Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 10 | 2019
Nederlandse handen ineen
Vanuit Vlissingen gaan de militairen, tanks en honderden andere voertuigen per spoor en over de weg naar Duitsland en Polen. Hun helikopters komen echter aan in het Belgische Zeebrugge en vliegen daarvandaan naar het oosten. Ongeveer eens per jaar vindt er dus een dergelijke estafette plaats. Op de vraag waarom men het materieel niet gewoon in Duitsland laat staan en alleen de kleine tweeduizend militairen uitwisselt, antwoordt Vanderlugt met een glimlach. ‘Ik bedoel…. Het zijn ónze helikopters. ‘The guys’ hebben hun namen erop geschilderd. Ze brengen ons overal, dus nemen wij ze ook mee terug.”
Hoewel de logistieke verplaatsing vooral een Amerikaanse operatie is, zou er weinig op gang komen zonder het Host Nation Support, de ondersteuning vanuit Defensie. In Rotterdam zijn de land- en luchtmacht, marechaussee en marine vertegenwoordigd. Omdat het havengebied is ingericht als Tijdelijk Militair Object, lopen militairen van de Groep Luchtmacht Reserve en de Koninklijke Landmacht patrouilles langs de enorme loodsen. Verder staat een E-One van het DHC paraat, evenals het Mobile Air Operations Team (MAOT) dat de heli’s binnenhaalt. En ook de dagelijkse leiding op de inkomende en uitgaande locaties is in handen van Nederlandse militairen. ‘Een HSN-operatie is voor ons een mooie kans om de handen in elkaar te slaan en als één krijgsmacht samen te werken, nu zelfs met een internationaal tintje’, zegt Poels.