Mensen achter de Chinooks-missie in Spanje
De Nederlandse Chinooks die in Spanje bijspringen om de bosbranden te blussen, springen flink in het oog. De robuuste kisten gooien duizenden liters water per keer op en rond de brandhaarden. Om dit mogelijk te maken, is voor, tijdens en na de missie een flink team aan het werk achter de schermen. Zij werken de klok rond om de juiste randvoorwaarden te scheppen. Een portret van de mensen achter de missie.
Tekst: Michael Simon | Foto’s: sergeant-majoor Aaron Zwaal
Met zo’n 7500 liter water richting de brandhaarden vliegen
Gezeten op houten stoeltjes kijken Nederlandse militairen aan de rand van de hangar van de Base Aérea de León naar opstijgende Cougars, Black Hawks, blusvliegtuigen en ‘hun eigen’ Chinooks. De legerbasis in het noorden van Spanje is het tijdelijke thuishonk van het detachement van het Defensie Helikopter Commando. Zij zijn hier twee weken op verzoek van Spanje om te helpen bij het bestrijden van de bosbranden die het land teisteren. Als één van de twee Nederlandse Chinooks opstijgt, torst hij aan een 25 meter lange kabel een grote Bambi Bucket onder zich mee. Deze oranje waterzak zal even later in een meer neergelaten worden om daarna met zo’n 7500 liter water richting de brandhaarden te vliegen.
Expeditie
De Nederlandse inzet is met zo’n zestig militairen aanwezig in Spanje, en naast personeel zijn ook vrachtladingen materieel richting het Iberisch schiereiland gevlogen. Mede aan de basis daarvan staat sergeant Naomi, specialist expediteur. “Alle spullen die op deze inzet meegaan, worden gecontroleerd, ingepakt en vaak ook voorzien van documentatie. Dat is mijn vakgebied.” Gevraagd naar de definitie van ‘spullen’ antwoordt de Zeeuwse: “Alles. Van radio’s tot helmen en vesten en van de Bambi Buckets tot aan communicatieapparatuur.” Het is aan de sergeant om dat te controleren en daar het papierwerk van op te maken.
“Ik controleer dan onder meer of gevaarlijke goederen goed verpakt zijn. Bij deze inzet zijn dat bijvoorbeeld grote lithiumbatterijen voor de radio’s en gaspatronen die in de reddingsvesten van de vliegers en loadmasters zitten, zodat die vanzelf opblazen als ze te water raken.” Al haar documentatie gaat naar de loadmasters en de vliegers, zodat zij weten wat ze aan boord hebben en wat het weegt.” Naomi’s werkdruk zit met name voor de missie en vlak voor vertrek terug. “Tijdens de missie maak ik me nuttig door hand- en spandiensten te verlenen. Zorgen dat iedereen een happy workspace heeft. Eten en drinken regelen bijvoorbeeld, dat is dankbaar werk.”
‘Helikopters zo veilig mogelijk wegzetten’
Technische Dienst
Op de dorre, droge velden voor de hangar staan de Nederlandse Chinooks in de Spaanse ochtendzon zij aan zij met blusvliegtuigen en Cougars van de Spanjaarden en Black Hawks van Slowakije en Tsjechië. Landen die net als Nederland hun bijdrage leveren aan de brandbestrijding. Boven op de Nederlandse kisten zijn twee militairen druk aan het werk: de technische dienst. Sergeant-majoor Harm kijkt toe hoe zijn mannen de heli’s klaarmaken. “Zo veilig mogelijk helikopters wegzetten om te helpen bij het bestrijden van de branden”, vat hij de taken van zijn technische dienst samen.
Met in totaal acht man is deze ploeg verantwoordelijk voor het onderhoud van de twee Chinooks tijdens de missie. “We werken in twee ploegen: overdag met z’n drieën en ’s avonds met z’n vijven.” De werkzaamheden van de technische dienst zijn talrijk en divers. “Elke dag inspecteren we de kist op kritische componenten. Van rotorbladeren tot de flight controls; we lopen de hele kist door. Van boven tot onder en van binnen naar buiten. Daar zijn we elke ochtend en avond sowieso anderhalf uur zoet mee.”
Het team van de technische dienst maakt deel uit van het 298 Squadron en heeft dus vaker met dit bijltje gehakt. Wat deze missie nog onderscheidt van andere? “Niet zo veel”, vindt de sergeant-majoor. “Hooguit dat ze wat meer vliegen, vaak zo’n negen uur op een dag. Normaliter zijn dat vier tot zes uurtjes. Dat houdt in dat sneller, grotere inspecties moeten plaatsvinden.”
Uitdagingen en problemen zijn Harm en z’n team nog niet tegengekomen. “En dat valt me mee, want we gingen er vanuit dat er één + één gevlogen zou worden. Dus dat er telkens één kist zou vliegen en één kist reserve zou staan voor het geval dat. Maar tot nu toe hebben de helikopters beiden elke dag gevlogen en dat gaat goed. Even afkloppen.”
Zonder buckets geen bluswerkzaamheden
Uitrusting en Bambi Bucket
Voor de Chinooks liggen twee grote oranje waterzakken, Bambi Buckets, zo’n 460 kilo per stuk. Als ze onder een Chinook hangen en in een meer ondergedompeld worden, komt er 7500 liter water bij in. Zonder buckets geen bluswerkzaamheden, dus het onderhoud ervan is vitaal voor de missie. Verantwoordelijk hiervoor zijn sergeanten 1 Bennie en Randy van de afdeling Vlieguitrustingtechniek, ofwel VUT. Zij dragen zorg voor de uitrusting van de flightcrews en het onderhoud van de Bambi Bucket. “Wat deze uniek maakt is dat ze open en dicht kunnen”, aldus Randy. “Voorheen kon je het water eruit laten lopen en moest je opnieuw vullen. Nu kun je ook een deel van het water eruit laten en eventueel verderop weer een deel droppen.”
De VUT’ers zijn allround en niet alleen werkzaam voor de Chinooks, legt Bennie uit. “We kunnen bijvoorbeeld ook voor Cougars en Apache’s werken.” Naast de bucket komt ook de uitrusting van de flightcrew voor rekening van het duo. Randy: “Eigenlijk alle uitrusting, van helmen en vesten tot aan tassen en reddingsvesten.” Bennie: “De vlieguitrusting is van de bemanning zelf, maar wij hebben het in beheer en onderhouden het. Daarvoor werken we met inspectiecycli. Spullen moeten natuurlijk veilig zijn om mee te werken.”
Bucket testen en landingsplekken zoeken
De VUT is verantwoordelijk voor het onderhoud en de staat van de Bambi Bucket. Als deze in orde is, dragen ze hem over aan de collega’s van het MAOT, het Mobile Air Operations Team. Sergeant Nick is daarvan groepscommandant. “Wij leggen de bucket klaar en verzorgen hem weer na de missie. Ook testen we de bucket om te zien of hij naar behoren functioneert. Eigenlijk doen we al het voorwerk voor de loadmaster, zodat hij of zij alleen nog de kabel aan de kist hoeft te bevestigen.”
Dan de praktijk: samen met collega wachtmeester 1 Rick loopt Nick het veld in waar de bucket al bevestigd is aan de Chinook. Op het moment dat de rotorbladen beginnen te draaien, stuift het droge gras alle kanten op. Langzaam stijgt de kist op, evenals de lange kabel met daar onder aan de bucket. Zodra deze van de grond is, blijft de Chinook in de lucht hangen, wachtend op een teken vanaf de grond. Nick bekijkt de kabels en de kettingen. Mocht hij constateren dat iets niet goed is, kan hij met z’n armen een ‘T-gebaar’ maken, dat staat voor trouble. Dan mag er niet gevlogen worden. Maar nu ziet hij niets wat niet klopt en spreidt hij beide armen en steekt twee duimen omhoog. De loadmaster ziet het signaal, doet vervolgens zijn check, steekt één duim op, en op dat moment is de verantwoordelijkheid voor de bucket overgedragen aan de bemanning van de helikopter.
‘Omdat het vuur zo door het terrein raast, konden we het nog niet veilig betreden’
Het MAOT is ook verantwoordelijk voor de landingsplekken van de helikopters. “Wij kijken of de ondergrond goed is en veilig voor de kisten”, vertelt Nick. Daar hebben we bepaalde criteria voor. Bij deze missie werken we vanaf de luchtmachtbasis van de Spanjaarden, dus daarvoor hoefden we maar één plek te verkennen. Normaliter moeten we een Forward Operating Base, een FOB, verkennen en kijken waar helikopters kunnen landen. Dat is bij deze missie nog niet mogelijk geweest. Omdat het vuur zo hard door het terrein raast, waardoor we het terrein nog niet veilig konden betreden. Maar stel dat de branden veel verder plaats vinden, dan is het aan ons om een plek voor een FOB te zoeken en te betrekken, en te zorgen dat de helikopters dan vanaf dat punt kunnen opereren.”
‘Vliegen hier moeilijk? Niet als je weet wat je doet’
Goed voorbereid
Als de papieren in orde zijn, de Bambi Bucket in goede staat en aangehaakt is, de kist van onder tot boven gecontroleerd is en de crew aan boord zit, is het tijd om te vliegen. Kapitein Tom is gezagvoerder van de Chinook en op de vraag of hier vliegen moeilijk is, antwoordt hij nuchter: “Niet als je weet wat je doet. Maar daarvoor zijn wij opgeleid, dus je weet waarmee je rekening moet houden. Fire Bucket Operations zijn al gevaarlijk in een plat land als Nederland, dus laat staan hoe dat hier is. Zowel bij vliegen in de bergen als bij vliegen met een Bambi Bucket komt gevaar kijken. Leg je die twee over elkaar heen, krijg je een mooie mix van uitdagende omstandigheden”, aldus een bevlogen kapitein.
Het bestrijden van de branden gaat effectiever naar mate het vaker gedaan wordt, legt hij uit. “Na de eerste drop kijken we welke effecten het heeft gehad en of we het vliegpad kunnen aanpassen. Vervolgens gaan we steeds verder fine tunen: kortere routes vliegen en kijken waar we makkelijker, met behulp van stijgwinden kunnen klimmen. Dan heb je minder vermogen nodig, minder vermogen betekent minder brandstof verbruik en dat betekent extra droppings. Om een voorbeeld te geven: maandag 25 augustus duurde de eerste dropping elf minuten en uiteindelijk hebben we dat terug weten te brengen naar zes. Dat betekende twee á drie extra droppings en 24.000 extra liter water dat we konden loslaten.”
Tom ervaart ook de dankbaarheid van de Spanjaarden voor de hulp. “We vlogen vanuit Nederland hiernaar toe. Ik zal niet zeggen dat ze het luchtruim voor ons vrijmaakten, maar als we iets wilden, dachten ze mee en was er veel mogelijk. Ook als ik op de grond mensen spreek dan zijn er altijd woorden van dank, heel mooi.”