Dit artikel hoort bij: Materieelgezien 06

In 't kort

Tekst kapitein Arthur van Beveren
Foto Mediacentrum Defensie

Nederland verbindt zich bij NAVO-top aan uitgavennorm

Op de NAVO-top in Vilnius hebben alle bondgenoten zich gecommitteerd aan de Defence Investment Pledge. Nederland besteedt de komende jaren minimaal 2% van het bruto binnenlands product aan Defensie. Dit vanwege de verslechterde veiligheidssituatie in Europa. De investering is nodig om capaciteiten op te bouwen om zo te blijven bijdragen aan de versterking van de bondgenootschappelijke afschrikking en verdediging. En uiteraard ook aan de weerbaarheid van Nederland zelf.

Nederland benadrukte in Vilnius dat de NAVO Oekraïne moet blijven steunen tegen de voortdurende Russische agressie. Dit kon op brede steun rekenen binnen het bondgenootschap. Minister Ollongren vroeg in dit verband wederom aandacht voor het belang van het daadwerkelijk beschikbaar stellen van voldoende militaire capaciteiten. Nederland werkt op dit vlak met partners aan een plan voor een langjarige bijdrage. Verder is aangedrongen op capaciteitsopbouw van de Oekraïense strijdkrachten.

Steun aan Oekraïne

Daarnaast kondigde Nederland met 11 partnerlanden aan dat het opleiden van Oekraïense piloten om met F-16’s te vliegen volgende maand start. Dat gebeurt in Denemarken en vindt vervolgens plaats in Roemenië. De F-16 coalitie is daarbij overeengekomen dat in Roemenië een speciaal trainingscentrum wordt opgezet, waarvoor Nederland F-16 toestellen gaat leveren.

Streepje

Defensie en leveranciers om de IT-tafel na JIVC-leveranciersdag

In het Marine Etablissement Amsterdam organiseerde het Joint Informatie Voorziening Commando (JIVC) van Defensie op 6 juli de JIVC Leveranciersdag. Aan bod: hoe versnelt en verbetert Defensie haar IT op continuïteit, groot materieel, projecten, en grote programma’s? Sluitstuk van de dag was de opening van de inschrijving voor IT-tafels, waar Defensie en geïnteresseerde partijen de uitdaging aangaan.

Een volle dag trok JIVC op het Marine Etablissement Amsterdam uit voor relatiebeheer met 400 bestaande en nieuwe leveranciers en partners. De reeds 4.000 mensen sterke organisatie staat dan ook voor grote uitdagingen: 65.000 Defensieprofessionals aan altijd betrouwbare IT helpen. Plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten Boudewijn Boots en plaatsvervangend Commandant Landstrijdkrachten Jean Paul Duckers wonden er geen doekjes omheen: de veiligheid en stabiliteit van Nederland en de internationale rechtsorde staan onder enorme druk, en alle zeilen moeten bijgezet om hen te waarborgen.

Plannen en programma’s voor deze versterking krijgen steeds scherper in beeld wat nodig is. De Defensiestrategie Data Science en AI van 9 juni zag uitwerking in de Beleidsvisie Informatiegestuurd Optreden. Lopende en aanstaande projecten als Grensoverschrijdende IT en Foxtrot zullen bepalen of Multidomein Optreden inderdaad Defensie toekomstbestendige slagkracht zal geven. In totaal kan Defensie beschikken over €1,2 miljard voor het complete portfolio.

De uitdaging voor IT-partijen in Defensie en veiligheid

IT is weliswaar verbonden met alles wat Defensie en de Defensiesector presteren, maar heeft wel een eigen logica. Werk van deze aard laat zich niet direct vertalen naar perfect verpakte deelproblemen, of oplossen door meer geld, mensen, of transacties. Wil Defensie de nodige externe kennis en technologie verwerven en gebruiken, dan zal ze dat rechtmatig moeten doen, net zoals marktpartijen alleen een uiteindelijk rendabel portfolio aan werk kunnen hebben. Experts en vakmensen zijn aan beide kanten beperkt beschikbaar, en risico’s niet perfect voorspelbaar.

Toch hoeven commitment en een probleemoplossende houding niet te wachten op dichtgetimmerde afspraken, sterker nog, die gaan eraan vooraf. Hierom lichtte kwartiermaker strategisch partnerschapsmanagement Dennis Gooijer de IT-tafels toe: één open gesprek per knelpunt, waarvoor iedereen met de bereidheid door te pakken zich kan inschrijven. Uitkomsten hiervan komen bij de concreetste projecten en hoogste politieke niveaus terecht.

Publiek en het podium bij de JIVC-leveranciersdag.
Streepje

Nederland en Duitsland kopen samen luchtmobiele voertuigen

Nederland en Duitsland schaffen ruim 1.500 lichte operationele voertuigen aan, 504 voor Nederland en ongeveer 1.000 voor Duitsland. Deze zogenoemde Airborne Vehicles zijn als tactisch transportmiddel in te zetten bij operaties van de Luchtmobiele Brigade. De landmachteenheid is sinds 2014 geïntegreerd in de Duitse snelle interventie-eenheid: Division Schnelle Kräfte (DSK). Hierin werken Nederland en Duitsland samen. Duitsland tekende op 10 juli in Koblenz het contract met leverancier Rheinmetall Landsysteme GmbH (RLS) voor het nieuwe Caracal voertuig.

Dat deed Annette Lehnigk-Emden, de president van de Duitse Bundesambt für Ausrüstung, Informationstechnik & Nutzung der Bundeswehr. De plaatsvervangend Commandant COMMIT, generaal-majoor Ludy Schmidt, was hierbij aanwezig.

Defensie doet de aanschaf samen met Duitsland. De voertuigen zijn daardoor binnen de DSK uitwisselbaar. Dat brengt de integratie binnen de DSK weer een stap verder.

Eigen verdediging
De veiligheidssituatie in de wereld is verslechterd. Daardoor ligt het accent bij de aankoop van de voertuigen nu meer op de eigen en bondgenootschappelijke verdediging. Bij de start van het wielvoertuigenprogramma lag de nadruk vooral op gebruik tijdens vredesmissies en stabilisatie-operaties. De verslechterende veiligheid in Europa is ook de reden dat landen meer gezamenlijk optrekken, zoals Duitsland en Nederland in de DSK.

Technisch gelijke voertuigen
De nieuwe voertuigen zijn voor Duitsland en Nederland technisch gelijk. Dit heeft operationele en logistieke voordelen. Daarnaast zorgt dit voor een nog betere integratie van de luchtmobiele brigade in de DSK. De voertuigen zijn uit te rusten met verschillende verbindingsmiddelen en wapens, zoals een zware mitrailleur en de Spike anti-tankinstallatie. Verder kunnen ze worden voorzien van ballistische bescherming die modulair is aan te brengen op het voertuig.

Unaniem
Technische eisen, levertijd en prijs: op basis daarvan kozen Duitsland en Nederland gezamenlijk en unaniem voor leverancier RLS. Defensie krijgt in 2024 de eerste vier voertuigen. Deze worden uitvoerig getest. Vanaf 2025 start de serieproductie. Dan volgen er jaarlijks 100 voor Nederland en 200 voor Duitsland, en dat 5 jaar lang.

De Caracal wordt gebouwd door een consortium van Rheinmetall, Mercedes Benz en ACS.
Streepje

Waarde geleverde militaire steun Oekraïne loopt op naar 1,9 miljard euro

De totale waarde van de geleverde militaire steun door Nederland aan Oekraïne bedraagt inmiddels zo’n € 1,9 miljard. Het gaat onder meer om wapens, munitie, voer- en vaartuigen, ontmijningsuitrustingen, bruggen, brandstoffen, medische goederen en rantsoenen. Dat meldde toenmalig minister van Defensie Kajsa Ollongen 5 juli aan de Kamer. Het betreft leveringen tot en met 26 juni.

Het steunpakket omvat tot deze datum voor ruim € 788 miljoen aan materieel, aanvulling daarvan en vervanging. Het gaat om de boekwaarde. De vervangingswaarde betreft € 1,5 miljard. Nederland heeft verder militaire goederen voor Oekraïne commercieel verworven, in totaal voor zo’n € 210 miljoen. Ook wordt er 155mm munitie aangeschaft. Dit gebeurt gemeenschappelijk via twee initiatieven, de ene van het Europese defensieagentschap (EDA), de andere via een Duits initiatief waar ook Denemarken aan bijdraagt. Nederland draagt aan beide € 130 miljoen bij. Voorts zijn in coalitieverband luchtverdedigingsmiddelen aangeschaft, waar Nederland € 40 miljoen voor uitgetrokken heeft.

Andere Nederlandse bijdragen zijn twee keer € 100 miljoen. Een keer voor het International Fund for Ukraine (IFU). Hieruit worden goederen voor Oekraïne betaald die rechtstreeks bij de industrie zijn gekocht. De andere € 100 miljoen is ten gunste van het NATO Ukraine Comprehensive Assistance Package (UCAP), waaruit de NAVO ondersteunende materialen bekostigt. Denk aan brandstof, medische voorzieningen, winteruitrusting en drone jammers.

EU wapenexportcriteria
Zoals gebruikelijk geldt voor alle leveringen, waar nodig, een zorgvuldige maar versnelde toetsing aan de EU wapenexportcriteria. Die neemt de minister van Buitenlandse Zaken voor zijn rekening. Hierna verstrekt zijn collega voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking een exportvergunning. Ollongren stuurde de brief dan ook mede namens hen.

Effecten krijgsmacht
De voortdurende ondersteuning van Oekraïne en met name leveringen uit (operationele) voorraden hebben consequenties voor de eigen gereedstelling en inzet. De effecten worden echter nog wel als acceptabel beoordeeld. Het kabinet houdt ook bij toekomstige verzoeken aandacht voor de effecten op de gereedheid.

Europese Vredesfaciliteit
Vanuit de Europese Vredesfaciliteit (European Peace Facility – EPF) is momenteel € 3,5 miljard beschikbaar gesteld. Dit bedrag dient als compensatie voor levering van militair materieel aan Oekraïne vanuit de EU-lidstaten. Nederland heeft tot en met 17 mei € 708 miljoen gedeclareerd. Een deel daarvan is al terugbetaald. Ook een deel wordt niet gecompenseerd.

Streepje

Verenigd Koninkrijk en Nederland onderzoeken samenwerking bij aankoop nieuw type marineschip

Nederland en het Verenigd Koninkrijk onderzoeken het komende jaar de mogelijkheid om samen te werken bij de aanschaf van nieuwe marineschepen. Daarvoor ondertekenden toenmalig minister Kajsa Ollongren en haar Britse collega James Cartlidge 30 juni een verklaring. Beide landen willen in het volgende decennium een aantal schepen vervangen door een nieuw type.

Het gaat voor Nederland om één scheepsklasse waarvoor beide amfibische transportschepen en de vier patrouilleschepen plaats moeten maken. De nieuwe schepen moeten rond 2035 in gebruik worden genomen.

Het betekent dat de amfibische transportschepen Zr.Ms. Johan de Witt en Zr.Ms. Rotterdam uit de inventaris verdwijnen. Tegen die tijd gaan ze dan meer dan 30 jaar mee en zijn aan het einde van hun levensduur. Verder wil Defensie op termijn Zijner Majesteits schepen Holland, Friesland, Zeeland en Groningen vervangen.

Dreigingen en ontwikkelingen
De overgang naar de beoogde amfibische schepen is afgestemd op nieuwe dreigingen en ontwikkelingen. Dat geldt voor zowel Nederland als het Verenigd Koninkrijk. 

Van een eventuele samenwerking profiteert zeker de United Kingdom/Netherlands Amphibious Force. Deze amfibische strijdmacht wordt al 50 jaar gevormd door Britse en Nederlandse mariniers. Beide ministers legden vandaag vast dat die samenwerking ook de komende jaren een vervolg krijgt.

Cartlidge en Ollongren plaatsten hun handtekeningen onder beide verklaringen aan boord van het Britse amfibische transportschip HMS Albion. Dit ligt vanwege de Marinedagen in de haven van Den Helder.

Streepje

Landmacht krijgt nieuwe drijvende bruggen

Defensie koopt drie nieuwe systemen voor drijvende brugslagcapaciteit. Daarmee is een oeververbinding van 225 meter tot stand te brengen. De militaire organisatie ondertekende vandaag in Utrecht een contract met de firma General Dynamics European Land Systems – Bridge Systems.

De landmacht neemt het eerste systeem naar verwachting begin 2025 in gebruik. De rest volgt uiterlijk een jaar later.

De aankoop bestaat uit midden- en eindpontons en boten om deze brugdelen op het water te verplaatsen. Ook omvat het systeem middelen om brugdelen en boten te vervoeren op het land en zogenoemde bridge adapter pallets. Die zijn voor het water in lanceren van het materieel en weer eruit takelen. Extra aanschaf van pontons en boten dienen voor opleiding.

Mobiliteit
Voor hun mobiliteit is het essentieel dat landmachtmilitairen zelf een brug kunnen leggen. Zo zijn ze in staat brede rivieren en andere wateren over te steken. Dat geldt tijdens operationele inzet maar ook bij het ondersteunen van civiele autoriteiten. Denk bijvoorbeeld aan inzet tijdens een watersnoodramp. Of aan de Nijmeegse Vierdaagse. Voor dit wandelevenement leggen militairen jaarlijks een pontonbrug over de Maas bij Cuijk.

Hogere stroomsnelheid
Met de nieuwe systemen vervangt Defensie de verouderde uit 1985 daterende pontonbruggen. Het nieuwe materieel is geschikter bij hogere stroomsnelheid van het water. Ook is het maximale draagvermogen groter. Vermindering van (motor)geluid en uitstoot van schadelijke stoffen draagt daarnaast bij aan de veiligheid van personeel en omgeving.

Artist impression van de nieuwe drijvende brug.
Streepje

Defensievliegtuig Gulfstream IV verkocht aan Nederlands bedrijf

Na 27 jaar dienst heeft Defensie afstand gedaan van de Gulfstream IV. De nieuwe eigenaar van het vliegtuig is het Nederlandse Zeusch Aviation. Dit bedrijf is gehuisvest op vliegveld Lelystad en verzorgt onder meer medische repatriëringen en transporten van organen.

Het voormalige militaire toestel gaat nu onder PH-ZUZ (PH-ZEUSCH) het Nederlandse register in. De Gulfstream G650 volgt komend kwartaal de Gulfstream IV op.

Streepje

Zr.Ms. Karel Doorman vanwege technische problemen aan de kant

In de transformatoren van de (diesel)elektrische voortstuwing van Zr.Ms. Karel Doorman zijn scheurtjes gevonden die kortsluiting kunnen veroorzaken. Reparatie van de transformatoren is niet mogelijk, dus moeten ze worden vervangen. Het logistieke ondersteunings- en bevoorradingsschip, oftewel Joint Support Ship, is de rest van het jaar niet meer inzetbaar.

Bij een recente inspectie van de transformatoren kwamen de defecten aan het licht. De defecten aan de transformatoren staan los van de problemen met de elektromotoren die in 2016 moesten worden vervangen.

Defensie heeft inmiddels samen met Damen en de leverancier van de transformatoren een plan opgesteld voor de vervanging.

Zr.Ms. Karel Doorman is met een lengte van 204.7 meter en een waterverplaatsing van 27.800 ton het grootste schip van de Koninklijke Marine.

Streepje

Nederlands-Belgische samenwerking bij Anti Submarine Warfare fregatten

Defensie laat vier Anti Submarine Warfare (ASW) fregatten bouwen, twee voor de Nederlandse en twee voor de Belgische marine. Minister Kajsa Ollongren en haar Belgische ambtgenoot Ludivine Dedonder ondertekenden de Memorandum of Understanding (MoU) over de aanschaf hiervan. Dat gebeurde op 22 juni aan boord van Zr.Ms. De Ruyter in de Antwerpse haven, voorafgaand aan een koninklijk staatsbezoek. De schepen worden duurder dan aanvankelijk begroot, zo staat in het gewijzigde MoU.

De Belgische en Nederlandse marines werken intensief samen, onder meer op het gebied van mijnenbestrijding, onderhoud, opleiding en training. In 2018 spraken beide landen af om onder Nederlandse leiding de vier multipurpose-fregatten te vervangen door ASW-fregatten.

Maatschappelijke return
Naast de wijziging van de MoU tekenden beide defensieministers ook een zogeheten ‘maatschappelijke return’-overeenkomst. Daarin staat dat Nederland voor een bedrag van € 355 miljoen zal besteden bij de Belgische industrie. Dat vloeit voort uit de hogere kosten van de fregatten en de grote rol van de Nederlandse industrie bij de bouw daarvan.

Machinegeweren voor Oekraïne
Als eerste invulling van dit bedrag sloot Nederland een contract voor € 111 miljoen met de Belgische firma FN Herstal voor MAG-machinegeweren voor Oekraïne. Dit zijn middelzware machinegeweren die zijn te gebruiken tegen grond- en luchtdoelen.

Damen en Thales
Damen bouwt de schepen en Thales het geïntegreerde radar- en vuurleidingssysteem. De ASW-fregatten vervangen de huidige vier multipurpose-fregatten (M-fregatten) van beide landen. De Nederlandse en Belgische schepen hebben inmiddels het einde van hun levensduur bereikt, al zijn ze nog inzetbaar. Het eerste fregat is voor de Koninklijke Marine en moet in 2029 inzetbaar zijn. Het tweede schip gaat een jaar later naar België. Beide resterende fregatten volgen in 2031 voor respectievelijk Nederland en België.

Dat de kosten hoger zijn dan aanvankelijk begroot komt onder meer door kostenstijgingen als gevolg van COVID-19. Daarnaast speelt de oorlog in Oekraïne, extra budget voor modernere systemen en extra munitie hierbij een rol.

Schaalmodel van de toekomstige fregat.
Streepje

Opsporen en bestrijden van onderzeeboten

De schepen zijn voor meerdere taken inzetbaar. Maar de nadruk ligt op het opsporen en bestrijden van onderzeeboten op afstand. Dat gebeurt onder meer met de NH90-boordhelikopter. Zowel het fregat als de helikopter kunnen een torpedo lanceren om een onderzeeboot uit te schakelen of te verdrijven. Het gaat om de Mk54-torpedo, die over enkele jaren beschikbaar is. De fregatten krijgen hybride dieselelektrische voortstuwing en worden ontworpen om zo stil mogelijk te varen. Ze zijn daardoor lastig te detecteren door onderzeeboten.

Bewapening en sensoren
De schepen worden verder uitgerust met de modernste bewapening en sensoren. Zoals de Under Water Warfare Suite. Hiermee krijgt de bemanning tijdig inzicht in de onderzeebootdreiging. Met het Above Water Warfare System zijn doelwitten boven water op te sporen en uit te schakelen. Verder komen de Naval Strike Missile voor oppervlaktedoelen en de ESSM Block 2 voor luchtverdediging aan boord.

“We zijn verheugd dat Thales weer geselecteerd is voor de levering van sensor- en vuurleidingssystemen voor een nieuwe scheepsklasse voor de Koninklijke Marine”, zei Gerben Edelijn, CEO van Thales Nederland. “De bemanning van de ASW-fregatten kan vertrouwen op ons ultramoderne Above Water Warfare System dat een effectieve verdediging biedt tegen huidige en toekomstige dreigingen.”

CEO van de Damen Shipyards Group Arnout Damen: “Met deze projecten behouden we vitale kennis in eigen land en daarmee onze plek in de wereldtop van de complexe marinebouw. Nog belangrijker: de bemanningen van de Nederlandse en Belgische marine krijgen topschepen om hun complexe taken mee uit te voeren.”

Tientallen bedrijven
Defensie koopt de systemen in bij tientallen bedrijven. Ondertekening van een aantal contracten staat rond de zomer gepland. De resterende contracten voor deze deelprojecten volgen nog dit jaar, in 2024 en in 2025. Met de bouw van de twee ASW-fregatten is een investering gemoeid van ongeveer € 1,9 miljard.