Tekst Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Foto John van Helvert

Splinternieuwe testset voor geleide wapens

In een klein doolhof van graswallen op de Helderse marinehaven worden vele geleide wapens onderhouden en getest. Van de marine, maar ook van land- en luchtmacht. Zelfs van bondgenoten. Sinds kort beschikken de technici over een splinternieuwe testset voor de geleide wapens van de marine. Daarmee is de Productgroep Missiles van de Directie Materiële Instandhouding klaar voor de toekomst.

De Productgroep Missiles is 1 van de 4 productgroepen binnen het doolhof aan de Chathamweg. Samen zijn ze onderdeel van Defensie Speciale Producten. Ook torpedo’s, geleide wapens van land- en luchtmacht, mortieren, klein kaliber-wapens, optronische en metrologische apparatuur en reddings- en overlevingsmiddelen van heel Defensie worden door deze afdeling van de KM in stand gehouden.

In zo’n 1,5 uur wordt de hele elektronica van een missile nagelopen. Van de ‘seeker’-kop tot de stuurvinnen zijn dat zo’n 1.000 signalen. Achter het missile is een ‘safety tube’ geplaatst. Mocht het missile onverwachts ontsteken, dan komen daar de uitlaatgassen terecht.

Kleiner, sneller switchen

Uiteraard zijn de veiligheidseisen streng. De bunkers en werkplaatsen worden periodiek gecontroleerd en onderhouden. Mobiele telefoons zijn er strikt verboden. Maatregelen die ervoor zorgden dat er sinds de start in de jaren ’70 nooit iets per ongeluk explodeerde.

De technici sluiten de testruimte van de Standard Missile 2(SM-2) en Evolved Seasparrow Missile (ESSM) ook hermetisch af tijdens ieder onderzoek. De proeven nemen ze af via de apparatuur in de controlekamer ernaast. Die is nu opeens nog maar voor de helft gevuld. “De nieuwe testset is niet alleen kleiner”, zegt locatiehoofd Peter van Dam, zichtbaar in zijn nopjes, “maar de ombouwtijd om te switchen tussen de 2 typen raketten is van 2 weken teruggebracht naar slechts een halve dag.”

In een klein doolhof van graswallen op de Helderse marinehaven worden de geleide wapens onderhouden en getest.

‘Technici konden nooit blind uitgaan van hun planning’

Verademing

Het is een verademing voor de hele werkvloer. Alhoewel het personeel voorheen rekening hield met de lange doorlooptijd, konden ze toch nooit blind uitgaan van hun planning. “De vorige apparatuur was zo ontzettend storingsgevoelig”, verzucht Ab Knol, manager van de productgroep Missiles. “Regelmatig kwam het voor dat we daardoor ook moesten doorwerken in de avonduren en weekenden. Het werk moest immers wel op tijd af, want de transporten van en naar het buitenland stonden dan al vast. Je kunt je voorstellen dat geleide wapens niet zomaar met elke vrachtwagen of vliegtuig mee mogen. Bovendien kunnen we hier beperkte voorraden houden. Uitlopen in de tijd was dus simpelweg geen optie.” 

Locatiehoofd Peter van Dam met een foto van de oude controlekamer. Dit model MK612 was erg storingsgevoelig. De nieuwe MK698 is dan ook een verademing.
De nieuw ingerichte werkplaats is sinds september operationeel. In december openden manager Ab Knol (l.) en directeur Materiele Instandhouding CDR (TD) Peter Knipping de ruimte officieel, in het bijzijn van de bondgenoten. (Foto: Herman Zonderland.)

Zekere voor het onzekere

Met het nieuwe staaltje techniek is de organisatie klaar voor de toekomst. Nu onderhouden en testen de medewerkers zo’n 250 geleide wapens per jaar, dat moeten er over 3 jaar circa 300 zijn. De wapens komen rechtstreeks uit de fabriek in Amerika of uit de opslag. Van Dam: “We testen ze altijd voor gebruik en nemen daarmee het zekere voor het onzekere. Ongebruikte opgeslagen geleide wapens controleren we periodiek op functionaliteit.” 

Medewerkers in dit deel van de productgroep onderhouden naast de SM-2 en ESSM ook de NATO Seasparrow Missile (NSSM, zie foto). Dit model heeft zijn eigen testopstelling.
Geleide wapens worden volgens strenge eisen verpakt en getransporteerd.

Samen investeren

De apparatuur is een gezamenlijke aanschaf van de Deense, Duitse, Noorse en Nederlandse marine. “Ongeveer 13 jaar geleden besloten de landen om samen te investeren in een testcentrum”, legt het locatiehoofd uit. “De keuze viel op Den Helder in verband met de goede bereikbaarheid en de ervaring die we hier al hadden op het gebied van werken met andere geleide wapens en munitie. Sinds de jaren ’70 onderhouden we hier al de Harpoons van Duitsland en Nederland. Later kwamen daar ook die van België, Denemarken, Griekenland en Portugal bij.”

De Defensie Speciale Producten, locatie Chathamweg, telt zo’n 100 medewerkers. Het werk aan de geleide wapens wordt gedaan door ruim 30 burgers en militairen, in 3 werkplaatsen.

‘Anders had het hele instandhoudingsproces platgelegen’

Pure noodzaak

De vernieuwing van de testopstelling was overigens pure noodzaak. “We zijn er op tijd bij geweest met de vervanging”, zegt Van Dam enigszins opgelucht. “Sommige reserveonderdelen waren gewoonweg niet meer verkrijgbaar. Ondanks alle storingen, bleven echte defecten gelukkig uit. Anders had het hele instandhoudingsproces platgelegen. Je kunt je niet voorstellen wat dat voor impact op onze missies had gehad…”

De luchtvochtigheid en temperatuur in de werkplaatsen zijn geoptimaliseerd voor het onderhouden en testen van geleide wapens. Op de foto een Harpoon.