02

Dit artikel hoort bij: Alle Hens 8

‘Er klaar voor zijn als dat nodig is’

Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto SM Maartje Roos

Joint Warrior 21-2 geeft belangrijke amfibische impuls

De afgelopen weken was het maritiem spitsuur bij Noord-Schotland. 19 schepen van NAVO-landen, inclusief Nederland, namen deel aan een amfibische versie van de vermaarde Brits-geleide oefening Joint Warrior, editie 21-2 (JW21-2). Het was voor de Nederlandse eenheden sowieso alweer een jaar geleden dat er grootschalig op de grens van land en water werd geopereerd. Een steile leercurve maakte echter veel goed. Het mag geen verrassing heten dat het coronaspook ook binnen Joint Warrior rondwaarde. Hoe de KM daarmee omging haalde de kranten, maar volgens Commandant Netherlands Maritime Force (NLMARFOR) commandeur Ad van de Sande was hier goed over nagedacht.

Het ging bij JW21-2 niet om volledige oorlogvoering, maar om een Non Artikel 5-opdracht. De NAVO-bondgenoten schoten het denkbeeldige Greyzone te hulp, waar splintergroeperingen kritische infrastructuur hadden ingenomen. Aan de geallieerde eenheden de taak om de installaties op de extremisten te herwinnen en om er tegelijkertijd voor te zorgen dat er geen all out gewapende strijd zou losbarsten met prikkelbare omringende landen.

Zr.Ms. Rotterdam op Loch Ewe.

De VS, het VK, Frankrijk, Duitsland, Griekenland en Nederland brachten voor deze opdracht varende eenheden ‘op de been’. Ons land leverde zelfs een complete amfibische taakgroep, bestaande uit het Landing Platform Dock Zr.Ms. Rotterdam als vlaggenschip, het Joint Support Ship Zr.Ms. Karel Doorman, een hydrografische Expeditionary Survey Boat, landingsvaartuigen, Cougars en NH90’s van het Defensie Helikopter Commando, mariniers van 1 Marine Combat Group, een troop van het Duitse SeeBattalion en de Maritime Battle Staff van NLMARFOR. Ook haakte het M-fregat Zr.Ms. van Amstel aan, als onderdeel van de Standing NATO Maritime Group 1 (SNMG1). In totaal waren zo’n 850 landgenoten bij de oefening betrokken.

Zr.Ms. Van Amstel nam samen met de zusterschepen van SNMG1 deel aan JW21-2.

Hoog tijd

“Dit was voor het eerst sinds de amfibische oefening Dynamic Mariner 2020 in de Middellandse Zee dat we weer zo opereerden”, steekt commandeur Van de Sande van wal. “Dus was het hoog tijd voor een grote oefening met 2 amfibische schepen en ondersteunende eenheden, zoals mijnenjagers, mariniers en heli’s. Amfibisch opereren lijkt misschien niet heel moeilijk, maar er komt een hoop bij kijken. Zeker als je met veel nieuwe mensen werkt die dit nog niet vaker gedaan hebben. De eerste week hadden we een gladde zee en rustig weer. Zo konden we bijvoorbeeld prima de zogenoemde Wet & Dry Element Rehearsals (WADER) houden met onze mariniers.”

Commandant Korps Mariniers BRIGGENMARNS Jan Hut nam tijdens JW21-2 polshoogte bij de troepen.

Dat laatste betekent per landingsvaartuig van boord, overstappen op een ander vaartuig, aan land gaan en over het water of per heli weer terug aan boord. Tijdens die acties draait ook de bedrijfsvoering aan boord als een dolle. De Rotterdam en Doorman leverden 24/7 ondersteuning. Los van het vervoer naar land werden hier bijvoorbeeld ook de dry-out drills uitgevoerd. Van de mariniers die terugkomen wordt de kleding gewassen en gedroogd, ze krijgen te eten en zo nodig medisch behandeling en hun voorraden, zoals munitie, worden aangevuld. “Alles om te zorgen dat ze zo snel mogelijk weer inzetbaar zijn.”

Ontscheping van een Anaconda en een BV vanaf 2 LCU’s.

Pakte goed uit

‘Anders dan anders’ aan JW21-2 was nadrukkelijk deze amfibische component, daar waar het meestal om fregatten draait. Overigens bood het oefengebied bij Noord-Schotland de landing force in meteorologisch opzicht grote uitdagingen, zeker nadat het weer na een rustig begin van de oefening omsloeg. Voor mensen zonder zeebenen niet leuk, maar voor de oefenwaarde een karaktervolle toevoeging. Ten minste, als de landingsvaartuigen hun tochten naar land konden blijven maken, met aan boord vooral kleinere eenheden mariniers die zelfstandig opdrachten gingen uitvoeren. Van de Sande: “Ook dit dispersed optreden was nieuw voor ons tijdens zo’n grote oefening. Het wijkt af van het klassieke beeld van een grote amfibische landing, maar pakte goed uit voor de opdrachten die we moesten vervullen.”

Het oefengebied bood de landing force in meteorologisch opzicht grote uitdagingen.
Opdrachten werden vooral in kleine groepen uitgevoerd.

Extra uitdagend

Als andere belangrijke toevoeging aan de oefening, noemt de commandeur het gebruik van de onbemande MQ-9A Reaper, in gebruik bij de Britten. “Hiermee hadden we vanaf 7 kilometer hoogte zicht op alle eenheden, ook van de tegenstanders. Dit was voor ons nu een testfase. Ook 306 Squadron van de luchtmacht krijgt in de nabije toekomst de MQ-9A. Daar kunnen wij in het maritieme domein ook ons voordeel mee doen.”

Voor de Commandant NLMARFOR was ‘interoperabiliteit’ wel zo’n beetje ‘het woord van de week’, aangaande JW21-2. “Zo werkten we ook heel goed samen met andere taakgroepen, zoals met de mijnenjagers die Loch Ewe mijnenvrij moesten maken en de fregatten van de SNMG1 die op hun beurt onze taakgroep beschermden.”

Zicht op enkele van de 19 deelnemende schepen. Op de voorgrond het Britse vliegkampschip HMS Prince of Wales (R09).

Volgens de vlagofficier zorgden de Combat Enhancement Training (CET) en Force Integration Training (FIT) aan het begin van de oefening dat de neuzen snel dezelfde kant op stonden. “Tijdens deze CET/FIT-fase kun je weer even wennen aan elkaar. Vooral ook op het gebied van communicatie. Om dat extra uitdagend te maken, was er ook een periode dat we opzettelijk zonder satellietverbindingen werkten en dus ouderwets afhankelijk waren van radioverkeer. Dan kun je niet even een PowerPoint-presentatie of beelden in je briefing voor alle eenheden verwerken. Tevens was er GPS-jamming, waardoor navigatie werd bemoeilijkt.”

Mariniers zijn zojuist per NH90 aan land gebracht.

Vermoedelijke besmettingen

Dat iedereen na verloop van tijd vermoeid begon te raken, maar toch in staat moest blijven om het werk goed te doen, hoorde er volgens Van de Sande ook bij. “Maar daar kwam nog een mentale factor bij door corona”, voegt hij toe. “Toen mensen aan boord van vooral de Rotterdam verschijnselen vertoonden die op corona konden wijzen, vroegen anderen zich af of het wel veilig was aan boord en wat dit betekende voor de geplande havenbezoeken en de terugkeer huiswaarts. Dat doet wat met je. Na een paar weken hard werken wil je ook graag weer van boord. Mooie havens bezoeken, dat is ook ‘de marine’. De bemanning van de Rotterdam kon door de vermoedelijke besmettingen aan boord uiteindelijk ook niet passagieren in Dublin. Op de Doorman was de situatie gelukkig heel anders; de opvarenden daarvan konden in Cork wel van boord.”

De KM ‘zou de operatie belangrijker vinden dan de mensen’. “Onzin”, volgens CDR Van de Sande.

Risico’s zeer laag

Er was zelfs landelijk veel te doen om de ‘snotneuzen’ aan boord van de Rotterdam. Hoe kijkt de commandeur hier tegenaan? “Tijdens de eerste 3 weken van de reis ontwikkelden meerdere opvarenden klachten, zoals neusverkoudheid, hoesten en hoofdpijn. Met het advies van onze medische dienst om in bed uit te zieken, bleek dat nagenoeg alle patiënten binnen 24 tot 48 uur weer op de been te waren. Met de hoge vaccinatiegraad van circa 90 procent aan boord was de kans zeer klein dat iemand ernstig ziek werd en behandeling in een ziekenhuis nodig zou hebben.”In de media verschenen berichten als zou de KM de operatie belangrijker vinden dan de mensen. “Onzin”, volgens Van de Sande. “Natuurlijk was het niet zo dat we koste wat het kost door wilden gaan. We schatten de risico’s echter in als zeer laag en op deze manier konden we toch oefenen en varen; want uiteindelijk moeten wij er wel klaar voor zijn wanneer dat nodig is.”

Commandant NLMARFOR CDR Ad van de Sande

In de media verschenen berichten als zou de KM de operatie belangrijker vinden dan de mensen. “Onzin”, volgens Van de Sande. “Natuurlijk was het niet zo dat we koste wat het kost door wilden gaan. We schatten de risico’s echter in als zeer laag en op deze manier konden we toch oefenen en varen; want uiteindelijk moeten wij er wel klaar voor zijn wanneer dat nodig is.”

Dynamic Mariner 2021

Omdat de Britse Commander UK Strike Force tijdens Joint Warrior 21-2 geëvalueerd werd als Maritime Component Commandervoor de NATO Response Force 2011, heette de oefening ook Dynamic Mariner 2021.

Mariniers krijgen laatste instructies.

Een LCVP landt op de fraaie Schotse kust.

Mariniers bewegen zich door het prachtige Noord-Schotse landschap.

Mariniers in het voorterrein houden de situatie scherp in de gaten.

De eenheid staat op het punt om de ‘voorziening’ te herwinnen. De strijder rechts ruikt onraad.

Man tegen man.

Een gevangen genomen strijder is mee aan boord genomen.

Mooi werk voor de zeesoldaten, zo’n grote amfibische oefening.

Een FRISC keert terug in het dok.