06

Dit artikel hoort bij: Alle Hens 8

‘Zonder onze inbreng stopt vrijwel alles’

Tekst Jack Oosthoek
Foto Phil Nijhuis

Seabased Support Group stille kracht van Korps Mariniers

De Seabased Support Group (SSG) is de stille kracht van het Korps Mariniers. Vanuit zijn thuishaven, de Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn, zorgt de logistieke eenheid ervoor dat operationele eenheden maximaal bevoorraad op oefening of missie kunnen gaan. De SSG geniet weinig bekendheid, wat vooral komt doordat veel militairen logistiek zien als iets vanzelfsprekends. Kijkje achter de schermen. 

10 jaar geleden opgericht na een efficiëntieslag die ten koste ging van het Amfibisch Logistiek Bataljon. De Seabased Support Group helpt de eenheden van het Korps om hun materieel te onderhouden, te beheren en levert voorraden en diensten. Denk aan voertuigen, wapens, munitie, radio’s, drones, chauffeurs en specialisten in munitiebeheer en gevaarlijke stoffen. “Als koppelvlak tussen land en zee regelen wij de tweedelijns logistiek voor de gevechtseenheden, die met welke amfibische operatie dan ook bezig zijn. Dat kunnen ze zelf ook, maar er zijn grenzen. Lukt het ze niet om bijvoorbeeld een voertuig of drone te herstellen, dan regelen wij dat. Waarbij het niet iets mag worden van ‘doen jullie het maar even…’. Elke eenheid is en blijft verantwoordelijk voor het eigen materiaal”, vertelt SSG-commandant majoor der mariniers Alain.

De SSG is van alle markten thuis; maakt niet uit aan welke amfibische operatie ze meedoen.

‘Wij houden het voorzettingsvermogen van het Korps in stand’

Vitale organisatie

Als voorbeeld van hoe de SSG reilt en zeilt, wijst de majoor naar de filialen van Albert Heijn. Die kan de grootgrutter prima bedruipen, maar initieel komen de voorraden toch écht van buiten. “Dat maakt ons tot een vitale organisatie, omdat wij het voorzettingsvermogen van het Korps in stand houden. Zonder onze inbreng stopt vrijwel alles”, beklemtoont Alain. 

Veel operationele eenheden kunnen erover meepraten. De Seabased Support Group ondersteunde onlangs de Marine Spearhead Task Unit, een eenheid die op 48 uur-notice staat om overal ter wereld te hulp te schieten bij calamiteiten. In dit geval ging het om het roerige Afghanistan. Ook kregen eenheden ondersteuning die na wéér een orkaan voor noodhulp naar het Caribisch gebied moesten.

‘Door een goede mix van operationeel en logistiek ervaren personeel kunnen we onze klanten adequaat ondersteunen’

Smeltkroes van culturen

De klussen van de Seabased Support Group worden geklaard door 113 man, zowel vlootpersoneel, mariniers als burgerpersoneel: een Navy Marine Corps-team. Het gaat om automonteurs, munitiebehandelaars, bevoorradingsspecialisten, ict’ers, cryptodeskundigen. Burgers staan ook op de loonlijst, waardoor de SSG de bekende smeltkroes van culturen is. “Door een goede mix van operationeel en logistiek ervaren personeel kunnen we onze klanten adequaat ondersteunen”, stelt Alain.

De mix is om nog een reden belangrijk. De SSG kampt met een gebrek aan munitiebeheerders, een probleem dat door het personeelstekort bij Defensie intern moeilijk valt op te lossen, legt Alain uit. “Daarom proberen we het buiten de poort. De sollicitatiegesprekken lopen volop, we hebben onlangs 2 burgers aangenomen.”

De SSG is geen bolwerk van militairen. Er werken ook burgers waardoor blijvende kennis van zaken is verzekerd.

‘Niets ten nadele van burgerpersoneel, het is met hen prima werken’

Tel uit je winst, maar daaraan kleeft evengoed een nadeel. Burgerpersoneel kan niet of moeilijk worden ingezet bij militaire operaties. “Als wij aan boord van bijvoorbeeld Zr.Ms. Johan de Witt of Rotterdam een Seabased Support Groupinrichten, blijven onze burgers thuis. Met die dynamiek hebben we te maken. Niets ten nadele van burgerpersoneel, het is met hen prima werken. Maar puur operationeel bekeken is het niet ideaal”, aldus Alain.

Best wat meer aandacht

Dit probleem speelde de SSG tot nu toe echter weinig parten, simpel omdat die in de tien jaar van zijn bestaan nog nooit trainde voor ernstoperaties. Terwijl dit juist essentieel is. “Zegt dit misschien wat over het aanzien van de logistiek?”, vraagt Alain zich af. “Het belang ervan wordt waarschijnlijk pas echt goed duidelijk wanneer de bevoorrading wegvalt en het voorzettingsvermogen van het Korps bij een inzet gevaar loopt. Als je iemands aorta dichtknijpt, stopt zijn lichaam met functioneren... Hoewel de focus begrijpelijk op het operationeel optreden ligt, mag de logistiek best wat meer aandacht krijgen”, aldus Alain, die overigens onlangs goed nieuws kreeg. Er zijn plannen in de maak voor een oefening waarin de SSG een rol kan spelen.

Na een lange periode van ‘droog staan’ komt er mogelijk een oefening aan voor de SSG.
MAJMARNS Alain (links) en AOOMARNALG Alexander. “We zijn een operationele organisatie.”

‘Het mooie aan dit werk is dat je ‘real time’ bezig bent’

Volgens Regimental Sergeant Major adjudant van de mariniers Alexander wordt de SSG onterecht beschouwd als een soort kazerneorganisatie. “Wij zijn echter evenals elke eenheid van het Korps operationeel.” Commandant Alain vergelijkt de positie van de SGG met die van een tankstation, waarvan de brandstofleidingen naar de pompen ondergronds liggen. “Ze zijn onzichtbaar, maar o zo vitaal.”

Waardevol 

Het neemt allemaal niet weg dat Alain en Alexander maar wat graag aan het roer staan van de Seabased Support Group. “Het mooie aan dit werk is dat je real time bezig bent. En ondersteunen is waardevol. Terwijl wij de logistiek verzorgen, kan de gevechtseenheid zich op zijn core business concentreren. Wij zijn inderdaad een soort stille kracht.” 

x
“Terwijl wij de logistiek verzorgen, kan de gevechtseenheid zich op zijn ‘core business’ concentreren.”