Tekst luitenant ter zee 2OC (SD) Djenna Perreijn
Foto sergeant-majoor Sjoerd Hilckmann
Noord-Europese landen bundelen krachten om veiligheid op zeebodem te waarborgen
Internetkabels, pijpleidingen voor olie en gas en platforms voor windmolens: de zeebodem ligt vol essentiële infrastructuur. Het was dan ook een ware wake-up call toen gaspijpleidingen Nordstream 1 en 2 vorig jaar met explosieven onklaar werden gemaakt. Krijgsmachten van zes Noord-Europese landen slaan de handen met de oprichting van het Seabed Security Experimentation Centre (SeaSEC) ineen. Dankzij samenwerking met kennisinstituten en de industrie moet het zicht op de zeebodem van de Noord- en Oostzee snel worden vergroot en de infra beschermd.
Of het een spion van vijandelijke komaf is weet niemand, maar een zeehondje loert nieuwsgierig mee naar wat de Sea Wasp en de Sea Cat uitspoken op ‘zijn’ zeebodem in de Scheveningse haven. De Anti-IED Security Platforms van het Zweedse Saab en het Duitse Atlas Elektronik stuiten daar op een oude Russische zeemijn. Dankzij de camera’s van de platformen laten zij aan de geïnteresseerde genodigden aan de kade de onderwaterbeelden zien. De zeemijn is ter demonstratie neergelegd bij de officiële opening van SeaSEC. Het onderzoekscentrum heeft haar eerste hub aan de Haagse kust met voor de deur een testgebied van 18 bij 18 kilometer.
Versnelling
Naast een Nederlandse afvaardiging van TNO, COMMIT en CZSK aan de kade komen de genodigden uit partnerlanden Denemarken, Duitsland, Finland, Noorwegen en Zweden. Die club landen wil met SeaSEC snel handelen, vertelt programmadirecteur commandeur Paul Flos. “Veiligheid van onderzeese infra stond al langer op onze agenda. Stomtoevallig kwamen we voor ’t eerst samen op de dag van de aanslag op de Nordstream. Die gebeurtenis heeft alles in enorme versnelling gebracht. De huidige situatie vraagt niet om langdurige ontwikkeltrajecten. We moeten snel concrete resultaten behalen.”
Risico’s
Hoe zien die resultaten eruit op de immens grote zeebodem? “Je moet slim genoeg zijn om op het juiste moment op de juiste plek te zijn”, vertelt Casper Bosschaart (senior consultant bij TNO). “Dat kan aan de hand van risicoanalyses die vertellen in welke kritische gebieden we extra alert moeten zijn. Vervolgens kunnen we bijvoorbeeld statische sensoren plaatsen op knooppunten waar veel infra samenkomt.”
Internationaal samenwerken is ook logisch omdat kabels en pijpleidingen ontzettend lang zijn. “Het heeft geen zin om de ene kant te beveiligen, terwijl de andere kant wordt gesaboteerd.” Op plekken waar duikers makkelijk bij komen, bestaat volgens Bosschaart een verhoogd risico. Dat zijn bijvoorbeeld rustige, ondiepe stukken zee. Daar lukt het om een IED te plaatsen zoals bij de Nordstream gebeurde. Ook bij nieuwe projecten moet SeaSEC scherp naar de risico’s kijken. “Voeg je de kabels van een nieuw windmolenpark samen zodat je er makkelijk bij kunt of leg je ze verspreid, om ook het risico te verspreiden?”
Wijzer
SeaSEC maakt de risicoanalyses op basis van scenario’s, vertelt kapitein-ter-zee b.d. Sander van Luik (senior programmamanager). “We kijken naar welke risico’s er op korte en lange termijn zijn. We leggen meerdere lagen informatie op elkaar. Zoals waar kabels precies liggen, of er regelmatig vaartuigen overheen varen en of de locatie een risicoplek is.” Die informatie kan van bijvoorbeeld de MIVD of Europol komen, maar ook publiek of privaat zijn. “De industrie, zoals baggeraars en pijpenleggers, filmen nu al om te zien of dieren in de bodem wroeten. Dat kan hun infra verstoren. Windmolenparken zoals bijvoorbeeld bij Schiermonnikoog maken jaarlijks beelden om te constateren dat hun kabels er nog op de juiste manier bij liggen. Als wij die ‘normale’ situaties ook kennen, kunnen we afwijkingen herkennen. Alle data die de industrie met ons deelt maakt ons wijzer dan wanneer we het alleen zouden aanlopen.”
Groot denken
Ook de samenwerking met het onbemande survey-schip Fugro Orca speelt een belangrijke rol bij SeaSEC. Het platform van geo-dataspecialist Fugro brengt ten tijde van de demonstraties de bodem bij het Britse Plymouth in kaart. De beelden worden live gevolgd in een container in Scheveningen door onder meer commandant CZSK, admiraal René Tas. “We innoveren en experimenteren met zulke technische systemen en leren voornamelijk door te doen. We moeten groot denken, maar al snel kleine stappen nemen. We kunnen het ons niet veroorloven om te wachten op perfecte oplossingen die waarschijnlijk niet bestaan.”
Dan is er nog apparatuur waar krijgsmachten al langer gebruik van maken, zoals de eerder genoemde Seacat en Seawasp. Bosschaart: “Die laatste maakt zulke scherpe sonarbeelden dat we zelfs zeesterren kunnen spotten. Dat moet ook, want we moeten IED’s kunnen identificeren, oppakken en op een veilige plek neutraliseren; ver weg van kritische infrastructuur.”
Aan tafel
In de zomer van 2024 hoopt het onderzoekscentrum helemaal operationeel te zijn. Flos: “Tot die tijd werken we onder meer aan verschillende scenario’s. Ook de marine denkt daarbij mee. Hun politieke opdracht luidt niet voor niets: zorg dat we weten wat er op de zeebodem speelt.” Volgens Flos zou de ‘C’ van ‘Centre’ in SeaSEC eigenlijk ook voor ‘community’ moeten staan. “We zitten aan tafel met belangrijke partners als TNO, partnerlanden, de industrie, beleidsmakers en veiligheidsexperts.” De grote belangstelling bij de opening geeft volgens hem de enorme urgentie van een veilige zeebodem aan. “Een kans om problemen te bespreken die lang genegeerd zijn. Alle belanghebbenden; overheden, dienstverleners, softwareontwikkelaars en meer, werken gezamenlijk aan oplossingen waar iedereen van profiteert.”