Tekst Vanessa Strijbosch
Foto SM Maartje Roos
NAVO-medaille ISAF - KLTZ Will Meurer
Medailles. Onlosmakelijk verbonden met de militair. Een officiële blijk van waardering. Ze vertegenwoordigen trots. Ze zijn een erkenning voor de onvoorwaardelijke inzet van de militair, soms met gevaar voor eigen leven. Elke medaille heeft een verhaal. In deze rubriek vertelt een militair over zijn of haar waardevolste onderscheiding. De andere kant van de medaille…
“Het ging je voorstellingsvermogen te boven. Het land lag werkelijk bezaaid met explosieven. We waren gedurende de hele missie 7 dagen in de week aan het ruimen.” Aan het woord is kapitein-luitenant ter zee Will Meurer (56). Hij was in 2005 en 2006 voor 5 maanden uitgezonden voor de ISAF-missie in Afghanistan (Mazar-e-Sharif). Destijds als LTZ 2OC in de functie van EOD-stafofficier. Alles wat met explosieve dreiging te maken had, kwam bij hem en de EOD-teams op het bordje.
Meer risico's
“Dit was een echte landmissie. We werkten samen met mariniers en eenheden van de landmacht. De voorbereiding was heel intensief. De drills moesten er goed in zitten. Ik ben bekend met spannend werk: explosieven ruimen, diep duiken. Dat was ook wel eens op de grens. Ik realiseerde me dat aan deze missie wel meer risico’s verbonden waren. Thuis hebben we daar niet echt expliciet over gesproken. Ik weet nog dat ik het nabestaandenboek samen met mijn vrouw heel ontspannen invulde.”
Verzadigd van explosieven
“We hadden nog geen Afghaanse bodem aangeraakt of we konden al aan de bak. Vers uit het vliegtuig werden we direct op een klus gezet. Er was een explosief gevonden bij de bouw van ons kamp en we waren meteen nodig. Toen realiseerde ik me al dat dit nog wel eens een drukke missie kon worden. En dat werd het ook: er ging geen dag voorbij dat we geen explosief tegenkwamen. Je kon het zo gek niet bedenken, het lag er allemaal. We zijn zelfs een plek tegengekomen waar tienduizenden stuks munitie bij elkaar lagen. Van raketten tot bommen en mijnen. Overal waar je keek, zag je explosieven.”
'Gebrek aan erkenning is killing voor mensen'
Bergplaats onder ziekenhuis
“Ik was constant op mijn hoede. Continu bedacht ik me dat dit ook nog wel eens fout kon aflopen. Ik had altijd het gevoel dat er een fragiele balans was. We kwamen op gekke plekken. Ik herinner me een schooltje, gebouwd in een vierkant. Er was 1 ruimte dicht gemetseld met modder. Er lagen allemaal explosieven in en de dorpsoudsten gaven aan dat er boobytraps in de ruimte lagen. De kinderen zaten er gewoon omheen. Dat maakte veel indruk op mij. Zo kwamen we ook bij een grote bergplaats onder een voormalig ziekenhuis. Het lag bijna tot aan de deur volgestapeld met een diversiteit aan munitie, enkele in zeer slechte toestand.”
Onzichtbare medaille
“Ik ben zeker trots op deze ISAF-medaille. Het was een bijzondere uitzending. Toch ben ik veel trotser op de onzichtbare medaille. Het is alleen jammer dat we die niet zien. Veel mensen bij het Duikbedrijf en de EOD maken in hun dagelijkse werkzaamheden heel veel mee. Ze redden levens, maar zien ook nare dingen. Dat doet wat met je. Zelf ben ik ingezet bij de ramp met de gekapseisde veerboot Herald of Free Enterprise in 1987. We waren de hele nacht bezig met het bergen van lichamen. Gelukkig konden we nog 3 mensen redden.”
Huilen als een klein kind
“Na een nacht hard werken stond ik de volgende dag gewoon weer op de lege kazerne gereed om de volgende explosiefmelding te doen. Dat voelde heel raar. Ik voelde me toen ook erg eenzaam. Na de Dakotaramp in 1996 ging dat eigenlijk net zo. Ik weet nog goed dat een collega van mij, een grote vent van bijna 2 meter lang, aan mijn bureau stond te huilen als een kind. Hij was niet uitgenodigd voor de herinneringsdienst en kon het daarom niet afsluiten. Een gebrek aan erkenning is killing voor mensen. Geef ook deze mensen de waardering voor het bijzondere werk dat ze dagelijks doen. Die erkenning zal ze echt goed doen.”