Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 09 | 2015
Adviseur, bemiddelaar en wandelend geweten
Inspecteur Generaal der Krijgsmacht legt al 70 jaar oor te luisteren
‘Wat er speelt bij de troepen?’ Met die insteek ziet direct na de Tweede Wereldoorlog het instituut Inspecteur Generaal der Krijgsmacht (IGK) het levenslicht. Prins Bernhard vervult als ‘veteraan der veteranen’ de functie als eerste. Zijn missie en die van zijn opvolgers: het oor te luisteren leggen actief dienende militairen, veteranen en – inmiddels ook – de reservisten. “Ik vind het een groot compliment als mensen zeggen dat er écht naar ze geluisterd is.”
Sinds 30 juni 2014 bekleedt luitenant-generaal Bart Hoitink de functie van IGK. “Een koninklijke en eervolle baan”, zo omschrijft de generaal zijn functie, gelet op de oorsprong ervan. “Prins Bernhard was 31 jaar lang IGK, tot aan zijn aftreden in 1976.” De militaire carrière van Hoitink – eveneens vlieger – begon in 1982. Via operationele plaatsingen en staffuncties, kwam hij op de statige Zwaluwenberg in Hilversum terecht.
‘Komt er geen verandering, dan schudden we harder aan de boom. Pas als iets is opgelost, sluiten we het dossier’
Onafhankelijk
“Nog steeds is er op het hoogste dek behoefte aan ongefilterde informatie over wat er leeft op de werkvloer”, stelt Hoitink. “Daarom bezoek ik 2 à 3 keer per week onze eenheden; niet alleen de operationele, maar ook de ondersteunende, in binnen- en buitenland. We kunnen helaas niet alle problemen oplossen, maar ik vind het een groot compliment als mensen achteraf zeggen dat er écht naar ze geluisterd is. Dat dient maar 1 doel: de minister van Defensie onafhankelijk bijpraten over wat mensen bezighoudt. Via de operationele lijn komt die informatie ook door, maar die loopt naar de Commandant der Strijdkrachten. Als IGK werk ik vooral achter de schermen en zoek ik, samen met de commandanten en directeuren, naar oplossingen.”
Geen pioschop nodig
De onafhankelijke positie van de IGK maakt hem ook tot een ideale bemiddelaar. Daarvan maakt personeel honderden keren per jaar gebruik. In 2013 zijn er bijvoorbeeld 485 hulpvragen, in 2014 iets minder. “Mensen lopen nog wel eens tegen zaken aan in een sollicitatieprocedure of ze krijgen geen medaille, toelage of cursus toegewezen. Het kan ook zijn dat iemand in een conflictsituatie verkeert met zijn leidinggevende. Dan gaan wij een gesprek aan. Het gaat dan niet om belangenbehartiging maar om bemiddeling. Daarmee kunnen we veel oplossen; daar hebben we geen pioschop bij nodig om mensen uit te graven. In dat opzicht is onze kantoorlocatie ideaal; die biedt veel rust. Dat komt eveneens goed uit wanneer veteranen op gesprek komen over erkenning en waardering”, vult Hoitink zichzelf aan. Daarmee stipt hij de volgende rol van de IGK al aan, die van Inspecteur der Veteranen, 117.500 in getal.
‘Het gebeurde wel dat de prins een burgemeester opbelde als een veteraan geen huurhuis kon krijgen. En dan werd het geregeld’
Goede banden belangrijk
Als Inspecteur der Veteranen is de IGK tevens ombudsman voor alles waar oud-strijders en actief-dienenden met een veteranenstatus tegenaan lopen. Zo bont als prins Bernhard zal Hoitink het niet maken, overigens. “Het gebeurde wel dat de prins een burgemeester persoonlijk opbelde als hem ter ore kwam dat een veteraan geen huurhuis kon krijgen. En dan werd het geregeld.” Toch zijn goede banden met de buitenwacht belangrijk, benadrukt Hoitink. “Een voorbeeld: voor een militair van 24 was het lastig om een goede hypotheek te krijgen, omdat hij een – tijdelijk – fase 2-contract had. Óf hij ging meer premie betalen, óf het hypotheekbedrag viel lager uit. Dus heb ik de banken uitgenodigd en verteld dat dit niet hoort bij maatschappelijk verantwoord ondernemen. Hoe kun je zo’n jongen – nota bene Afghanistanveteraan – een poot uitdraaien terwijl hij ook nog zeker 11 jaar werk heeft?! Voor zulke argumenten zijn ze dan toch ontvankelijk.”
‘Mijn droom is dat er in 2017 17 miljoen witte anjers gedragen worden. Die moeten toch gewoon op de toonbank staan bij Albert Heijn en Jumbo?’
17 miljoen anjers
Ook met andere sectoren werkt het instituut hard aan een goede verstandhouding, zodat (oud-)Defensiemedewerkers ervan kunnen profiteren. “Soms kloppen zakenmensen ook zelf aan. Neem nou Jasper Schoenmakers die vroeg of hij iets voor onze veteranen kon doen. Inmiddels heeft hij met anderen de stichting Onbekende Helden opgericht, om veteranen te helpen van werk naar werk. Hij heeft binnen zijn bedrijf VANAD Group in de ICT-sector 10 plaatsen ingeruimd voor veteranen. Een geweldige erkenning, toch? En erkenning leidt tot draagvlak. Ik merk dat het nationale gevoel over veteranen verandert, ten goede. Mijn droom is dat er in 2017 17 miljoen witte anjers gedragen worden. Vooruit: 10 miljoen vind ik ook goed. Die anjers moeten toch gewoon op de toonbank staan bij bouw- en supermarkten, en tankstations?”
Belangrijke brugfunctie
Wat zijn verder nog de hoop en verwachting van Hoitink? Want los van erkenning voor veteranen, hecht de generaal ook aan het meer op waarde schatten van reservisten. Geen verrassing, aangezien de IGK tevens Inspecteur der Reservisten is. “Zelf hebben wij naast 8 stafofficieren ook 5 reservisten in dienst; zij assisteren ons bij alles wat we doen. Zij gaan gesprekken aan met mensen in het bedrijfsleven, waarin ze zelf ook werkzaam zijn. Reservisten hebben een belangrijke brugfunctie. Ook zo creëer je draagvlak.”
Ten slotte houdt de IGK vooral oog voor zijn rol als wandelend geweten binnen Defensie. “Vanuit een situatie waarin we vooral constateerden en rapporteerden, vragen we nu ook nadrukkelijk om interne verantwoording door de eenheden. Tegelijkertijd moeten we er samen alles aan doen om onheil in de toekomst te voorkomen. Dus vragen we ons nadrukkelijk af: waar ligt de ‘Chroom-6’ van vandaag?”
Tekst: luitenant-ter-zee 2OC (SD) Joost
Margés
Foto’s: Herman Zonderland