07

Dit artikel hoort bij: Alle Hens 8

Zeekadetten anders dan scouting

Tekst André Twigt
Foto ZKKNL

66 jaar een opstap naar de maritieme wereld

 Jongens en meisjes die zich aangetrokken voelen tot het water kunnen domweg niet om het Zeekadetkorps heen. Jeugd op speelse wijze kennis laten maken met de nautische omgeving en tegelijk interesseren voor een beroep in de maritieme sector vormde 65 jaar (plus 1 vanwege corona) geleden aanleiding om het Zeekadetkorps op te richten. Anno 2021 is die gedachte nog steeds springlevend.

Zelf heeft voorzitter Zeekadetkorps Nederland kapitein ter zee (TD) Bart Escher nooit spijt gehad van zijn beslissing om zeekadet te worden. Hij heeft er naar zijn zeggen een mooie carrière bij de marine aan te danken. “Weten wat je wilt worden, start bij leren wat er te koop is. Bij de zeekadetten begin je bij het begin: knopen leggen, leren zeilen en wrikken, oftewel: roeien met een riem achter het schip.” Allemaal bezigheden die plaatsvinden op de wekelijkse korpsdagen, die steevast op de zaterdag worden gehouden.

KTZ (TD) Bart Escher voor de Betelgeuze, het korpsschip van de Zeekadetten Rotterdam. (Foto: Jarno Kraayvanger)

Nederland is een zeevarende natie

Bagage voor maritiem beroep

“Wij zijn anders dan scouting”, aldus Escher. “We verschillen in dat doorkijkje naar een beroep op of om het water. Dat willen wij de mensen bieden. Bij de waterscouts leer je ook zeilen en op sociaal en maatschappelijk vlak zijn er zeker overeenkomsten tussen beide. Verschil is dat wij aan boord van onze schepen jongeren de kans bieden hun talenten en competenties op nautisch gebied te ontwikkelen. Met die bagage zouden ze op termijn kunnen kiezen voor een maritiem beroep.”

Mensen hiervoor enthousiast maken is volgens Escher begonnen uit pure noodzaak. Nederland is een zeevarende natie. Een groot deel van onze welvaart hebben we aan het water te danken. “Onder meer de binnenvaart, de zeevaart, water- en scheepsbouw, maar natuurlijk ook de Koninklijke Marine, bieden mooie kansen. Je kunt kiezen voor een zuiver varend beroep, maar aan de wal zijn er ook legio functies zoals lasser of elektrotechnicus.”

Een potje koken maakt uiteraard ook onderdeel uit van het leven op de golven.

Schot in de roos

Om de rol als nautische promotor zo goed mogelijk te vervullen, onderhoudt het Zeekadetkorps nauwe banden met de Koninklijke Marine, met de zeevaartscholen en de binnnenvaart.Ook is er een warme band met de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR). Deze club was 66 jaar geleden al betrokken bij de oprichting van het Zeekadetkorps. Toentertijd was dat uit nood geboren.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de marinen en de zeevaart hard geraakt. Om het imago op te vijzelen, kwamen de Engelsen op het idee om het nautische beroep aantrekkelijk te presenteren. Dat bleek een schot in de roos, dat navolging kreeg. Veel Europese landen, waaronder Zweden en Belgie, hebben zeekadetten. Maar ook in Hong Kong, Japan, de VS en Canada vind je ze. “Er is een overkoepelende organisatie, de International Sea Cadet Association, die alle 20 betrokken landen bindt.”

Eer van je werk

Volgens Escher, in het dagelijks leven werkzaam bij de Directie Internationale Aangelegenheden van het ministerie van Defensie, kiest 40 tot 45 procent van de zeekadetten op enig moment voor een maritiem beroep of opleiding. Of ze die afmaken houdt de kolonel niet bij. Net zo min of een zeekadet in een latere fase alsnog in de nautische sector terechtkomt.

Welk percentage naar de marine gaat? “Dat varieert wat, maar het gemiddelde zit rond de 10 procent, werkzaam in alle rangen, standen, korpsen en dienstgroepen. Als je hoort dat iemand zeekadet is geweest, voel je je wel trots. Je hebt dan eer van je werk.”

Zeilen leer je bij de zeekadetten.

Mooie ervaring

Om zeekadetten zoveel mogelijk aspecten van het maritieme beroep mee te geven, maken ze geregeld uitstapjes naar onder meer bedrijven en de nautische leerscholen, waar ze kennis maken met simulatoren, een brandje blussen of met reddingsmiddelen in het water springen. Op Marinebasis Den Helder staat natuurlijk de KM centraal. Nu corona op een iets lager pitje staat, zijn scheepsbezoeken weer toegestaan. Zo was een delegatie onlangs te gast op de mijnenjager Zr.Ms. Schiedam.

“Voor die jongelui is aan boord zijn van een operationeel schip een mooie ervaring.” Volgens Escher passen alle bezoeken bij het streven om de zichtbaarheid verder te vergroten. “Zo mogen we altijd bij de vergaderingen van de KNVR vertellen wie we zijn en wat we doen. Op die manier kunnen we vruchtbare contacten leggen.”

Het Zeekadetkorps Nederland telt 20 schepen, waarvan een groot deel afkomstig uit de marine-inventaris.

De ‘dames en heren’ krijgen ook normen mee

Marine is hoofdsponsor

Als grondlegger ervan draagt de marine veelvuldig bij aan het Zeekadetkorps Nederland. Diverse schepen, waaronder de patrouillevaartuigen Freyr en Bulgia en de inshore mijnenvegers Lacomble en Van Versendaal, gingen over. Evenals de mijnenvegers Sittard, Naarden en Roermond. En niet te vergeten het voormalige duikersvaartuig Pax en de waterboot Aquarius. 

De marine is de hoofdsponsor van de Zeekadetkorps. Zo is het kader tijdens het jaarlijkse landelijke zomerkamp steevast afkomstig van het varende krijgsmachtdeel. Bij die gelegenheid varen zeekadetten met hun korpsschepen van de ene locatie naar de andere om onder meer zeilwedstrijden te houden en kennis op te doen bij nautisch georiënteerde bedrijven. Verder treedt Commandant Zeestrijdkrachten vice-admiraal René Tas op als ambassadeur van de zeekadetten. Hij nam die functie onlangs over van ranggenoot Rob Kramer, die met functioneel leeftijdsontslag ging.

Uit de kinken

Escher vertelt dat het Zeekadetkorps openstaat voor jongeren tussen 9 en 23 jaar. Voor die leeftijdsopbouw is gekozen om iedereen op jonge leeftijd de gelegenheid te bieden kennis met de nautische wereld te maken. Daarbij krijgen de ‘dames en heren’ ook normen, waarden en vele begrippen mee. Met dat laatste kun je zeker je voordeel doen als je kiest voor een maritiem beroep, aldus Escher. “Ken je deze wereld, dan heb je al een ondergrond en kun je je meer op moeilijker leerstof richten. Het is maar dat je het weet.”