Tekst Jack Oosthoek

SARC-training grote vuurproef voor scheepsbemanningen

x
KTZ Warnaar met de op achtergrond Zr. Ms. De Ruyter in de haven van Den Helder. (Foto: John van Helvert)
Het SARC-stappenplan is ‘lean and mean’. “Iedereen, van commandant tot jongste matroos, moet laten zien wat-ie kan.” (Foto: John van Helvert)

Het lijkt allemaal zo simpel. Een marineschip moet ergens een klus klaren. De bemanning komt aan boord en weg is het schip. Maar gaat dit ook werkelijk zo? Nee, totaal niet. Wat komt er allemaal bij kijken om een marineschip klaar te stomen voor inzet op het hoogste operationele niveau? Kapitein ter zee Arjen Warnaar, commandant Sea Training Command (C-STC) in Den Helder, legt uit. 

Marineschepen opwerken gebeurt op basis van ‘Sea Acceptance and Readiness Checks’ (SARC). Een stappenplan dat wordt afgewerkt onder de vlag van het Sea Training Command met als doel: varende eenheden klaarstomen voor crisis- en of oorlogsoperaties, kustwachttaken, acties tegen drugs-, wapen-, en mensensmokkelaars en anti-piraterij missies. Maar ook: humanitaire hulp na een natuurramp en reddingsoperaties voor vluchtelingen. Kortom; het grote werk. 

‘De bemanning krijgt een tsunami aan uitdagingen over zich heen’

Onder toeziend oog van trainers oefent de bemanning van Zr. Ms. Evertsen in brandbestrijding. (Foto: SM Gerben van Es)
Het embleem van Sea Train Command spreekt boekdelen: ‘Exerceo pro pugna’. Ofwel: ‘Ik oefen om te kunnen vechten’.
KTZ Warnaar: “SARC is 1 van de meest complexe en intensieve trainingen van de marine.” (Foto: John van Helvert)

Verschillende locaties

‘Lean and mean’ – snel, efficiënt, doelgericht –, dát is het kenmerk van de SARC-training. Voor een fregat duurt die 24 weken, voor een mijnenjager 26. Afhankelijk van het scheepstype vindt het SARC-traject op verschillende locaties plaats, onder begeleiding van teams van Sea Training Command. Een voorbeeld: Nederlandse en Belgische mijnenjagers oefenen vanuit het Belgische Zeebrugge; grotere varende eenheden en onderzeeboten ondergaan de laatste stappen van hun opwerktraject bij de ‘Flag Officer Sea Training’ (FOST) in Groot-Brittannië. “Maar in grote lijnen doorlopen alle Nederlandse en Belgische eenheden hetzelfde stappenplan”, zegt Warnaar.

‘Iedereen, van commandant tot jongste matroos, mag laten zien wat-ie kan’

SARC-trajectDe 6 fasen van SARC

Duur 24 weken

Zr. Ms. Evertsen tijdens de FOST voor de Britse kust. (Foto: SM Gerben van Es)
Bemanningsleden van Zr. Ms. Evertsen tijdens de FOST voor de kust van Plymouth. (Foto: SM Gerben van Es)

Tekortkomingen oplossen

De ‘Sea Acceptance and Readiness Checks’ telt 6 fases. De eerste is wanneer het schip in het laatste stadium van een onderhoudsperiode verkeert. Gecontroleerd wordt of de leefomstandigheden aan boord veilig zijn. Warnaar: “Als alles klopt staan onze checklists aan het einde van de dag vol met plusjes en mag het schip of de onderzeeboot naar de operationele marinehaven verhalen. Natuurlijk dienen zich ook minpunten aan, want ons inspectieteam stelt zich kritisch op. Norm is norm, daar wijken we niet vanaf. Tekortkomingen moeten eerst worden opgelost, anders introduceer je onnodig risico’s.”
SARC 2 vindt eveneens plaats wanneer het schip nog binnen ligt. Beoordeeld wordt of dat veilig naar zee kan. Is de bemanning opgeleid? Hoe staat het met de certificering? Werken de machines en ‘bevoorrading op zee’-installaties? Klopt de ‘man over boord’-organisatie? Is iedereen voorbereid op noodsituaties? Kan de bemanning op zee een brand blussen?

 

Tijdens de SARC-trainingen kijken trainers over de schouder van de bemanningen mee. (Foto: SM Gerben van Es)
Krijgt een bemanning gedurende de SARC tegenslagen te incasseren, dan komt een reddingsplan op tafel. “Een marineman heeft een vechtersmentaliteit.” (Foto: SM Gerben van Es)

Grote drive

In SARC 3 vaart het schip of de boot voor het eerst uit. Onder het toeziend oog van een veiligheidsteam mag de bemanning binnen oefenscenario’s aantonen dat het veilig met het schip kan varen en dat zij alle denkbare noodsituaties onder controle kan brengen. Warnaar: “Meestal presteert een bemanning in deze fase goed omdat iedereen een grote drive heeft om naar zee te gaan. Daarvoor kom je immers bij de marine.”

Slaagt het schip voor fase 3, dan wordt het ‘vaargereed’ verklaard en is de bemanning klaar voor de volgende stap, SARC 4. Warnaar: “Gaat het in SARC 3 voornamelijk om veilig varen, in SARC 4 nemen we concreet de taak van het schip onder de loep. Met andere woorden: we gaan de eenheid inzetten. Daarbij kijken we niet alleen naar de inzet van wapens en sensoren, maar leren we de bemanning omgaan met schade aan het eigen schip. Met onder meer helikopter-operaties, oefeningen in gevechtswacht en gesimuleerde granaatinslagen en machinekamerproblemen, komt er flink wat druk op de ketel te staan. Alles wat een bemanningslid van een oorlogsbodem tijdens een actie kan verwachten, gebeurt ook. Loopt dit allemaal goed, dan is het schip geschikt om aan grotere oefeningen mee te doen. Ofwel: de eenheid is ‘oefengereed’.

Brand! Of de bemanning het probleem maar even wil oplossen. (Foto: Ad Biersteker)

Compleet afgemat

Die grotere oefeningen spelen zich af in de beslissende fase van het opwerktraject, SARC 5. Daarin wordt uitgebreid getraind onder gevechtswachtomstandigheden. “Deze omstandigheden vormen de overtreffende trap”, vertelt Warnaar. “De bemanning krijgt een tsunami aan uitdagingen over zich heen. Alles aan boord dat kapot kan gaan, gáát zogenaamd stuk. Of de bemanning de problemen maar even snel oplost, anders loopt het verkeerd af…. ‘s Avonds ben je compleet afgemat. En dan te bedenken dat je de volgende morgen wéér aan de bak moet. Maar in deze periode groeit een bemanning wel snel tot een hechte eenheid.”

In SARC 6, de ‘final check’, komt alles wat de bemanningen in de voorgaande fases hebben geleerd in 1 dag aan bod. Waarmee ze dus opnieuw voor hete vuren komen te staan. Iedereen, van commandant tot jongste matroos, moet laten zien wat-ie kan. Alles draait om teamwork. “Pakt dit allemaal goed uit, dan is het schip klaar voor het grote werk”, aldus Warnaar. 

Les brandbestrijding. (Foto: SGTBDAV Ruud Mol)

‘Sea Training Command streeft onophoudelijk naar verbetering’

De KM kan, zoals afgelopen jaar, worden ingezet om vluchtelingen te redden. In de SARC traint het personeel daarvoor. (Foto: KPLBDAV Jasper Verolme)

Vechtersmentaliteit

Vanzelfsprekend krijgt elke bemanning tijdens de ‘Sea Acceptance and Readiness Checks’ tegenslagen te incasseren. In die gevallen worden de tekortkomingen besproken en komt een reddingsplan op tafel. Een effectieve aanpak, want – zo leert de ervaring – alles komt bijna altijd op zijn pootjes terecht. “Iedere marineman en -vrouw is een ‘warrior’ en heeft een vechtersmentaliteit; dat zit er gewoon diep in”, benadrukt Warnaar die het SARC-traject bestempelt als 1 van de meest complexe, intensieve en tegelijkertijd efficiëntste en effectiefste trainingen van de marine. Een training ook die om de haverklap wordt geëvalueerd. “Sea Training Command streeft onophoudelijk naar verbetering.“ 

Tijdens de SARC-training wordt met onder meer helikopter-operaties de werkelijkheid nagebootst. (Foto: SMJRBDAV Dave de Vaal)