Column Commandant Zeestrijdkrachten
Mijn eerste column als Commandant Zeestrijdkrachten en Admiraal Benelux. Net als mijn voorganger zal ik u op deze manier maandelijks bijpraten over ontwikkelingen en/of dilemma’s en overwegingen. U begrijpt dat er onvoldoende ruimte is om in deze column alle onderwerpen te behandelen. Dit betekent dat u zelf ook achter informatie moet aangaan. Als het ‘waarom’ van beslissingen of regelgeving niet duidelijk is, kom dan in de lucht bij uw leidinggevenden en spreek mij, de Chef der Equipage en andere leden van de Admiraliteitsraad aan, tijdens bezoeken of bij andere gelegenheden.
Zoals u in mijn dagorder heeft kunnen lezen, en misschien bij de commando-overdracht heeft gehoord, zijn mijn belangrijkste aandachtsgebieden: de missie, de mens en het thuisfront. Deze 3 staan niet in volgorde van prioriteit, maar vormen samen één geheel.
Nederland en onze bondgenoten moeten op ons kunnen rekenen. Bovendien gaan we niet voor een tweede plaats. We moeten kunnen vechten om te winnen: vandaar mijn aandacht voor de missie, welke missie dan ook. Opwerken voor taken en missies en het uitvoeren hiervan kunnen we alleen goed doen als we het als marinevrouwen en -mannen naar ons zin hebben en een team vormen waarbinnen iedereen zich op haar/zijn plaats voelt en wordt gewaardeerd. Die waardering geven, vergeten we wel eens en soms verslapt onze aandacht om iedereen binnen boord te houden. Daar moeten we met zijn allen aan blijven werken. Ook ons thuisfront verdient onze onverminderde steun en de komende tijd wil ik bekijken hoe de relatie tussen de marine en het thuisfront verder kan worden verbeterd.
‘We gaan niet voor een tweede plaats’
Ondanks beperkingen moeten we niet vergeten dat we nog steeds successen boeken. Denk aan de inzet van Zr.Ms. Holland bij Haïti, de inzet van onze mariniers in Irak, de inzet van NLMARSOF bij de evacuatie in Kabul, het succesvol gereedstellen van Zr.Ms. Tromp, BNS Leopold, BNS Narcis, Zr.Ms. Snellius, 21 Raiding Squadron, de oplevering van het Kraaiennest, onze succesvolle bijgedragen aan oefening Joint Warrior en Zr.Ms. van Amstel die zich bij de Standing NATO Maritime Group 1 heeft gevoegd. Ongetwijfeld vergeet ik een aantal successen. De marinehaven van Den Helder en de kazerne in Doorn zijn vrij leeg, omdat u allen het mogelijk maakt schepen, boten en marinierseenheden gereed te stellen en in te zetten en zo bij te dragen aan veiligheid op en vanuit zee. Bovendien heeft het kabinet extra geld toegevoegd aan het defensiebudget. Niet genoeg om alle plannen uit de Defensievisie 2035 uit te voeren en ons toekomstbestendig te maken, maar het helpt ons wel om de pijn van dringende knelpunten te verlichten. We hebben alle reden trots te zijn op wat we presteren.
Ik zie niet alleen de successen. Ik snap dat beperkingen op materieel-, personeels- en budgettair gebied het werk vaak erg complex en soms frustrerend maken. Net als u word ik er dagelijks mee geconfronteerd. Daarnaast zullen we met zijn allen de marine toekomstbestendig moeten maken, om ook de dreigingen van de toekomst aan te kunnen. Ik kom daar in een volgende column of via een andere weg graag eens op terug.
Kortom, ik zie geen rustige periode aan de horizon, wel een van hard werken aan een belangrijke taak waarmee we direct bijdragen aan de bescherming van wat Nederland dierbaar is: onze waarden, onze welvaart en ons welzijn.
Vice-admiraal René Tas
Commandant Zeestrijdkrachten