Tekst kapitein Arthur van Beveren
Foto Mediacentrum Defensie
Overdracht Militaire Type Certificaat Chinooks
Een bijzondere samenwerking tussen de DMO, het CLSK, de Militaire Luchtvaart Autoriteit (MLA) en de US Army is van groot belang gebleken voor de inzetbaarheid van de nieuwe Chinooks. Begin mei vond de overdracht plaats van het Militaire Type Certificaat (MTC). Daarmee mogen de Chinooks overal ter wereld vliegen en op uitzending gaan.
Een MTC is binnen de Luchtvaartwetgeving een vereist certificaat waarmee de luchtwaardigheid van een militair vliegtuigtype wordt aangegeven. Het toont aan dat het vliegtuigontwerp voldoet aan de minimale en noodzakelijke eisen. Het is te vergelijken met de RDW die een autotype goedkeurt voor de Nederlandse wegen en een certificaat verleent aan een autofabrikant.
De uitdaging in het verlenen van het MTC voor de Chinook was het boven water halen van de benodigde gegevens. Het eerste ontwerp stamt namelijk uit 1959. Uiteindelijk waren er aanpassingen nodig op het originele ontwerp om het MTC te verkrijgen.
DMO, CLSK, MLA en US Army bundelden de krachten. De certificeringsbasis is in nauw overleg met de MLA vastgesteld. De US Army (eigenaar van ontwerpdata) en Boeing (bouwer van de Chinook) verzamelden de data en het bewijs van de minimale luchtwaardigheid. DMO zorgde voor enkele aanpassingen aan het huidige model. (Foto: archief)
Eerste pas-sets interim NFP-gevechtskleding uitgereikt
Het interim NFP-kledingpakket is aan de eerste militairen uitgereikt. Zij ontvingen de pas-sets van de basisjas en -broek. Vanwege het beperkte aantal rouleren de negentien sets tussen de eenheden.
De pas-sets zijn van dezelfde stofkwaliteit als de uiteindelijke kleding, maar nog niet in het nieuwe camouflagepatroon, het Netherlands Fractal Pattern (NFP). Er is bewust gekozen voor de effen kleuren groen en grijs. Zo zijn ze te onderscheiden van de daadwerkelijk te verstrekken pakken.
GREEN en BLUE variant
De productie van de interim NFP-gevechtskleding is inmiddels op gang gekomen. De uitgifte hiervan start na de zomer en duurt ongeveer een jaar. De landmacht, luchtmacht, marechaussee (opleiding) en het Korps Mariniers ontvangen de NFP-Green-variant. De marine en de Belgische marine ontvangen het pak in NFP-Blue.
Instructie
Militairen krijgen een bericht wanneer de pas-sets zijn gearriveerd bij hun eenheid. Bij de sets zit een instructie waarmee militairen eenvoudig een indicatie voor hun maat kunnen vaststellen. Ook staat hierin hoe de voorkeursmaat is in te voeren in de KPU-app of KPU-webwinkel.
Combat-shirts, regenjas en cap
Naast de basisjas en -broek bestaat het Interim NFP-kledingpakket uit combat-shirts, een regenjas en een baseball cap. De combat-shirts en regenjassen zijn al verstrekt. De verwachting is dat mensen hun kleding zo’n vier tot zeven maanden na het invoeren van de maten ontvangen.
Opvang asielzoekers
Defensie draagt op verschillende manieren bij aan de opvang van Oekraïense en Afghaanse vluchtelingen en asielzoekers uit andere landen.
Dat gebeurt op het Marine Etablissement Amsterdam, op defensielocaties in Zeist en Zoutkamp en op Legerplaats Harskamp. Deze opvanglocatie stelt Defensie beschikbaar tot eind augustus, drie maanden langer dan gepland.
Defensie koopt versneld munitie
Defensie schaft voor ruim € 450 miljoen versneld munitie aan om de voorraden aan te vullen. Aanleiding is de verkrappende munitiemarkt. Met name de versterking van de afschrikkings- en verdedigingsfunctie van de NAVO vraagt om extra inzetvoorraad.
Door de huidige veiligheidssituatie neemt de vraag op de wereldmarkt toe. De piekcapaciteit van de munitie-industrie wordt waarschijnlijk snel bereikt en de doorlooptijden zullen daardoor toenemen. Om niet achter het net te vissen bestelt Defensie nu versneld munitie.
Achterstanden wegwerken
De aanvulling van de munitievoorraden heeft bijzondere aandacht van het kabinet. Het is nodig om vaker en sneller nationaal en internationaal bij te dragen aan operaties en die langer vol te houden. Daarbij is het een van de maatregelen uit het coalitieakkoord om (munitie)achterstanden bij Defensie weg te werken.
Aanvulling voorraad
Het gaat om de aanschaf van conventionele munitie, zoals klein kaliber- en vuursteunmunitie (artillerie- en mortiergranaten) en om aanvulling van de voorraad antitankwapens. Daarnaast wordt ook de voorraad kapitale, hoogtechnologische munitie aangevuld. Dit gaat onder meer over luchtverdedigingsraketten, precisiegeleide munitie voor de F-35 en het Pantserhouwitser-155 mm-geschut en munitie voor de Apache-gevechtshelikopter.
Eerste leveringen
Het project wordt uitgevoerd in de periode 2022 tot en met 2024. Eind dit jaar moeten de eerste leveringen plaatsvinden. Het benodigde geld komt uit het budget dat al in het coalitieakkoord voor Defensie is opgenomen. (Foto: archief)
Nieuwe luchtverdediging voor fregatten
Twee van de vier Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LCF's) krijgen vanaf 2028 nieuwe luchtverdedigingsraketten en technologie. Het gaat om zogeheten Evolved Sea Sparrow Missile (ESSM) Block 2-raketten.
In 2018 was het plan nog alle vier de fregatten van de marine hiermee uit te rusten. Dat is om verschillende redenen herzien. De hoofdtaak van de LCF's is de verdediging van een compleet vlootverband tegen een luchtdreiging. Die neemt steeds verder toe, vooral door moderne antischeepsraketten. Dit zijn geavanceerde wapens met een snelheid van enkele malen het geluid, die bovendien zeer wendbaar zijn. De huidige luchtdoelraketten van de marine kunnen steeds minder goed omgaan met die moderne dreiging.
ESSM Block 2
De ESSM Block 2 is daar beter tegen bestand. Dit is een moderne luchtdoelraket voor marineschepen voor de middellange afstand (enkele kilometers). De raketten werken samen met de zogeheten Active Phased Array Radar (APAR). Deze draait niet, maar brengt via vier vlakken het luchtruim continu in beeld. De APAR heeft een bereik van 150 kilometer en kan tegelijkertijd meerdere doelen zoeken, volgen en doorgeven aan de vuurleiding waar ze zijn. De radar geleidt de gelanceerde raket naar het doel. De LCF's zijn daardoor toekomstbestendiger.
In ontwikkeling
De nieuwe versie van de APAR is op dit moment in ontwikkeling en wordt in 2027 verwacht. Deze wordt in eerste instantie ontwikkeld voor de nieuwe Anti-Submarine Warfare (ASW)-fregatten voor onderzeebootbestrijding. Die vervangen aan het einde van dit decennium de huidige Multipurpose-fregatten.
Kosten
Hoewel de kosten hoger uitpakken dan verwacht, heeft dit geen invloed op de in 2018 ingeschatte bedragen. Defensie neemt in plaats van vier maar twee radars af en heeft daardoor ook in totaal minder ESSM Block 2-raketten nodig. De kosten komen in totaal uit tussen de 250 miljoen en 1 miljard euro. Het Nederlandse bedrijf Thales ontwikkelt de technologie.
COMPATRIOT II-verbindingssysteem volbrengt eerste 500 operationele uitzendingsuren
Tijdens de PATRIOT-uitzending in Slowakije heeft het COMPATRIOT II-verbindingssysteem (CPII) de eerste 500 operationele uren bereikt. Het CPII zorgt voor de verbindingen binnen het luchtverdedigingswapensysteem.
“Een mijlpaal voor dit nieuwe systeem”, aldus hoofd sectie 6 (CIS) majoor Leon. CPII werd in de zomer van 2019 ingebouwd. Er volgden volop testen en oefeningen met het systeem, maar er was nog geen uitzending waar het systeem zijn meerwaarde kon bewijzen. Tot nu in 2022; het CPII-systeem draait bij de uitzending van PATRIOT in Slowakije zijn eerste 500 uren en dat volledig probleemloos.
“Het systeem kan meer, is flexibeler en daarmee een grote stap voorwaarts ten opzichte van zijn voorganger”, zegt de majoor Leon over het nieuwe systeem. Naast het onderling delen van informatie zoals radarbeelden, status van de lanceerinrichtingen en onderscheppingsopdrachten kan men nu ook veel beter onderling samenwerken. Chatten, e-mailen en bellen is ook mogelijk over het CPII-systeem.
Toen Nederland het wapensysteem PATRIOT aankocht in de jaren tachtig werd meteen een verbindingssysteem aangekocht. Het systeem ondersteunt de commandovoering en vuurleiding. Zo kon over een beveiligde verbinding informatie over het wapensysteem gedeeld worden en kon men onderling bellen en faxen. Ruim twintig jaar later – andere tijden, andere eisen – werd besloten om het systeem een opvolger te geven.