Tekst KAP Arthur van Beveren
Foto Video: AOO Arnoud Schoor
Anti Submarine Warfare-oefendoel vervangt dure onderzeeboot in oefeningen
Het opsporen van vijandelijke onderzeeboten is een belangrijke taak van zowel fregatten als helikopters van de Koninklijke Marine. Het trainen van personeel is echter kostbaar. De trainingstijd met onderzeeboten is beperkt en bovendien kostbaar. Een nieuw Anti Submarine Warfare-oefendoel rekent af met die problemen.
Ruim 2 meter lang meet het oranje oefendoel dat zich onder water voordoet als een daadwerkelijke onderzeeboot van enkele tientallen meters lang. Een onderzeebootjager krijgt een levensecht beeld op de sonarapparatuur. Het doel reageert realistisch op uitgezonden pings. 4 jaar geleden vroeg kapitein-luitenant ter zee Björn Kerstens om een dergelijk oefendoel. “Fantastisch dat ze er nu zijn”, vertelde de commandant van Zr.Ms. Van Amstel vlak voordat het schip begon aan een vaarperiode van 3 maanden.
Nut en noodzaak
De marine wachtte lang op de oefendoelen voor anti-onderzeeboottraining. Het systeem is bedoeld om goedkope, realistische en toegankelijke training overal ter wereld mogelijk te maken voor de operators van de lage frequentie LFAPS-sonar op de Van Amstel en Van Speijk en de HELRAS-sonar van de NH90-maritieme gevechtshelikopters. “De drone simuleert tijdens een training een onderzeeboot. Die is in verhouding goedkoop, draagbaar, herbruikbaar en geven binnen hun randkaders een realistische akoestische respons", vertelt kapitein-luitenant ter zee Paul Dröge, hoofd Bureau Onderwater Gevechtstechnologie. “Handig neveneffect is dat de oefendoelen achteraf inzage bieden in hun prestatie, waardoor de crew de training kan analyseren.”
In Den Helder werden operators getraind door medewerkers van de Franse fabrikant RTsys.
Race tegen de klok
De vaarperiode van Zr.Ms. Van Amstel werd als harde deadline voor het project gesteld. De Factory Acceptance Test (FAT) en Sea Acceptance Test (SAT) moesten succesvol zijn afgerond, de operators getraind in het programmeren, het onderhoud, het inzetten en ophalen van de onderwaterdrone. De drone moest operationeel afgeleverd worden voor het vertrek. “Het was spannend of het ging lukken”, vertelt Stefan Schut, medewerker onderwatergevechtstechnologie bij de Defensie Materieel Organisatie (DMO) en technisch adviseur voor dit project. “De geschiedenis wijst uit dat er altijd wel wat onverwachts gebeurt tijdens een aanschaftraject. Gelukkig is vorig jaar een dergelijk systeem door de DMO en TNO getest en zijn talloze bugs en issues opgelost.”
Kortcyclische testplannen
FAT’s en SAT’s lijken routineklussen, maar daar gaat een grondige voorbereiding aan vooraf. “Een goede verstandhouding met de fabrikant is hierbij essentieel”, benadrukt Schut. “In dit geval waren de doorlooptijden van de reviewronden extreem kort cyclisch. In één maand voor de eigenlijke testen zijn er drie reviewrondes geweest van zowel de testplannen als de trainingsplannen, waarbij ook het zomerverlof van veel mensen aan beide kanten voor logistieke uitdagingen zorgde.”
Toekomst
Nederland krijgt in totaal 4 oefendoelen, België 3. De Franse fabrikant RTsys levert ieder jaar 2 systemen. Het laatste Nederlandse systeem wordt in 2023 verwacht, het laatste Belgische in 2024. De verwachte levensduur van de onderwaterdrone is 10 jaar. Defensie zal steeds meer met onbemande en autonome systemen werken. Om de organisatie voor te bereiden op deze toekomst en vanwege haar huidige expertise in het onderhoud van het bestaande REMUS-systeem, is er voor gekozen om het zware onderhoud bij de Directie Materiële Instandhouding van CZSK te beleggen. Op deze manier doet de organisatie steeds meer kennis en ervaring op met de technische aspecten van verschillende onbemande systemen. Tegelijkertijd wordt het onderhoud op deze manier kosteneffectief en met kortere doorlooptijden opgepakt.
Bekijk een animatie van het ASW-oefendoel op Youtube.