Column Commandant Zeestrijdkrachten
Ik denk dat ik namens heel Defensie spreek als ik zeg dat wij trots mogen zijn op alle militaire en civiele veiligheidspartners die de afgelopen maand gezamenlijk de NAVO-top 2025 tot een succesvol einde hebben gebracht. Een gigantische veiligheidsoperatie, van een omvang die in Nederland niet eerder is vertoond. De bijdrage van de Koninklijke Marine was daarbij van onschatbare waarde. Dagelijks werd ik op het Marinehoofdkwartier bijgepraat over de inzet van onder andere duikers in Scheveningen, mariniers op Schiphol en in Den Haag en de schepen op zee voor de kust.
Wij hebben als Nederland én als marine een visitekaartje afgegeven. En dat vind ik niet alleen: alle partners die ik spreek, nationaal en internationaal, zijn louter lovend. Niet alleen over de uitstekende organisatie en beveiliging, maar ook over de politieke uitkomst. De zogenoemde The Hague Pledge is gerust historisch te noemen. Alle NAVO-lidstaten hebben afgesproken om 5 procent van hun bruto binnenlands product te besteden aan onze defensie, onze collectieve verdediging.
En dat extra geld is hard nodig. Nodig om onze krijgsmacht te laten groeien, zodat we straks klaar zijn om de Nederlandse belangen en die van onze bondgenoten te beschermen, waar ook ter wereld. Voor ons als marine betekent die groei onder andere: meer (kapitale) munitie; meer onbemande systemen; verbetering van de veiligheid (operationeel én op onze kazernes); en bovenal: groei in mensen. Naast onze reguliere instroom moeten we steeds meer inzetten op horizontale instroom, om straks een stevig middenkader te hebben dat de marine onder alle omstandigheden kan leiden.
Ik realiseer mij dat dit geen kleine opgave is. Dat zou het 15 jaar geleden al niet zijn geweest en dat is het nu – terwijl de wereldwijde onveiligheid toeneemt en wij ons gezamenlijk voorbereiden op een mogelijk militair conflict – zeker niet. Tijd is momenteel onze grootste vijand; we moeten op alle fronten versnellen.
‘Tijd is onze grootste vijand; we moeten op alle fronten versnellen’
Alles wat wij doen moet hierop gericht zijn: elke dag beter voorbereid zijn. Dat vraagt om een andere manier van werken. Soepeler, opener en resultaatgerichter. Het vraagt om parate en goed onderhouden eenheden, een betere balans tussen burgers en militairen en het lef om keuzes te maken voor wat écht nodig is. Daar werken we samen, iedere dag, hard aan.
In de eerste helft van 2025 hebben wij als Koninklijke Marine – vloot, Korps Mariniers en ondersteunende eenheden – opnieuw laten zien dat wij onze verantwoordelijkheid nemen. Of dat nu was met onze ABNL-partner tijdens de NAVO-top, op de Noordzee, in het Caribisch gebied, in Noord-Noorwegen of tijdens de inzet van vlaggenschepen plus staf voor de permanente NAVO-vlootverbanden: wij stonden er. En dat maakt trots!
Ook de tweede helft van 2025 wordt operationeel én qua versnelling van onze voorbereidingen op structurele groei een uitdagende periode. Maar voordat dit zo ver is, eerst deze wens: een welverdiend verlof met vrienden en familie! De batterij opladen, zodat wij ook straks weer verder kunnen. En voor iedereen die deze zomer doorwerkt: stay safe!
Vice-admiraal René Tas
Commandant Zeestrijdkrachten