Column Commandant Zeestrijdkrachten
Aan het einde van dit bewogen jaar kijk ik terug op een maritieme werkelijkheid die scherper en complexer is dan mij lief is. Dat begint heel dicht bij huis. Rusland omzeilt met zijn schaduwvloot internationale sancties om de oorlog in Oekraïne te financieren. Deze koopvaardijschepen lanceren bovendien drones en zijn ongecertificeerd en onverzekerd. Ze vormen daarmee op de Noordzee een risico voor onze veiligheid, zowel in de zin van safety als security.
Tegelijkertijd zetten Russische onderzoeksvaartuigen bewust koers langs onze vitale infrastructuur in de Noordzee. En op het moment van schrijven vaart er weer een Russische onderzeeboot door ons deel van de Noordzee. Het is een geopolitieke schaduwwereld die zich afspeelt op en onder het water; het maritieme domein dat zo cruciaal is voor onze vrijheid, economie en energievoorziening.
Ook wereldwijd zie ik de dreiging toenemen, niet in de laatste plaats in het Caribisch gebied. De oplopende spanningen tussen de Verenigde Staten en Venezuela leiden tot onrust op de ABC-eilanden. Ook dit vraagt om zorg, alertheid en aanwezigheid van onze collega’s ter plaatse én van Nederland als geheel – dus ook van de Koninklijke Marine.
Al deze ontwikkelingen sterken mij in de overtuiging dat wij als marine altijd gereed moeten staan. Of we nu uitvaren op de Noordzee, opereren in het Caribisch gebied of oefenen in Noord-Noorwegen: overal krijgen we te maken met toenemende dreiging en onvoorspelbaarheid. Om de marine nog beter voor te bereiden op wat op ons afkomt, heb ik bij mijn aantreden 7 doelstellingen geformuleerd. Tijdens verschillende sessies, door de hele organisatie heen, heb ik deze doelstellingen toegelicht en ben ik met velen van jullie in gesprek gegaan over wat dit voor jullie werk betekent.
Tijdens die gesprekken viel mij een aantal zaken op. Ten eerste: iedereen (militair, reservist en burger) voelt de dreiging en begrijpt dat die gevolgen heeft voor wat we doen en hoe we ons werk doen. Ten tweede: er leven nog veel vragen over de oorlogsorganisatie die we opbouwen en over de grote hoeveelheid nieuwe collega’s die we de komende jaren moeten gaan verwelkomen en opleiden. Ten derde: de werkdruk neemt nu al voelbaar toe door de omvang van de opgave waar we voor staan, terwijl de boeggolf van grote veranderingen nog maar net op ons af komt.
Kon ik al deze vragen volledig beantwoorden? Nee, dat niet. Niet alles is nu al duidelijk, niet voor de marine, en ook niet voor mij. Soms zijn we afhankelijk van besluitvorming elders, binnen of buiten Defensie. Maar ook als de wereld om ons heen duidelijk en voorspelbaar zou zijn, dan nog is de opgave te groot om als individu alle vragen voor te blijven. De opgave is mensenwerk, een taak die we als team moeten oppakken om onze doelstellingen te bereiken. Zorgen dat onze eenheden samen met de bondgenoten klaarstaan om een conflict te voorkomen of – als dat mislukt – onze tegenstander succesvol het hoofd te bieden.
Dit alles vraagt om durf om het werk anders te organiseren, zodat dat we er op tijd klaar voor zijn. Durf om elkaar op te zoeken en samen beslissingen te nemen, soms ook door over de schaduw van het eigenbelang heen te stappen. Dat vereist vertrouwen in elkaar, in elkaars vakmanschap; als collega’s werken we aan hetzelfde doel. We kunnen het niet alleen; we hebben ieders inzet hard nodig. Dat was dit jaar zo en dat geldt ook voor komend jaar.
Weerbaarheid is een brede en gezamenlijke verantwoordelijkheid
Dezelfde ontwikkelingen zie ik ook bij onze internationale partners. Tijdens CHANCOM – het overleg met mijn collega-commandanten uit Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, België, Duitsland, Italië, Portugal en Spanje – spraken we over samenwerken op de Noordzee tegen toegenomen dreiging aldaar. Ook breder binnen de NAVO draaide het dit jaar om paraatheid en voorbereiding. Tijdens mijn bezoek aan MARCOM in het Engelse Northwood zag ik hoe intensief onze NAVO-partners eraan bijdragen om samen de zee en de Noordflank vrij, veilig en open te houden. Onze Koninklijke Marine doet dat net zo goed, ter bescherming van het NAVO-verdragsgebied, de Noordzee en de West. Daarnaast is er – en niet op de laatste plaats – de steun aan Oekraïne, waar Nederland een stevige rol in vervult.
Samenwerking is essentieel, ook nationaal. Met de maatschappij én met het bedrijfsleven zullen we flexibeler en efficiënter moeten samenwerken. De Nationale Weerbaarheidstraining is daarvan een mooi voorbeeld: vorige maand begonnen 125 deelnemers aan het investeren in hun eigen veerkracht en daarmee in die van Nederland. De diversiteit binnen deze groep laat zien dat de weerbaarheid van Nederland een breed en gezamenlijke verantwoordelijkheid is.
Ook de samenwerking met het bedrijfsleven krijgt steeds meer vorm. Een mooi voorbeeld is het innovatieve onderhoud aan het patrouillevaartuig Zr.Ms. Holland. Het afzinken van een ponton en het opvaren en zelfs verrijden naar de hal in Krimpen aan den IJssel was een maritiem hoogstandje én een krachtig bewijs van wat een hecht civiel-militair team kan bereiken. En we zouden al bijna vergeten dat het Combat Support Ship Zr.Ms. Den Helder nog maar kort geleden in dienst is gesteld. Voor onze operaties is de West leunen we nu al stevig op dit schip en haar bemanning.
Al deze ontwikkelingen raken ons allemaal: in hoe we opereren, hoe we onderhoud plegen en hoe we samenwerken. Het afgelopen jaar heb ik gezien hoe voortvarend we daar als marine mee om zijn gegaan. Dat maakt mij trots en geeft mij vertrouwen in de stappen die wij nog moeten maken.
Maar eerst staan het winterverlof, de Kerstdagen en Oud & Nieuw voor de deur. Gebruik deze komende periode om op te laden en te genieten van de welverdiende rust, samen met vrienden en familie. Voor iedereen die tijdens de feestdagen op post is: stay safe en zorg goed voor elkaar!
Vice-admiraal Harold Liebregs
Commandant Zeestrijdkrachten