Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto SGT Aaron Zwaal
Commandant Zeestrijdkrachten wil ‘de boel beter in balans brengen’
Wat een jaar, 2020. Je zou dit jaar maar de baas zijn van een organisatie met circa 10.000 werknemers die aan jou zijn toevertrouwd en die op jou rekenen. Vice-admiraal Rob Kramer maakte er het beste van, net als zijn eenheden en afdelingen. Maar tegelijkertijd kijkt hij ook verder de toekomst in en heeft hij een belangrijke boodschap: “We moeten beter in balans komen”. Daarvoor vraagt de vlagofficier om aanpassingsvermogen én om vertrouwen. In elkaar, maar ook in de leiding. “Ze mogen erop vertrouwen dat ik, kijkend naar de toekomst, beslissingen neem ter vergroting van zowel de slagkracht, als het welzijn van de mensen”.
‘Zij hebben ervoor gezorgd dat de ‘motor’ bleef draaien’
Eind 2020; wat een jaar was het. Hoe gaat het met de KM?
“Tja, ik leg het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid net weer op mijn bureau. Dat bracht me weer terug bij het noodlottig ongeval met een van onze NH90’s, waarbij 2 van onze collega’s, de vlieger luitenant ter zee 2OC (V) Christine Martens en de tactisch coördinator luitenant ter zee 2OC Erwin Warnies, om het leven kwamen. Een hoop persoonlijk leed dat er in hakt... Maar uiteraard moeten we door. En dan kan ik zeggen dat het ondanks de wereldwijde pandemie redelijk goed gaat. We hebben de lange oefenblokken voor het Korps Mariniers, zoals de bergtraining, en de grote vlootoefeningen bijna allemaal kunnen uitvoeren. Ook de amfibische oefeningen, in dit jaar dat wij de Amfibische Taakgroep voor de NAVO moeten leveren. Hierbij gaat veel dank uit naar de Directie Materiële Instandhouding (DMI). De mannen en vrouwen van DMI hebben onder moeilijke omstandigheden een prachtige klus geklaard. Zij hebben ervoor gezorgd dat de ‘motor’ bleef draaien. En dit kan mijns inziens alleen maar als er sprake is van vertrouwen en een hoge mate van flexibiliteit. Ga er maar aanstaan, als je sterk afhankelijk bent van marktpartijen die ook vaak genoeg te maken hadden met zieken of mensen in quarantaine.”
En hoe gaat het nu met de vlootvoogd zelf?
“Met mij gaat het goed. Maar dit jaar vormde een hele uitdaging. En dat het goed met mij gaat, heeft vooral te maken met de mensen om mij heen, met alle support van mijn persoonlijke staf, van mijn plaatsvervanger, schout-bij-nacht Huub Hulsker, en van het hoofd Geneeskundige en Personele zorg, kapitein ter zee (TA) Bart van den Heuvel. We hebben echt goede specialisten binnen ons krijgsmachtdeel en, eerlijk is eerlijk, ons personeel op zee en in het veld, of waar dan ook, heeft goed op de keuzes gereageerd, die wij keer op keer dachten te moeten maken. Vaak ook lieten we bepaalde keuzes over aan commandanten en hoofden van afdelingen, omdat zij als geen ander konden inschatten wat het effect was van RIVM-richtlijnen op hun specifieke schip of eenheid, onder de heersende omstandigheden. Op dit gebied is er geen one size fits all. ‘De commandant in zijn kracht’ laten, dat is ook hier belangrijk. Wat werkt bij een marinierseenheid, pakt anders uit op een mijnenjager. Dat was soms best even wennen voor het personeel, dat bij een andere eenheid soms andere maatregelen bemerkte, dan binnen de eigen bedrijfsvoering. Het belangrijkste was en is dat we, juist ook op deze manier, zo veilig mogelijk onze gereedheid op een acceptabel niveau houden. Dat is wat telt en dat is wat we gedaan hebben. En daar ben ik echt enorm trots op!”
Als thema voor het aflopende 2020 noemt u ‘vertrouwen’. Waarom?
“Vertrouwen staat aan de basis van alles wat we doen. Het is het meest wezenlijke onderdeel van de gedragscode van CZSK, van Defensie. En in deze tijd wordt dat op de proef gesteld. Je kunt van je personeel geen flexibiliteit verwachten als er geen vertrouwen is. Ook onderling; heb je ziekteverschijnselen, dan blijf je thuis en maak je geen contact met anderen. Ik heb weleens de indruk, hoe vervelend ook, dat er niet altijd vertrouwen is in de keuzes die ik maak als Commandant Zeestrijdkrachten. Ik denk dat dit ook te maken heeft met de mate waarin ik erin slaag het personeel te bereiken. Dat is geen sneer naar de afdeling Communicatie, maar geeft meer de complexiteit van interne communicatie aan. We leven in een informatietijdperk waarin veel mensen niet meer de moeite nemen om een ½ A4-tje of meer te lezen. Simpelweg omdat er zo ontzettend veel informatie op ons afkomt. Van alle kanten. Als je snel en flitsend bent in je berichtgeving, dan maak je de meeste kans dat je je mensen bereikt. En dat vind ik wel eens frustrerend. Met name ook omdat de wereld om ons heen zo snel verandert en daarmee ook onze organisatie. Als je goed aangehaakt wilt zijn, moet je geïnformeerd blijven. En daar hoort een actieve houding bij. Ik kan niet het hele jaar door ‘chocolade ankers’ versturen, als ik een belangrijke boodschap wil delen (wie heeft de bijbehorende clip bekeken?). Ik wil dan ook tegen onze mensen zeggen: luister, sta open en geef je mening, want als je niks meldt, weet ik ook niet wat er bij jou of je eenheid leeft. Klagen bij de koffie mag, maar stel altijd de vraag: “En wat heb jij er zelf aan gedaan?” Zorg dat je standpunt op de juiste plek gehoord wordt!”
‘Luister, sta open en geef je mening, want als je niks meldt, weet ik ook niet wat er bij jou of je eenheid leeft’
U prijst ieders flexibiliteit, maar hint toch op meer aanpassingsvermogen?
“Klopt. We moeten als KM de tering naar de nering zetten. En daar heb ik iedereen hard bij nodig! We gaan niet bezuinigen, ons budget blijft komend jaar hetzelfde. Maar we moeten er wel voor zorgen dat ons huishoudboekje op orde blijft. Een aantal zaken is duurder geworden; denk daarbij aan de arbeidsvoorwaarden, aan compensatie van extra diensten, maar ook aan de kosten van reservedelen en de snelle aanschaf van kleinere, belangrijke zaken voor eenheden. Het leven is duurder geworden. Allemaal kosten die we zelf opvangen. Dat dwingt ons om keuzes te maken in de dingen die we doen of hoe en waar we mensen inzetten. Zo zal er komend jaar minder personeel worden ingehuurd, zal er een mijnenjager tegen de kant gelegd worden, stellen we het onderhoud uit van een OceanGoing Patrol Vessel en schrappen we enkele oefeningen. Los daarvan moeten we ook eens goed gaan kijken naar de verhouding operationeel/ondersteunend. Teveel mensen zijn tegelijkertijd in opleiding. Daarbij vind ik het aantal staffuncties ten opzichte van de operationele plekken niet kloppen. Los van het budget, kunnen we onze slagkracht uitbouwen, als we de boel beter in balans brengen.”
Waren er verder nog lichtpuntjes, dit jaar?
“Ja, dan is toch het eerste wat in me opkomt de voorgenomen verhuizing van de mariniers naar Vlissingen. Ook hier hebben we, denk ik, toch goed laten zien dat we naar onze mensen luisteren. We hebben het gevecht geleverd en de verhuizing om kunnen buigen. Maar lichtpuntjes zien zit hem ook vaak in kleinere dingen. Zo had ik deze middag een gesprek met 2 enthousiaste duikers-in-opleiding, die zo vanuit de burgermaatschappij naar de marine zijn overgestapt. Ze waren dolblij met het ‘warme bad’ waar ze bij de Defensie Duikschool en de Defensie Duikgroep in terechtkwamen. Het is maar een voorbeeld, maar zo ga je met elkaar om, zo vang je jonge mensen op die bij onze prachtige marine willen komen werken! Laatst was er trouwens ook een kwartiermeester die nog met mij gevaren had toen ik commandant was van Zr.Ms. Evertsen. Hij had de dienst verlaten, maar komt nu weer terug. Hij miste de marine. Prachtig, toch?”
‘We hebben het gevecht geleverd en de verhuizing om kunnen buigen’
Verder nog iets, admiraal?
“Jazeker. Corona heeft gezorgd voor veel onzekerheid, bij ons allemaal. En natuurlijk is het niet leuk dat de Oostreis 'Fairwind 2021' bijvoorbeeld niet doorgaat. Maar we mogen toch echt wel koesteren dat wij ons werk hebben, ons inkomen en – als militair, dat besef ik – onze complete gezondheidszorg. Veel mensen in het land zijn er veel slechter aan toe. We moeten de storm nu samen afrijden. Hopelijk kunnen we in de eerste helft van 2021 dankzij vaccins en testen terug naar wat ooit normaal was. Dat wil overigens niet zeggen dat we alles weer gaan doen zoals voorheen. De uit nood geboren aanpassingen die goed uitpakten, daar gaan we wel mee verder. Meer thuiswerken bijvoorbeeld; het heeft nadelen, maar scheelt ook veel reistijd. En aaneengesloten, interne eerste opleidingen die voor een veel betere uitstroom zorgen. Ook daar ben ik erg enthousiast over.”
Famous last words?
“Blijf gezond, rust goed uit en maak er tijdens Kerst en Oud & Nieuw, ook in klein gezelschap, het beste van.
En natuurlijk alle goeds voor 2021! Ik heb er vertrouwen in.”