Tekst KAP Joris van Duin
Foto SM Barend Westerveld, archief MCD

Transformatie moet zorgen voor snellere inzetbaarheid en paraatheid

Door toenemende dreigingen in de wereld ligt de focus bij de Koninklijke Landmacht steeds meer op warfighting. Eenheden moeten versneld gereed zijn voor inzet om de gezamenlijke afschrikking van de NAVO te bevorderen. Ook moet de landmacht het gevecht langer kunnen volhouden. Om dat in goede banen te leiden, staat de staf van Commandant Landstrijdkrachten aan de vooravond van de nodige veranderingen.

Een portretfoto van brigadegeneraal Jaco Brosky.
Brigadegeneraal Jaco Brosky leidt de transformatie van Staf CLAS.

De Kromhoutkazerne in Utrecht vormt het hoofdkwartier van het Commando Landstrijdkrachten (CLAS). Van hieruit stuurt de commandant van de landmacht met honderden medewerkers zijn eenheden aan. De staf regelt randvoorwaarden en zorgt ervoor dat de landmacht kan moderniseren en versterken. Sinds Rusland Oekraïne in 2022 binnenviel, zit er meer druk op de ketel. De landmacht moet een groeispurt maken. Want als Rusland een NAVO-land binnenvalt, dan zijn ‘we’ ervan en moeten ‘we’ die strijd snel en langdurig kunnen voeren.

“Om dat beter te doen dan onze vijand, moet Staf CLAS ook tactische opdrachten kunnen uitvoeren, met een landmachtstaf die gereed is voor zowel vredes-, crisis-, als oorlogstijd”, zegt brigadegeneraal Jaco Brosky. De reorganisatie van Staf CLAS is volgens hem daarom broodnodig. Brosky regisseert die en in dit interview legt hij uit wat er verandert, waarom dat nodig is en wat het personeel daarvan gaat merken.

Allereerst: waarom is een verandering van de organisatie nodig?

“Een grootschalig conflict laat zich niet plannen. Daar toch op voorbereid zijn, vraagt aanpassingen op alle niveaus. Zo is in Den Haag het Joint Force Command (NLD JFC) opgericht en zijn alleen al daarom bij Staf CLAS aanpassingen nodig. Aanvullend moet Staf CLAS in staat zijn om de enorme groeiopgave van de landmacht het hoofd te bieden. Ook om onze groeiende eenheden voor te bereiden op een eventuele confrontatie, moeten wij ze beter ondersteunen. Dat vraagt om een transformatie.”

‘Als landmacht krijgen we weer zelf de 24/7-aansturing van kleine missies’

Hoe zit dat dan precies?

“Het nieuwe NLD JFC van de Commandant der Strijdkrachten (CDS) stuurt op operationeel niveau de inzet van de gehele krijgsmacht aan. Ook legt het NLD JFC tactische activiteiten op aan de operationele commando’s. Als landmacht krijgen we daarmee bijvoorbeeld weer zelf de 24/7-aansturing van kleine missies in handen. Denk aan wat we nu in Litouwen doen. Een coördinerende taak, waar we nu maar zeer beperkte capaciteit voor hebben.”

“Maar dat is niet alles. We krijgen ook meer uitvoerende verantwoordelijkheden op het gebied van Host Nation Support, Home Base Defence en Home Base Support. Daar hebben we al de nodige ervaring in, maar het gelijktijdig gereedstellen en inzetten van onze eenheden voor al deze taken vraagt om een andere organisatie. Dit alles moeten we goed inbedden.”

Extra taken

Host Nation Support, Home Base Defence en Home Base Support. Deze termen hebben enige overlap met elkaar, maar zijn toch wezenlijk anders.

Host Nation Support betekent dat Defensie steun verleent aan NAVO-troepen, die in en door Nederland reizen en opereren.

Home Base Support is de logistieke ondersteuning aan eigen troepen in Nederland en het buitenland. Het zijn alle maatregelen die nodig zijn om eigen eenheden optimaal te laten functioneren.

Home Base Defence is het beveiligen en verdedigen van militaire locaties. Dit raakt ook de bescherming van kritische nationale infrastructuur en de territoriale veiligheid.

Militairen rijden in een Fennek-verkenningsvoertuig in Litouwen.
Eenheden sneller voorzien van moderne spullen. Dat verwachten ze onder meer te bereiken met de Transformatie Staf CLAS.

Hoe ziet die transformatie eruit?

“Organisatorisch gezien krijgt Staf CLAS 3 pilaren. Een Directie Plannen richt zich op de toekomst en wat daarvoor nodig is. De directies Human Resources, Materieel & Diensten en Informatie & Technologie scheppen de randvoorwaarden voor landmachteenheden om te opereren en zij organiseren alle veranderingen die nodig zijn.”

‘De grootste verandering is bij Directie Operaties’

“De grootste verandering is echter bij Directie Operaties, die de inzet en gereedstelling aanstuurt. Deze directie krijgt een zogenoemde G-structuur, zoals in het operationele domein gebruikelijk is. Alle brigades, het NLD JFC en andere NAVO-staven werken met vergelijkbare structuren. Onze Duitse collega’s hebben bijvoorbeeld al een Land Component Command met zo'n G-structuur. Door het inrichten van onze Directie Operaties kunnen we nog nauwer samenwerken. We moeten het been bijtrekken. Hierdoor krijgen we een betere aansluiting met onze (internationale) partners.”

Hoe ziet dat er in de praktijk uit?

“Voor iedereen wordt duidelijker waar de ‘vakgrenzen’ liggen en wie waarvoor verantwoordelijk is. We gaan elkaar binnen en buiten de landmacht sneller vinden. Een voorbeeld: zo praat de G1 (personeelszaken red.) in de nieuwe organisatiestructuur met de G1 en schakelt de G2 (inlichtingen en veiligheid red.) met de G2. Het NLD JFC en onze mensen bij de brigades weten dan meteen wie ze bij ons moeten hebben.”

‘Sneller de ‘sleutel’ overhandigen van gebouwen, voertuigen of eenheden’

Want dat is nu niet altijd het geval?

“Nee, nu is het bij ons inderdaad soms de vraag wie waar eigenlijk over gaat. Na de transformatie is dat duidelijker en kun je sneller completere, integrale plannen op elkaar afstemmen. Op dit moment is het voor de eenheden soms lastig om hun wensen en behoeftes te laten landen bij de juiste directies van Staf CLAS. Na de reorganisatie zijn deze loketten en koppelvlakken nog duidelijker, waardoor we verwarring en misschien zelfs frustratie voorkomen en de eenheden eerder worden bediend.”

“Ook kunnen we na de transformatie meer projectcapaciteit inzetten om tijdelijke sprints te maken. Zo kunnen we sneller de ‘sleutel’ van bijvoorbeeld toekomstige gebouwen, voertuigen of eenheden overhandigen. Dat is natuurlijk wat we met z’n allen willen.”

Militairen van 11 Luchtmobiele Brigade op een oefenterrein in Irak met op de achtergrond twee opstijgende Chinook-helikopters
Na de Transformatie Staf CLAS gaat Directie Operaties over naar een zogenoemde G-structuur. Daardoor lopen processen vlotter.

‘Kortere lijntjes voor de operationele eenheden’

Wat merkt de militair in het veld hier nog meer van?

Na even nadenken, geeft majoor Laurens een voorbeeld. Hij zit als Hoofdofficier Toegevoegd Projectdirecteur Transformatie Staf CLAS ook bij het gesprek.

“In directe zin gaat bijvoorbeeld MAG-schutter Bjorn hier niet veel van merken. Maar in de toekomst waarschijnlijk wel. Zijn MAG heeft nu nog geen laseroptiek. Maar wat hij niet weet, is dat Staf CLAS met het oog op de toekomst kijkt naar die laseroptieken, nieuwe soorten munitie en kruit of zelfs een compleet laserwapen. Na de transformatie van Staf CLAS moeten deze ontwikkelingen sneller gaan, waardoor Bjorn beter in staat is het gevecht te winnen.”

De krijgsmacht, dus ook de landmacht, moet flink groeien. Wat zou er gebeuren als Staf CLAS die transformatie niet doormaakt?

Brigadegeneraal Brosky neemt het woord weer over.

“Dan zouden we de eenheden onvoldoende ondersteunen bij waarvoor ze feitelijk op aarde zijn. Je zou mensen op de werkvloer simpelweg minder snel voorzien van spullen en materieel, maar ook minder goed kunnen trainen.”

Een portretfoto van brigadegeneraal Jaco Brosky.
“Staf CLAS moet bijdragen aan het sneller bouwen van inzetbare gevechtskracht, sneller dan onze tegenstander doet”, zegt brigadegeneraal Jaco Brosky.

Wanneer moet de transformatie gereed zijn?

“Het streven is om rond 1 januari 2027 de transformatie van Staf CLAS te voltooien. Staf CLAS opereert vanaf oktober een half jaar in een tijdelijke werkorganisatie op basis van de nieuwe structuren. Daarna gaan we evalueren of, en zo ja hoe, de organisatie nog beter kan worden neergezet. We nemen nu nog geen onomkeerbare besluiten, waardoor de rechtspositie van het personeel niet in het geding komt.”

“We beseffen dat de transformatie van Staf CLAS veel vraagt van onze mensen en dat veranderingen vaak gepaard gaan met groeipijn. Maar als Koninklijke Landmacht moeten we nu alle zeilen bijzetten om sneller gereed te zijn voor Hoofdtaak 1.”