Sailplan 2030 zet 5 stippen op de horizon
De wereld wordt er niet veiliger op. De krijgsmacht opereert steeds meer in een onzekere en instabiele geopolitieke omgeving. Dat blijkt uit de vele conflicthaarden in de wereld, de bloedige opmars van terreurbewegingen, de instabiliteit aan en ver voorbij de grenzen van het NAVO-bondgenootschap, de immense vluchtelingenstromen en de laffe aanslagen binnen Europa. Ook zien we een verschuiving naar een multipolair systeem, waarin rivaliteit tussen de grote mogendheden de verhoudingen domineren. Sommigen streven zelfs naar een gefragmenteerde wereld, een wereld van ‘alles tegen iedereen’, om zich op basis van het principe van ‘verdeel en heers’ beter te kunnen manifesteren.
Gelet op deze ontwikkelingen is een economisch en militair sterk Europa meer dan ooit noodzakelijk. Een Europa dat in staat is eensgezind op te treden en haar buitenlands en veiligheidsbeleid indien nodig militair te ondersteunen. Een Europa waarbij de lidstaten op basis van internationale afspraken naar rato van hun economische draagkracht bijdragen aan het NAVO-bondgenootschap.
Als handelsland en exportland heeft Nederland een groot belang bij de zee. Oceanen, zeeën en zeestraten verbinden werelddelen. Het zijn de belangrijkste wegen tussen landen, waarover ruim 90% van de wereldhandel wordt vervoerd. Het zijn de toevoerroutes naar Rotterdam, de grootste haven van Europa. Onze belangen liggen bij het vrijhouden en beschermen van deze of nieuwe Sea Lines of Communication (SLOC’s). Deze drukbevaren scheepvaartroutes vormen namelijk de ruggengraat van de mondiale handel en daarmee van onze welvaart. Daarnaast zijn deze SLOC’s van immens strategisch en geopolitiek belang. Bij een grootschalig conflict tegen Europa zijn deze routes namelijk cruciaal voor de aanvoer van versterkingen en bevoorrading over zee. Dat was tijdens de Koude Oorlog al zo en dat geldt nog steeds.
'Willen we potentiële tegenstanders een stap vóór zijn, dan moeten we op alle fronten vernieuwend zijn'
Daarbij zien wij dat zich tussen nu en 2030 in Nederland diverse demografische en sociale ontwikkelingen doorzetten, zoals vergrijzing, een groter streven naar een goede balans tussen werk en privé, individualisering en arbeidsmobiliteit. Ontwikkelingen die bij de marine kunnen leiden tot schaarste aan personeel. Ook verandert de wereld door razendsnelle technologische ontwikkelingen. De exponentiële groei van technologieën, met de daaraan gekoppelde wapensystemen, biedt kansen, maar leidt ook tot nieuwe dreigingen. Dat vergt van Defensie een inhaalslag op het gebied van platform- en wapensystemen, doctrines, tactieken en bedrijfsvoering. Maar het vergt ook dat we vooruitkijken naar de marine van morgen, overmorgen en de verdere toekomst, door in te spelen op de geschetste ontwikkelingen en na te denken over de gevolgen van fenomenen als big data, 3D-printing, nanotechnologie en learning systems (robotisering).
Onze missie is het leveren van veiligheid op en vanuit zee. Daarvoor moet de marine wereldwijd in het gehele geweldspectrum kunnen opereren. Willen we potentiële tegenstanders een stap vóór zijn, dan moeten we op alle fronten vernieuwend zijn. Alleen op die manier kan een numerieke minderheid worden gecompenseerd zodat er een level playing field ontstaat met eventuele opponenten. Klein, maar dan moeten we wel fijn blijven. Hiervoor is een solide basis nodig om die vernieuwing te kunnen dragen. Dat wil zeggen een robuuste, maar tevens flexibele bedrijfsvoering en organisatie, die niet inert is als gevolg van gebrek aan eigenaarschap, starre regelgeving en stroperige processen.
Gegeven de vele veranderingen die op ons afkomen en de noodzaak om onze missie te kunnen blijven uitvoeren, moet de marine flexibeler worden. Het in volle omvang omarmen van de principes van de adaptieve krijgsmacht biedt ons de mogelijkheden om proactief, innovatief en slagvaardig op veranderingen te kunnen inspelen. Maar dat is niet genoeg. In deze onzekere en instabiele wereld is het belangrijk om een duidelijke koers voor ogen te hebben die ook op langere termijn de continuïteit en relevantie van de marine waarborgt.
Deze koers is vastgelegd in het Sailplan 2030 dat vandaag intern wordt uitgerold. Dit bedrijfvoeringsplan richt zich op 5 sporen, te weten Continuïteit, Bedrijfsvoering, Operatiën, Personeel en Materieel. Elk spoor heeft een ‘stip op de horizon’ voor het jaar 2030, met bijbehorende strategische doelstellingen om op koers te blijven en voortgang te blijven boeken. Want willen wij onze materiële en personele gereedheid echt verbeteren en toekomstbestendig zijn, dan moeten we dingen anders doen. Dan moeten we de grenzen verkennen om problemen op te lossen. Ook als het niet direct onze bevoegdheid of verantwoordelijkheid is. Dan moeten we eigenaarschap tonen of nemen en het woud aan regels vereenvoudigen om weer slagvaardig te zijn. Dan moeten we de regie herpakken en de marine meer in eigen hand nemen.
Luitenant-generaal der mariniers Rob Verkerk,
Commandant Zeestrijdkrachten