Tekst KAP Jaap Wolting
Foto KPL Michael Degenaar
Internationale para-gemeenschap weer hecht geheel tijdens Falcon Leap 2025
Nederland was in september opnieuw het toneel van dé jaarlijkse oefening voor airborne operaties. 700 Rode Baretten uit 12 landen trainden samen een heel palet aan inzetmogelijkheden, variërend van het droppen van zware ladingen tot het uitvoeren van complexe luchtlandingsoperaties. Deze editie liet zien hoe militaire samenwerking, paraatheid en traditie hand in hand gaan.
“Dit is absoluut een joint effort”, verklaart luitenant-kolonel Harry van Riessen op de Ginkelse Heide. De exercise director wordt bijna overstemd door het gedreun van 8 militaire kisten die honderden para’s boven historische grond droppen. De lucht hangt vol met valschermen van vele NAVO-landen. Niet voor niets is de 'Airborne Luchtlandingen en Herdenking' nog steeds een groot publieksevenement waar jaarlijks vele tienduizenden mensen op afkomen. Pendelbussen richting de drop zone zitten ramvol en op de fietspaden richting de hei is filevorming.
‘Het vergt een bijzondere militair om uit een vliegtuig te springen’
Veel meer dan alleen een herdenkingssprong
De overste knikt bedachtzaam en neemt ruim de tijd voor hij de volgende zinnen formuleert. “Al moet het wel even heel duidelijk zijn waar Falcon Leap om gaat. Die herdenkingssprong is bijzonder, maar ons draait het vooral om het eerste deel van de oefening. Samen daadwerkelijk vechten. Dat heb ik zelfs tegen een aantal internationale partners gezegd, de Engelsen en de Belgen bijvoorbeeld, die dit jaar alleen aan de herdenkingssprong deelnemen. Je hebt het tactische deel – zo hebben we een uitdagende luchtlandingsoperatie uitgevoerd in Marnehuizen – en het deel cross parachuting waarbij we leren springen met materiaal uit andere landen. Als het aan mij ligt, is het een vereiste om minimaal aan 1 daarvan deel te nemen om volgend jaar weer te mogen springen tijdens de herdenking.
Ik geloof enorm in airborne optreden. Het is eigenlijk het enige middel wat over grote afstand, bijna wereldwijd, heel precies en snel een effect kan sorteren, of dat nu in een humanitaire operatie is of voor hoofdtaak 1. En laten we wel wezen, het vergt natuurlijk wel een bijzondere militair om uit een vliegtuig te springen. De para is op het gebied van moed en doorzettingsvermogen net even een betere militair… en vaak ook the tip of the spear. Airborne is heel veel meer dan bolletjes boven de hei.”
Pathfinders
2 dagen eerder, diezelfde Ginkelse Heide. Een luitenant-kolonel van de Italiaanse Brigata Paracadutisti ‘Folgore’ beukt tijdens zijn landing hardhandig tegen de feloranje raised angle marker (visueel referentiepunt voor vliegers, red.) op de drop zone. Pathfinders van 11 Luchtmobiele Brigade, die onder meer de veiligheid op de grond waarborgen, moeten aan de kant springen om de overste te ontwijken. Grijnzend verontschuldigt hij zich naar de pathfinders, al kan hij er weinig aan doen. Parachutes voor een vrije val zijn ontworpen om zeer nauwkeurig mee te sturen, het bolletje waarmee de Italiaan richting historische grond zweeft heeft die geavanceerde opties niet.
‘Ik ben zó trots om hier te staan’
Interoperabiliteit
Terwijl de overste zwetend zijn uitrusting inpakt, vertelt hij dat hij voor het eerst in Nederland is: “Springen boven de plek waar tijdens de Tweede Wereldoorlog keihard is gevochten, is fenomenaal. Ik ben zó trots om hier te staan. Op de tweede plaats vind ik het belangrijk om dit samen met andere landen te ervaren. Zeker in deze tijd is interoperabiliteit, op hoog niveau samenwerken en gebruik maken van elkaars spullen, zeer relevant. Mochten we ooit samen moeten vechten – ik hoop niet dat het zo ver komt! – hebben we dat in ieder geval goed getraind”.
‘We zitten samen in de wedstrijd’
Samen in de wedstrijd
Het moet Van Riessen als muziek in de oren klinken. Ook hij benadrukt graag de samenwerking. Niet alleen die tussen Rode Baretten uit 12 landen, maar ook die tussen de landmacht en het Commando Lucht- en Ruimtestrijdkrachten (CLRS). “Al is onze brigade eindverantwoordelijk, we zitten samen in de wedstrijd. De organisatie staat als een huis en het is een fantastisch voorbeeld van joint opereren tussen 2 operationele commando’s. ‘Fight tonight, fight tomorrow, fight together’, zeggen ze dan bij het CLRS. Onze luitenant-generaal Jan Swillens gebruikt de command message ‘willen, slimmer en kunnen vechten’. Deze oefening lijkt wel geschreven op die 2 kreten.”
Stappen gezet
De exercise director zag eerder dit jaar nog de meerwaarde van voorgaande Falcon Leaps. “Kijk naar de voedseldroppings in Gaza. Doordat we met een coalition of the willing ontplooid waren, konden we heel makkelijk uitrustingen uitwisselen. De Belgen zaten even zonder parachutes. Dus die deden een belletje naar mij. ‘Nederland gebruikt dezelfde parachutes, Nederland heeft dezelfde procedures. Dus kunnen wij misschien een aantal parachutes lenen? Wij gaan namelijk al iets eerder. Tegen de tijd dat jullie in Jordanië aankomen, krijgen jullie dan weer een batch van ons.’ Ook tijdens de missie zelf hebben onze riggers ladingen gebouwd voor onder meer Duitsland en Denemarken. Dat was 10 jaar geleden nog ondenkbaar.”
‘Dit was wel extra bijzonder’
Buitenlandse wing
Weer heel even terug naar de heide. Wat 10 jaar geleden al wél gebeurde, en je nu ook nog af en toe ziet, is dat niet iedere para netjes op zijn voeten landt. Plotselinge, harde wind rukt een drietal Rode Baretten richting de bosrand. Net naast het fietspad zetten ze de daling in. Niet hun schuld – wind is zelfs anno 2025 niet te beïnvloeden – maar wel te laat. In plaats van een zogheten pararol dus een kusje van een volwassen boom. Korporaal Fabian, 11 Bravo ‘Stier’ compagnie, ziet het vanaf de drop zone gebeuren. Zelf heeft hij wél net boots on the ground en met een grote glimlach loopt hij richting de rest van de troepen, wetende dat hij een buitenlandse wing verdiend heeft. “Dit was de eerste keer dat ik uit een Duitse kist sprong met een Duits valscherm. Was sowieso echt heel blij dat het doorging, want vorige week ging er een streep door vanwege het slechte weer. Een domper, want uiteindelijk wil je als para springen tijdens Falcon Leap. Als dat dan ook nog eens boven historische grond is, is dat natuurlijk wel extra bijzonder. Dit was mijn negende sprong, maar deze komt wel meteen met stip op 1.”