Tekst kapitein Kirsten de Vries
Foto sergeant Gregory Fréni, NMM en US National Archives
Na een reis van 85 jaar weer thuis
In de rubriek 'Materieel van toen' graaft Materieelgezien in de rijke historische inventaris van Defensie. Van iconische vrachtwagens en uniformstukken tot buitenissige wapens en vreemde proefballonnen. Ditmaal het historische vliegtuig de Fokker D. VII, “het allerbeste toestel van de Eerste Wereldoorlog”.
Wie van raadsels houdt, komt tijdens dit verhaal goed aan zijn of haar trekken. Want: wat hebben nazi-kopstuk Hermann Göring, de Monuments Men en het Deutsches Museum in München met elkaar gemeen? Misschien een beetje een flauwe quizvraag, want het antwoord staat hierboven al vermeld, de Fokker D. VII, maar de 3 spelen allemaal een bijzondere rol bij het vliegtuig dat sinds kort te zien is in het Nationaal Militair Museum in Soest. Het is een exemplaar dat nogal wat geheimen met zich meebrengt. “Als hij toch eens kon praten…”
De D-28 blijft bewaard
Laten we bij het begin beginnen. Tussen 1920 en 1937 bezit de Marine Luchtvaartdienst 20 Fokker D. VII.’s De toestellen worden ingezet als luchtverdediging en moeten vanaf Vliegveld De Kooy het marinecomplex in Den Helder beschermen. Naarmate de toestellen verouderen, kunnen teruggekeerde vliegers uit Indië ze gebruiken om vlieguren te maken, maar de kisten worden ook ingezet bij opleidingen. Na 1937 gaan de 20 Fokkers met pensioen. Ze worden ontmanteld, maar eentje, de D-28, blijft bewaard voor het nog te bouwen Nationaal Luchtvaartmuseum op Schiphol. Tot zover niks geks.
Enkele technische specificaties:
Lengte: 6.95 meter
Spanwijdte: 8.9 meter
Motor: Mercedes, later BMW, maximaal 185 pk
Maximale snelheid: 185 km/u
Maximale vlieghoogte: circa 6000 meter
Bereik: 400 – 500 kilometer
Leeggewicht: circa 684 kilo
Bewapening: 2 x 7.92 mm LMG 08/15 Spandau-mitrailleurs
Hermann Göring
Het mysterie begint in de meidagen van 1940. Op 10 mei valt Duitsland Nederland binnen. De Fokker D. VII die staat te wachten op Schiphol om naar het museum gebracht te worden, is enige tijd later met de noorderzon vertrokken. En daar komt de naam van Hermann Göring om de hoek kijken, commandant van de Duitse Luftwaffe van 1933 tot 1945. “Hij vliegt tijdens de Eerste Wereldoorlog zelf op een Fokker D. VII en maakt er meerdere kills mee. Daarom heeft hij ook veel belangstelling voor dit type. Het is dan ook het allerbeste toestel van die oorlog, daar zijn vriend en vijand het over eens; de F-16 van zijn tijd”, vertelt conservator Alfred.
“2 weken na de Nederlandse capitulatie bezoekt Göring Schiphol. Hij ziet zeer waarschijnlijk de D-28 staan en het toestel verdwijnt daarna spoorloos", vervolgt de conservator. De invloedrijke nazileider is van plan een eigen museum te bouwen waar hij naast kunst ook vliegtuigen wil tentoonstellen. “Hij laat overal spullen apart zetten. Of Göring deze Fokker inpikt of dat hij aan hem geschonken is, dat weten we niet. Maar de Fokkerfabriek staat onder Duits toezicht en de directie bestaat uit goede bekenden van Göring.”
‘De Fokker D. VII is de F-16 van zijn tijd’
Monuments Men
Hoe je het ook wendt of keert, de Fokker D. VII verdwijnt en duikt pas 5 jaar later weer op. Het is 1945 als een aantal mensen uit de kunstwereld in Duitsland op zoek gaan naar geroofde kunstschatten voordat deze door de nazi’s vernietigd worden. De Monuments Men, zoals deze groep heet, treffen de bewuste Fokker D. VII aan in een boerenschuur in Zuid-Duitsland. “We vermoeden dat dit per toeval is", licht Staarman toe. "Ze zoeken kunst, maar vinden ook vliegtuigen, waaronder deze. De Fokker ziet eruit als een Duits vliegtuig uit de Eerste Wereldoorlog doordat hij vermoedelijk in Amsterdam al is overgeschilderd, dus ze geven hem aan het Deutsches Museum in München dat daar in de buurt is.”
Registratienummer
Het vliegtuig staat daar tot 1980 zonder dat er veel acht op wordt geslagen. “Dan denken ze: ‘Kom, we gaan hem eens overschilderen, want hij ziet er niet zo mooi meer uit.’ Ze krabben de oude verf eraf en komen dan tot de ontdekking dat er een Nederlands registratienummer op staat.” De 20 Fokkers in Nederlandse dienst hebben als registratienummer D-20 tot en met D-39. Tijdens het afkrabben van de verf worden een D en een 2 ontdekt. Het tweede cijfer is maar voor de helft zichtbaar en kan door de halve cirkel aan de onderkant een 0, een 6 of een 8 zijn; D-20, D-26 of D-28 dus. D-26 valt al snel af, want die blijkt in 1933 te zijn gesloopt. Blijven er 2 opties over. “De Duitsers zeggen dat het de D-20 is. We hebben hele oude documenten gevonden van vlak na 1980. Een toenmalig conservator zegt daarin: ‘Ik heb zelf gezien dat er 20 stond’. Wijzelf denken dat het echt de D-28 is. Die staat immers in mei 1940 op Schiphol, vlak voordat Göring daar is.”
‘De Duitsers zeggen dat het de D-20 is, wij denken toch echt de D-28’
Cultureel erfgoed
Hoe kom je er nou achter welk registratienummer de Fokker heeft? Misschien denk je tijdens het lezen van dit artikel: maakt het wat uit? Maar het is wel degelijk belangrijk om het nummer te achterhalen, legt Alfred uit. “Het vliegtuig is destijds bedoeld voor een museum. Daarmee heeft het een juridische status, namelijk dat van cultureel erfgoed. Een van de dingen die bepaald is in het Landoorlogreglement uit 1907 is dat je geen cultureel erfgoed van je tegenstander mag meenemen. Daarom is het van belang dat we aantonen welke Fokker het precies is.”
Tot 2030 heeft het museum de Fokker D. VII in bruikleen. De conservator en zijn collega’s hebben dus nog 5 jaar de tijd om aan te tonen dat het vliegtuig écht thuishoort in Nederland. “Er is inmiddels röntgenapparatuur op het vliegtuig gezet om door de verflaag heen te kijken, maar dat heeft niks opgeleverd. We hopen op de missing link. Dat kunnen bijvoorbeeld douanegegevens zijn, want de Fokker is de grens overgegaan. Maar veel bewijzen zijn helaas vernietigd. Als dit vliegtuig toch eens kon praten… Dan had hij een fantastisch verhaal.”
‘Het vliegtuig geeft nog niet al zijn geheimen prijs’
Toevalstreffer
Dat dit toestel het überhaupt gered heeft tot het museum in Soest is een wonder te noemen; Göring, de Monuments Men en het Deutsches Museum in München, weet u nog? Maar daar stopt het verhaal niet. “Als het de D-28 is, heeft hij een engeltje op zijn schouder. We weten namelijk dat dit toestel 3 ongelukken gehad heeft. Zo is hij onder andere een keer tegen een molen gevlogen. Er zijn sowieso nog maar 7 Fokker D. VII’s over van de 3000 die er wereldwijd gebouwd zijn. Ze zijn super zeldzaam. Dit is een toevalstreffer voor ons en dat hebben we niet zo vaak. Het vliegtuig geeft nog niet al zijn geheimen prijs, maar het heeft sowieso een hele bijzondere geschiedenis. Een object alleen is niks, het verhaal alleen ook niet, maar samen is het echt 1 plus 1 is 3.”