC (SD) Djenna Perreijn
Foto SGTBDAV Sjoerd Hilckmann
Dubbelrol voor vlaggenschip Van Amstel tijdens Playbook Merlin 2025
Diep onder het koude water van de Oostzee beweegt een onzichtbare tegenstander. Boven het wateroppervlak speurt Zr.Ms. Van Amstel met al haar sensoren. Tijdens oefening Playbook Merlin 2025 jaagt het M-fregat op Zweedse en Duitse onderzeeboten. Met de NH90-maritieme gevechtshelikopter als verlengstuk van het schip test de bemanning haar onderzeebootbestrijdingscapaciteiten tot het uiterste. Als vlaggenschip van de Standing NATO Maritime Group 1 laat de Van Amstel zien waartoe de NAVO in staat is: gereed, verbonden en zichtbaar.
“Er heerst een kalme sfeer, hoewel met grote waarschijnlijkheid een onderzeeboot is gedetecteerd”, constateert Viktor, liaisonofficier van de Zweedse marine, als hij een kijkje neemt in de Commandocentrale (CoCe) van Zr.Ms. Van Amstel. “Er is geen stress; ze weten wat ze doen. Ik heb veel gevaren en ik maak het weleens anders mee.” De liaisonofficier is aan boord om te observeren en eventuele miscommunicatie tussen de Zweedse en Nederlandse collega's te beperken. Zweden is sinds anderhalf jaar officieel NAVO-lid. “Dat voelt heel natuurlijk; we waren altijd al Westers georiënteerd.”
Tactisch puzzelen
In de CoCe worden inderdaad niet meer woorden gewisseld dan nodig. Iedereen tuurt naar zijn computerscherm. Een rood puntje dat verschijnt is mogelijk de onderzeeboot. “Dat kan ik nog niet met zekerheid zeggen, maar mijn vermoedens zijn sterk”, stelt sergeant ODOPS Mitchell, assistent Commandocentrale Officier. Door zijn achtergrond bij de Onderzeedienst kan hij zich goed verplaatsen in de keuzes van de onderzeebootbemanning. “Ik vind het puzzelen met de complexe onderwaterwereld heel leuk. De Oostzee heeft veel waterlagen met verschillende temperaturen. Waar zou de onderzeeboot gaan zitten? Vooraf maak ik een inschatting van het bereik van onze sonar. Op basis daarvan bepalen we op welke diepte we die laten zakken. In kouder en gemiddeld iets zoeter water, zoals hier, is het bereik slechter. De onderzeeboot maakt ook zijn eigen, tactische keuzes. Op mijn scherm volg ik contacten, ook om te zien of die zich gedragen zoals verwacht. Achteraf evalueren we het met de collega’s van het hoofdkwartier van NATO Allied Maritime Command (MARCOM) in Northwood in het VK; daar is sowieso bekend waar iedereen precies zat.”
‘Er is geen stress’
Verrassingseffect
Een kwartier later stijgt de NH90 op om te zoeken op de plek waar de Zweedse onderzeeboot vermoedelijk vaart. De boordhelikopter beschermt als verlengstuk van de Van Amstel het hele SNMG1-vlootverband. De Tactical Coördinator (TACCO) bepaalt samen met de collega’s uit de CoCe waar moet worden gevlogen. Sensoroperator sergeant ODOPS Jolien overlegt met hem welke sensoren ze gebruiken. Zo kan de dipping sonar van de helikopter veel flexibeler en plaatselijker dan het schip zelf zoeken naar contacten onder het wateroppervlak. Jolien: “Soms zetten we veel in, soms juist bewust niets. Als een onderzeeboot niet weet dat we er zijn, kan het verrassingseffect in ons voordeel werken.”
Actie-reactie-tijd
De commandant van Zr.Ms. Van Amstel is tevreden over het verloop van Playbook Merlin. “We doen hieraan mee om 3 redenen: de NAVO-samenwerking versterken; onze eigen vaardigheden in onderzeebootbestrijding vergroten; en Rusland afschrikken”, vertelt kapitein-luitenant ter zee Sjors ter Veen. “De samenwerking met Zweden is nieuw. Ik merk dat de Zweden zich de NAVO-procedures heel snel eigen maken. Vorig jaar konden we tijdens deze oefening nog niet veilig communiceren. Nu hebben zij de meest moderne variant van ons communicatiesysteem. Zweden had, net als Finland, altijd een neutraliteitsbeleid. Ze beseften indertijd dus goed dat niemand een conflict voor hen zou oplossen. Daardoor zijn ze van oudsher enorm professioneel en gedreven. Hun actie-reactie-tijd is zodoende veel korter dan de onze. Onze bedrijfsvoering stamt uit een vredestijd, waarin we ons veilig waanden: ‘Gebeurt het niet vandaag, dan morgen’. De Zweden willen het ‘gisteren’ al geregeld hebben: ‘Want we kunnen vandaag aangevallen worden’.”
‘Enorm professioneel en gedreven’
Perfecte schuilplaats
De Zweden varen in het SNMG1-vlootverband mee met HSwMS Helsingborg. Ter Veen: “Daarmee vullen we elkaar goed aan, want het is een futuristisch schip, geschikt voor operaties dicht onder de kust. Zweden richtte zich altijd al op de verdediging binnen de eigen kustwateren. De duizenden eilandjes vormen daar namelijk een perfecte schuilplaats voor onderzeeboten. De Helsingborg kan in dat gebied snel toeslaan en met 40 knopen weer wegschieten. Ze hebben alle knowhow over dit gebied. Hoe meer we samenwerken, hoe meer informatie we kunnen delen.” Voor open water is het 47 meterlange schip minder geschikt. “Het heeft een beperkt uithoudingsvermogen en bij hoge golven kunnen bijvoorbeeld antennes beschadigd raken.”
Topsport in teamverband
Volgens commandant Ter Veen is Playbook Merlin voor de bemanning een bepalend onderdeel van hun NAVO-deployment. “Nu het zusterschip Zr.Ms. Van Speijk nog aan de kant ligt, is de Van Amstel het enige Nederlandse marineschip dat gespecialiseerd is in onderzeebootbestrijding. We kunnen onszelf prima verdedigen, maar Anti-Submarine Warfare (ASW) is onze core business. En iedereen weet dat het er momenteel echt toe doet, nu we daadwerkelijk worden ingezet om Russische onderzeeboten te volgen. We wisselen dus oefeningen af met echte inzet. Ondanks dat de bemanning regelmatig wisselt, worden we toch nog elke keer beter. ASW is topsport in teamverband. Je moet investeren in je conditie, vaardigheden, individuele skills én denken aan het complexe teamverband met andere schepen en vliegtuigen. Ook die van bondgenoten. We moeten de Eredivisie aankunnen. En na deze oefening moeten we kunnen winnen.”
‘Oefening én echte inzet’
Extra uitdagingen
Vaardigheden naar een hoger niveau tillen kent in de Oostzee extra uitdagingen. “Het is hier veel ondieper dan in de Atlantische Oceaan of de Noordzee, waar we meestal ASW trainen”, vervolgt Ter Veen. Bovendien is het zoutgehalte hoog en – zoals gezegd – zijn er veel lagen met temperatuurverschillen. Deze karakteristieken veranderen ook nog eens snel, omdat ze samenhangen met het weer. Allemaal variabelen waardoor we de eerste 2 dagen van de oefening druk waren met testen op welke dieptes en op welke vermogens de sonar het beste bereik heeft. De NAVO hecht veel waarde aan de capaciteit om onder alle omstandigheden onderzeeboten te kunnen bestrijden. Omdat we nog niet zo bekend waren met deze condities hier, stond de oefening dus hoog op onze prioriteitenlijst.”
Strategische boodschap
Een andere reden om onderzeebootbestrijding juist in de Oostzee te beoefenen, is wat de commandant strategic messaging noemt. “Er gebeurt hier meer dan in het Noord-Atlantisch gebied of de Noordzee, omdat deze wateren militair en civiel intensief worden bevaren door Rusland. De havens van Sint Petersburg en Kaliningrad liggen vlakbij. Strategische havens waar onderzeeboten liggen en veel koopvaardijschepen vertrekken. Zo’n 70 tot 90 procent van de olie die Rusland vervoert, gaat door de Oostzee. Dat mag, maar ze verkopen ook aan landen die per vat boven de toegestane embargo-prijs betalen.”
Verder ligt hier kritieke, kwetsbare onderzeese infrastructuur, zoals datakabels die belangrijk zijn voor het internetverkeer. Ter Veen: “Daar is eerder al aan gerommeld, maar we kunnen niet met zekerheid zeggen of dat om Russische sabotage gaat.” Als de Van Amstel Russische schepen tegenkomt, houdt het fregat overigens gepaste afstand. “Het is belangrijk om ons hier te laten zien: showing the force. We provoceren niet, maar laten wel zien: als je kwaad in de zin hebt, kunnen we je raken.”
Complex proces
In de Commandocentrale zakt de spanning even weg. Even leek alles te kloppen, totdat het rode puntje op de schermen geen onderzeeboot, maar een stil obstakel op de zeebodem bleek te zijn. Liaisonofficier Viktor stapt daarop even naar buiten. “Ik merk dat we nu echt onderdeel van de NAVO zijn”, vertelt hij vervolgens. “Integreren is een behoorlijk complex proces, we krijgen steeds nieuwe systemen en procedures. Maar je zult zien dat we volgend jaar tijdens de oefening nog beter geïntegreerd zijn.”
En terwijl hij goedkeurend om zich heen kijkt: “Ik had niet verwacht dat dit schip meer dan 30 jaar oud is. Alles is zó gemoderniseerd. Ik verdwaal regelmatig; mijn eigen schip is maar 47 meter lang”, voegt hij lachend toe. In de Commandocentrale schuiven de stoelen op dat moment alweer dichter naar de schermen. Want ook al eindigt een bepaald spoor op de zeebodem, de jacht gaat onverminderd door.