10

Dit artikel hoort bij: Alle Hens 06

Zoon stapt bij Mijnendienst in moeders voetsporen

Tekst André Twigt
Foto John van Helvert

Zelfde schip, zelfde hut, zelfde werk

Er zijn zat zoons of dochters van wie de vader of moeder ook bij de marine werkt. Maar een zoon die 27 jaar later in dezelfde functie, op hetzelfde schip èn in dezelfde hut belandt, komt veel minder voor. (Staf)adjudant LDGD Sandra en zoon korporaal LDGD Rowan overkwam dit toeval. Zij diende en hij dient als Algemeen Militair Verpleegkundige (AMV) op de mijnenjager Zr.Ms. Schiedam. Van hun tijd aan boord, toen en nu, hebben beiden geen moment spijt. Sandra: “Als korporaal heb je vaak de leukste functies.“

Sandra en Rowan aan het werk met een patiënt.
Aan boord van Zr.Ms. Schiedam laten Sandra en Rowan zien hoe het er in de behandelruimte aan toe kan gaan.

Dat Rowan als verpleegkundige bij de marine zou gaan werken, stond voor hem sinds Groep 8 al vast. Iedere keer als zijn moeder over haar belevenissen op de woelige baren begon, spitste hij zijn oren en stelde zich voor hoe de wereld van de marine eruit zou zien. De gezellige sfeer en hoe het is om met de bemanning een soort van tweede familie te vormen. Ook het helpen van mensen in nood sprak hem aan. En natuurlijk vreemde landen bezoeken. Toen hij zijn school had afgemaakt, solliciteerde Rowan. En met succes: hij werd aangenomen. 

Defensieminister Kajsa Ollongrene en Rowan poserend met de ‘coin’.
Voor zijn verdienste ontving Rowan uit handen van toenmalig defensieminister Kajsa Ollongren de ministeriële ‘coin’.

Gladstrijken

Na 45 weken Algemene Militaire Opleiding (AMO) bij de marine en aansluitend de vaktechnische opleiding bij het Defensie Gezondheidszorg Opleidings- en Trainingscentrum in Hilversum, wachtte Rowan een leuke verrassing. Voor zijn medische stage mocht hij begin vorig jaar met Zr.Ms. Tromp mee op wereldreis. Tijdens deze 6 maanden-durende trip, langs exotische havens als Mumbai, Singapore, Jakarta, Busan en Nagasaki, maakte Rowan voor het eerst in de praktijk kennis met de marine.

Hij werd meteen in het diepe geworpen, toen een collega met hartklachten moest worden afgevlogen naar een ziekenhuis in Hong Kong. “Dat was een spannend avontuur!”, aldus Rowan, die niet over het vereiste visum beschikte. “5 minuten na aankomst in het ziekenhuis stond er een grensbeambte voor mijn neus. Gelukkig was er de consul-generaal van de Nederlandse ambassade die een en ander snel glad wist te strijken. Dat was nodig, want echt vriendelijk was die beambte absoluut niet.”

Rowan neemt in de duiktank de bloeddruk van een patiënt op.
Als AMV’er aan boord van een mijnenjager moet je van vele markten thuis zijn. Begeleiding van een patiënt in de duiktank hoort er ook bij.

Leuke verrassing

Na 4 dagen in Hong Kong keerde Rowan terug naar de Tromp. De patiënt was inmiddels overgenomen door medici van de luchtmacht, die hem naar Nederland begeleidden. Aan boord wachtte Rowan een leuke verrassing. Voor zijn inzet ontving hij uit handen van toenmalig minister van Defensie Kajsa Ollongren een ministeriële coin. De bewindsvrouw bracht in de haven van het Zuid-Koreaanse Busan een bezoek aan het luchtverdedigings- en commandofregat. Net als Rowan was Sandra best trots. Niet iedere beginnende marineman ontvangt een waardering van de hoogste leiding.

Daarnaast vond Sandra het best goed van Rowan dat hij vrij gemakkelijk de AMO en de medische vakopleiding doorliep. Als marinevrouw weet zij precies wat daarbij komt kijken. “Beide opleidingen zijn best pittig. Al met al is het hem toch maar mooi gelukt.” Daarbij is korporaal-verpleegkundige bij de marine een zeer verantwoordelijke functie. Zeker op een mijnenjager, waar je de enige medisch opgeleide bent. “Je mag mede daardoor meer dan een burgerverpleegkundige”, vult Rowan aan.

de Schiedam op een ruige zee.
Zr.Ms. Schiedam trotseert de elementen. (Foto: Rowan)

Nauwelijks iets veranderd

Voor Sandra is haar tijd aan boord van de Schiedam inmiddels lang geleden. Toch staat de Mijnendienst van toen haar nog goed voor de geest. Zo deelde zij de hut ‘met z’n zessen’ in plaats van 4, wat nu op zo’n klein schip best een enorme verbetering is. De behandelkamer van de ‘ziekenpa’ of ‘ziekenma’ (de benamingen aan boord) is overigens nog wel grotendeels hetzelfde. “In al die jaren is er nauwelijks iets veranderd.”

Sandra weet nog precies hoe zij zelf bij de marine verzeild raakte. Ze liep er stage als doktersassistente, waarna ze solliciteerde als verpleegkundige. Na haar opleiding werkte ze bij de Mijnendienst, waar ze niet alleen op de Schiedam, maar ook op de Harlingen, de Vlaardingen en de hydrograaf Blommendal voer. Ook werkte ze op het logementschip Thetis als duikziekenverpleegster. Verder vervulde zij gedurende 17 jaar verschillende functies op voornamelijk de Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn en bij de Sociaal Medische Dienst in Driehuis.

Sandra en Rowan poserend bij het anker van de Schiedam.
Rowan heeft er geen cent spijt van dat hij bij de marine in de voetsporen van zijn moeder trad.

Vormgeven medische keten

In 2006 werd Sandra uitgezonden naar Afghanistan, waar zij op de Duitse basis in Mazar-e-Shariff met een aantal Nederlanders het Patient Evaluation Command Centre runde. “We coördineerden onder meer alle medisch helikopterbewegingen. Er waren dagen bij dat we het daar heel druk mee hadden.”

Na Afghanistan was Sandra 3 jaar chef d’equipage en vakoudste bij de Geneeskundige en Personele Zorg in Den Helder, gevolgd door een gelijke periode als stafadjudant van de Defensie Gezondheidszorg Organisatie in Utrecht. Momenteel houdt zij zich in Doorn bezig met het vormgeven van de medische keten voor het Force Design Building van het Korps Mariniers.

Een patiënt wordt zogenaamd onderzocht in de behandelkamer.
Sinds de tijd dat Sandra op de Schiedam voer, is er in de behandelkamer weinig veranderd.

Hoop vrienden

Sandra geeft toe dat de marine thuis aan de eettafel vaak het gesprekonderwerp is. Ze waakt er voor daarin niet door te slaan. “Mijn jongste zoon van 21 heeft geen binding met de marine. Hij gaat liever het onderwijs in; een beroepstak waarin ook grote tekorten zijn.”

Dat Rowan door zijn moeder voor het militair-zijn heeft gekozen, is een beslissing die hem nog dagelijks gelukkig maakt. Het leven op een mijnenjager is precies wat hij ervan verwachtte. Als AMV’er heb je een uitzonderlijke baan, die je met het grootste deel van de scheepsbemanning in aanraking brengt. “Een verkoudheidje hier, een verbandje daar. Als verpleegkundige ben je aan boord een eenling. Maar wel een met een hoop vrienden.”

Net naambord van de mijnenjager Zr.Ms. Schiedam.