In films zien we militairen vechten op het slagveld en daarna terugkeren naar huis, waar hun gezin op ze wacht. De werkelijkheid is anders: oorlog gaat lange tijd door en raakt iedereen.

Dat zien we in Oekraïne, waar militairen al 3,5 jaar lang vechten voor hun en onze vrijheid. Voor Oekraïners draait het leven al jaren om overleven en afscheid nemen. Van hun dierbaren, van hun omgeving en van het leven dat zij kenden.

De oorlog reikt verder dan Oekraïne. Hybride activiteiten zijn inmiddels een bekend fenomeen. De afgelopen periode vlogen er drones boven meerdere Europese landen. Daarom vertrokken er vorige week militairen van het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando naar Denemarken. Onze antidrone-capaciteiten hielpen Denemarken beveiligen tijdens de EU-top.

Hightech middelen zijn essentieel. De landmacht moet zich snel kunnen aanpassen aan de ontwikkelingen op het gevechtsveld. Zo blijven we de vijand een stap voor. Daarom ontwikkelen we nieuwe concepten, waarbij we hightech en lowtech combineren. Denk bijvoorbeeld aan de bestrijding van onbemande systemen, CEMA (Cyber en Elektromagnetische Activiteiten) en snellere besluitvormingssystemen.

Is techniek dan het belangrijkst? Hier kan ik kort over zijn: nee. Als Oekraïne ons 1 ding leert, dan is het wel dat de mens beslissend is in het gevecht. Alles begint met de wil om te vechten. De juiste mindset maakt het verschil.  

Innovatie vergroot de effectiviteit op het gevechtsveld, maar het is én-én. Infanteristen en tanks zijn bijvoorbeeld nog net zo hard nodig als vroeger. Maar pas op het moment dat je het informatiedomein en de drone space beheerst, kun je grondmanoeuvre mogelijk maken.

Afgelopen weken heb ik tijdens de Command Message-dagen de oproep gedaan: wat betekent dit nou voor jou? Het is belangrijk dat je aan de bel trekt als je iets ziet wat beter kan. Wij streven naar een cultuur van permanente verbetering en ontwikkeling. Dat is een verantwoordelijkheid van ons allemaal.

Luitenant-generaal Jan Swillens

Commandant Landstrijdkrachten