Tekst Evert Brouwer
Foto Valerie Kuypers/sm Dave de Vaal en sgt Henry Westendorp (video)
KPU-bedrijf op stoom
In de aanloop naar de derde dinsdag in september is het spitsuur in de kleermakerij van het KPU-bedrijf in Soesterberg, waaronder ook de afdeling ceremoniële tenues (CT) valt. De strijkijzers blazen vrijwel continue stoom om elke vouw glad te strijken en de oude Dürkopp-machines tikken er onophoudelijk op los, de borstels gaan over de revers.
Het is het aloude handwerk met naald en draad, meetlint en niet te vergeten vingerhoed. Om de drukte op te vangen, zijn flexwerkers ingehuurd zodat de ceremoniële tenues (CT’s) en dagelijkse tenues (DT’s) er tiptop uitzien op Prinsjesdag. “De militairen langs de route zijn op Prinsjesdag toch het visitekaartje van Defensie”, vindt het hoofd servicecentrum KPU, kapitein Patrick van Wijnbergen.
Zo’n 4000 ceremoniële tenues, compleet met schoenen, hoofddeksels en andere accessoires herbergt de eerste etage van het KPU-bedrijf. Teamleider sergeant-1 Marco Venema weet er inmiddels wel alles van. De CT’s van de studentenweerbaarheden zijn al gesorteerd, want de heren komen het weekeinde voor Prinsjesdag passen.
‘Prinsjesdag komt blijkbaar elke keer weer onverwacht’
Er mag ook niet te lichtzinnig met de CT’s worden omgesprongen. Een eenvoudig tenue, zoals van de Limburgse Jagers, kost zo’n 1200 euro, dat van de Gele Rijders het tienvoudige. Handgemaakt, dat wel. “Hoe meer knopen en gouddraad, hoe duurder”, legt Venema uit. Het werk is inmiddels uitbesteed, zegt Wilma Schut, met haar 31 dienstjaren bijna een nieuwkomer in het naaiatelier. “Vroeger maakten we alles zelf: vitrages, halsdoekjes, tankoveralls tot aan vlaggen toe”, mijmert ze.
De prachtige pakken van de Koninklijke Militaire Kapel en de Studentenweerbaarheid zijn het laatste stukje handwerk van die tijd die nog steeds dienst doen. “Het plezier in het werk is nog steeds groot hier”, weet Didi Jaukes-Berkenbosch (42 jaar bij Defensie). Iedereen helpt elkaar, zeker in deze drukke tijd. Het moet ook wel. "We deden het maatwerk vroeger met 6 man, nu nog maar 3. Dan springt iedereen wel eens bij.” Of er komen flexwerkers als Chanie van Rooijen tijdelijk bij. “Dit was echt een cadeautje dat langs kwam. Dit soort kleermakerijen zijn in Nederland op één hand te tellen. We werken hier met zeer professionele apparatuur en er lopen hier vakmensen rond die je nog maar zelden tegenkomt.”
Het gaat om ouderwets handwerk. “Een uitstervend beroep”, weet Joke de Groot die al 50 jaar in het vak zit, waarvan 33 bij Defensie. Net als de andere oudgedienden is zij meeverhuisd naar Soesterberg toen de vestigingen in Woerden en Eefde sloten. Ze geven hun kennis door aan jonkies als Chanie van Rooijen en Christine Roodhorst-Van den Berg (24 jaar jong). “Ze zullen ook merken dat het echte werk vlak voor Prinsjesdag begint. Met de CT’s zit het wel goed, maar het meeste werk hebben we aan de Dagelijke Tenues”, zegt De Groot. “Een groot deel van de militairen realiseert zich pas op de derde maandag in september dat het bijna Prinsjesdag is.”
De voorbereiding van Prinsjesdag mag dan een lange aanloop hebben, de afwerking duurt soms wel tot in het nieuwe jaar. “Alle CT's en wat daarbij hoort gaat door onze handen voor controle”, weet sergeant Venema. Vooral als het slecht weer is geweest, heeft de kleding veel te lijden. Maar we zorgen ervoor dat alles er bij een volgende gelegenheid weer piekfijn uitziet. Dat is het vakwerk dat wij hier leveren.”