07

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 07 | 2025

Terug naar de luchtmacht

‘Binnen twee maanden was ik weer gekwalificeerd’

Als je blijft doen wat je deed, krijg je wat je kreeg. Je hoeft geen Einstein te zijn om je dat te bedenken. Luchtgevechtsleider kapitein Erik Boel waagde daarom een stap buiten de poort. Zou hij ‘daar’ ook kunnen functioneren en wellicht zichzelf kunnen verrijken? Of was ‘kunnen praten met vliegtuigen’ in de burgermaatschappij weinig waard? Hij ging, ontdekte, groeide en kwam weer terug.

x
Leestijd: 8 minuten

Tekst: Jopke Rozenberg-van Lisdonk | Foto’s: sergeant-majoor Barend Westerveld

Wie: kapitein Erik Boel (37)

Vakgebied: luchtgevechtsleiding

Eerste dienstperiode: februari 2007 - oktober 2021

Opnieuw in dienst: november 2023

‘Het kwam voor mij het dichtst bij vliegen’

“Op de havo had ik nog geen idee welke vervolgopleiding ik moest kiezen. Ik vond niets echt tof. Totdat mijn vader me een krantenartikel over de luchtmacht liet lezen. Daarin vertelde een vlieger over zijn ervaringen. Het had meteen mijn interesse. Ik ging me verdiepen in de luchtmacht en zodra ik kon, met mijn zestien en driekwart jaar, solliciteerde ik naar de functie van vlieger. De eerste paar vliegertesten haalde ik, maar helaas viel ik uiteindelijk af. Maar met de behaalde testen bleek ik al half goedgekeurd voor luchtgevechts- en luchtverkeersleiding. Daarop ben ik me toen gaan oriënteren. Al snel was ik enthousiast over luchtgevechtsleiding en wilde ik fighter controller worden. Op een tactische manier bezig zijn met F-16’s en praten met vliegers: het kwam voor mij het dichtst bij vliegen. Ik slaagde voor alle testen, werd aangenomen en startte op mijn achttiende aan de KMA.”

Erik Boel, van achteren gefotografeerd aan zijn bureau, kijkend op drie beeldschermen.
Het overzicht behouden en tegelijkertijd een luchtgevecht coördineren is met diverse beeldschermen, vliegers op je rechteroor en alle ‘airspace’-informatie op je linkeroor een ware kunst.

De wereld ingeslingerd

“Het voelde alsof ik van huis uit de wereld werd ingeslingerd. Dat jaar KMA was erg intens, mentaal en fysiek zwaar, maar tegelijkertijd ook een prachtperiode. Ik ben er volwassener geworden, heb mensen leren kennen, maar bovenal ook mezelf beter leren kennen. Zo’n vijftig procent van de cadetten viel af. In de fighter control-opleiding die erna volgde, viel nog eens de helft af. Het was een pittige opleiding met strenge eisen. Toen ik slaagde, voelde het alsof ik werd toegelaten tot een heel selecte club. Dat was heel bijzonder.”

Patch ‘Bandbox’ met daarbij callsign ‘Sybian’.
Net als vliegers hebben luchtgevechtsleiders, die opereren onder de overkoepelende term ‘Bandbox’, een callsign.

‘Vliegers leunen op je’

Haren in de fik

“Het werk als fighter controller vond ik direct fantastisch. Je begint met het begeleiden van vier tegen twee luchtgevechten. Gaandeweg word je verder opgeleid en behaal je steeds meer kwalificaties. Binnen een aantal maanden deed ik al mee aan grote oefeningen, waarin ik bijvoorbeeld veertig vliegtuigen begeleidde tegen twintig vijandelijke toestellen. Op je twintigste op zo’n manier helpen om het luchtruim veilig te houden, vond ik heel bijzonder. Wat ik ook altijd gaaf heb gevonden is dat je zo’n gevecht samen met de vliegers voorbereid. Je bent de hele dag bezig met een gevecht van anderhalf uur, dat je vervolgens met je haren in de fik begeleidt. Je zit écht in de operatie en merkt dat de vliegers op je leunen waar ze je nodig hebben.”

Erik Boel aan zijn werkstation met naast hem een mannelijke collega aan een eigen werkstation.
Erik: “Toen ik solliciteerde naar de functie van vlieger, had ik nog geen idee dat er ook zoiets als luchtgevechtsleiding bestond.”

Vredesmissie

“Ik wilde ook graag op missie, maar in ons vakgebied komen die kansen niet zo vaak voorbij. Het zijn vaak individuele uitzendingen en het is wat dat betreft een beetje pakken wat je pakken kunt. Het werd de United Nations Mission in South Sudan, een vredesmissie. Ik werd, met acht jaar militaire ervaring, voor zes en een halve maand stafofficier op het Joint Operations Centre. Hoewel het niets met luchtgevechtsleiding te maken had, kon ik er veel van mijn competenties gebruiken. Meer nog dan ik zelf vooraf dacht. Ik ben uit mijn bubbel gestapt en heb ervaren dat ik ook kan blijven functioneren en iets kan bijdragen in een gespannen omgeving met veel geweldsincidenten. Op zowel professioneel als persoonlijk vlak ben ik er erg gegroeid. En als kers op de taart leerde ik er mijn huidige vrouw kennen; zij werkt bij de Verenigde Naties.”

Vooraanzicht van Erik Boel aan zijn werkstation.
Feitelijk heeft een luchtgevechtsleider misschien een bureaufunctie, maar doordat je vol in de operatie zit, voelt het enorm dynamisch.

‘Het commerciële bedrijf stond erg open voor ex-militairen’

Driehonderd bestelbusjes

“Na ruim tien jaar zat ik op mijn derde functie op het Air Operations Control Station Nieuw Milligen (AOCS NM, red): hoofdinstructeur binnen de fighter control-sectie. Het cirkeltje was rond, vond ik. Bovendien werd ik nieuwsgierig of ik ook iets anders kon, buiten Defensie. Daarbij speelde mee dat mijn vrouw voornamelijk in Rome woonde voor haar werk, in plaats van bij mij in Nederland. We wilden elkaar graag vaker en langer zien. Ik ging buiten de poort kijken en via via kwam ik met Amazon in contact. Het commerciële bedrijf stond erg open voor ex-militairen, omdat ze vonden dat die met weinig informatie of materieel vaak toch veel voor elkaar krijgen. Helaas lukte het me niet een functie in Italië te bemachtigen, want daar was de voertaal Italiaans. Het werd uiteindelijk een functie als regiomanager van een nieuw distributiecentrum in Nederland, waar de voertaal Engels is. Ik stuurde zo’n driehonderd bestelbusjes met pakketten per dag de weg op. Als de bezorg-targets niet gehaald werden, moest ik het oplossen. Als voormalig militair ging me dat goed af. Zo initieerde ik onder meer de e-bike-bezorgdienst in Amsterdam op de plekken waar je met busjes niet gemakkelijk kunt komen.”

Erik Boel staat bij een werkstation naast een vrouwelijke collega.
Erik: “Bij de luchtgevechtsleiding gaf ik leiding aan vijf mensen, later bij Amazon waren dat er zo’n vierhonderd. Een groot verschil, dat erg leerzaam was.”

Biertje met ex-collega’s

“Ondertussen was de werk-privé-balans nog niet opgelost, dus besloot ik na twee jaar te solliciteren op een thuiswerkfunctie binnen Amazon waarbij je ook veel door de Europese Unie moest reizen. Onverwachts werd de vacature ingetrokken wegens een aannamestop. Gesprekken met mijn manager om flexibeler met mijn huidige functie en werkplek om te gaan, liepen op niets uit. Daarop besloot ik ander werk te zoeken. Dat vertelde ik ook tijdens een biertje met ex-collega’s van de luchtmacht en voegde daaraan toe dat ik misschien wel terug wilde komen. Na een week belde de commandant van de luchtgevechtsleiding me op en na een paar dagen zat ik bij hem op de koffie.”

‘De kameraadschap is niet te vergelijken’

“Weet je, ik heb de luchtmacht altijd gemist in die kleine drie jaar dat ik weg was. De kameraadschap is niet te vergelijken met de sociale omgang bij Amazon. Die was op zich goed, maar het blijft op een bepaalde manier zakelijk, al heb ik er ook vriendschappen gesloten. Met veel mensen van de luchtmacht heb ik altijd contact gehouden, vooral met collega’s met wie ik was opgekomen op de KMA. Ik ging nog naar feestjes en stak niet onder stoelen of banken dat ik de ‘club’ miste. ‘Je bent altijd welkom terug te komen’, zeiden ze dan.”

Erik Boel praat met een mannelijke collega in een gang met een plantenmuur waarop het squadronembleem hangt.
“Bij het 710 Squadron ga ik iedere dag blij naar mijn werk”, zegt Erik. “Leuk werk én leuke collega’s, dat is niet op iedere plek een gegeven.”

Overal mee bemoeien

“In het gesprek met de commandant besprak ik de mogelijkheden. Twee dagen later was ik eruit naar welke functie mijn voorkeur uitging. Het was toen slechts nog een kwestie van opnieuw mijn VGB (Verklaring van Geen Bezwaar, red.) aanvragen, de sporttest halen en alles formaliseren via P&O en Bureau Bijzondere Instroom. Dat proces ging heel soepel. Vervolgens was ik binnen twee maanden voor het meeste werk weer gekwalificeerd. Ik werk nu als fighter allocator; een soort dagelijkse chef van de weapons-sectie. Kort gezegd zorg ik ervoor dat het vliegprogramma vanaf onze kant goed verloopt. Daarvoor pak ik de coördinatie op met de squadrons die vliegen. Ik vind het een heerlijke baan. De hele dag werk ik met mensen, ik geef nog steeds instructie en doe de debriefs. Eigenlijk mag ik me overal mee bemoeien. Ik merk dat ik met mijn vijftien jaar ervaring inmiddels veel kennis heb. Maar ook mijn ervaringen bij Amazon, vooral op het gebied van leidinggeven, kan ik hier gebruiken.”

‘Mezelf kunnen zijn, is goud waard’

“Ik ben nu twee jaar verder en heb nog geen dag spijt gehad van mijn keuze. Vanaf de eerste minuut voelde het als thuiskomen. Hier ben ik opgegroeid zeg ik altijd, het heeft me de persoon gemaakt die ik nu ben. Hier kan ik mezelf zijn, dat is goud waard. Bovendien wordt er flexibel omgegaan met mijn thuissituatie; waar mogelijk krijg ik de ruimte om thuis te werken zodat ik mijn vrouw vaker kan zien. Dat ‘de baas’ hierin meedenkt, is enorm fijn. Ik ben blij dat ik ben teruggekomen, maar ook dat ik destijds ben weggegaan. Persoonlijk en professioneel ben ik erdoor gegroeid, maar bovenal besef ik me hoe goed we het hier hebben.”