05

Dit artikel hoort bij: Landmacht 06

Genezeriken in vlieggeweld

Tekst KAP Saminna van den Bulk
Foto KPL Wessel Zuijderduin, KPL Sanne Kingma

421 Hospcie in actie op Gilze-Rijen

Een ketentraining komt voor 400 Geneeskundig Bataljon zelden voor. Daarom greep 421 Hospitaalcompagnie begin juni de kans te trainen met 11 Luchtmobiele Brigade en 298 Squadron in Gilze-Rijen met beide handen aan.

‘Twintig minuten!’

Tijd voor de laatste checks. Traumaformulieren worden klaargelegd, bedden nagelopen en de laatste informatie uit de nine-liner doorgenomen. De genezeriken van 421 Hospcie staan op scherp in de tenten nabij de flight line van vliegbasis Gilze-Rijen. Aan hen om dadelijk vijf patiënten met IED-letsel te behandelen. De drie ziekenauto’s (ZAU’s) spoeden zich naar de landing site.

Stilte voor de storm.

Bijzonder, vertelt opvolgend pelotonscommandant sergeant-majoor Pim Drooger. “Trainen met heli’s, hoe vaak maak je dat nou mee? We zijn hier met 23 collega’s en voor velen van hen is dit de eerste keer. Oefenen in een ‘groene’ setting hebben we de afgelopen jaren sowieso weinig kunnen doen: onze mensen werden door heel Nederland ingezet om bijvoorbeeld zorginstellingen te ondersteunen bij de coronacrisis. Daarnaast is veel personeel weggetrokken voor de VJTF (Very High Readiness Joint Task Force, red.).”

De draagploeg spurt naar de heli.

Van eerstehulppost naar Role 2 MTF

De oefening van het DHC, 400GNK en 11 Luchtmobiele Brigade vond in juni plaats. De eerste melding kwam in het scenario binnen bij de Rode Baretten van 11 Geneeskundige Compagnie, op oefenterrein De Vlasakkers. Vanaf het point of injury werden de gewonden naar de eerste Medical Treatment Facility (MTF) gebracht, waar de genezeriken van Luchtmobiel de eerste levensbedreigende letsels behandelden. Vervolgens werden de patiënten per heli getransporteerd naar de eerste opvanglocatie met SEH-capaciteit, in dit geval de gesimuleerde Role 2 Basic MTF in Gilze-Rijen, waar ze werden opgevangen door 421Hospcie. De aard van de letsels en het aantal slachtoffers verschilden iedere shift. In dit scenario raakten vijf militairen gewond na een IED-aanslag.

Met gezwinde spoed wordt de gewonde naar de ziekenauto gebracht.

Elk geluid verstomt door het lawaai van de heli’

Focus op overdracht

Wanneer de Chinook aan de Brabantse horizon verschijnt, zitten de militairen in een huddle. Om 10:20 is het wheels down, waarna een adjudant van het DHC hen naar de ramp begeleidt. De flight nurse in de kist geeft de gezondheidsinformatie door aan een Algemeen Militair Verpleegkundige (AMV), de draagploeg vervoert de liggende gewonden naar de ZAU. Elk geluid verstomt door de draaiende rotorbladen van de heli, die daarbij voor flinke windvlagen zorgen. Andere patiënten hinkelen ondersteund door GNK de heli uit, met aan hun arm gewondenkaartje en infuus. Op naar de Medical Treatment Facility (MTF).

De gewonden die nog kunnen lopen worden, ondersteund door genezeriken, naar het voertuig gebracht.

Achterin de MTF belanden de gewonden die nog aanspreekbaar zijn. De een draagt een tourniquet om zijn been, de ander heeft een flinke bloedneus. Voor in de tent is de Spoedeisende Hulp. Daar buigt eerste luitenant en IC-verpleegkundige Tim Deguelle zich met collega’s over een bewusteloze dame (zie kader hieronder) met verwondingen in het gezicht.

“Nooit verwacht”

Morgen wordt ze gediplomeerd, vandaag is de verpleegkundige in spe van het Defensie Gezondheidszorg Opleidings- en Trainingscentrum oefenslachtoffer. “Neuroletsel na een IED-ongeval”, vertelt matroos-1 Brenda, terwijl ze na afloop van de casus de blauwe en rode vlekken van haar gezicht poetst. “Ik had nooit verwacht dat ik ooit met een helikopter zou meevliegen. Ik was zogenaamd bewusteloos en moest daardoor heel stil liggen. Dat was wel ietwat ongemakkelijk. Maar goed te ervaren, want zo leer je wat flight stress kan zijn voor een liggende patiënt. Daarnaast was het erg leerzaam dit proces eens van de kant van de gewonde te zien.”

IC-verpleegkundige Tim Deguelle (links) in de gesimuleerde SEH.

‘Waar haal ik in oorlogstijd zuurstof vandaan?’

Achterin de tent liggen de slachtoffers die nog aanspreekbaar zijn.

De oefening is slechts enkele weken geleden ontstaan: dat brengt logistieke uitdagingen met zich mee, vertelt Deguelle. “Wat we hier zien, is ver van een militair hospitaal in de realiteit. Er ontbreken voorzieningen.” Wanneer hij bijvoorbeeld de nek van de patiënt wil immobiliseren, zijn de middelen niet voorhanden. “We improviseren, desondanks is het heel goed dat we deze training doen. Internationaal trainen we, maar dan ben je vaak slechts een klein onderdeel van de gehele keten. Nationale ketenoefeningen komen zelden voor, terwijl je er alleen op die manier achterkomt of je zelf je broek kunt ophouden. Als ik sterilisatiemateriaal of zuurstofvoorraden nodig heb, weet ik in vredestijd waar ik die vandaan moet halen. Maar in oorlogstijd?”

Iets dat op een dergelijk korte termijn (voor deze oefening) niet in te regelen is. Daarom ligt de focus tijdens deze training op de o zo belangrijke overdracht. “Het ervoor zorgen dat de benodigde informatie over een patiënt zo goed en compleet mogelijk wordt doorgegeven.”

Sergeant-1 Thijmen ten Hove, Algemeen Militair Verpleegkundige.

Handwerk

Sergeant-1 Thijmen ten Hove is net uit de opleiding en was een van de militair verpleegkundigen die de patiënten opving bij de landing site. Eerste indruk? “Chaotisch. Het is de eerste keer dat ik met een heli werk. Tof, maar… wat een herrie. Daarbij moet je rekening houden met de veiligheidsprocedures die om de heli gelden. Al met al ging de overdracht met de flight nurse best soepel, al was communicatie wel een ding omdat je elkaar niet verstaat. Dan is het de schriftelijke overdracht op het gewondenkaartje nalopen en checken: met de hand de letsels aanwijzen. In de melding werd aangegeven dat het om twee liggende en drie zittende patiënten ging. Ter plaatse bleek het andersom. Klinkt als een kleine wijziging, maar we richten de ZAU vooraf in op de patiënten die we verwachten. Dat betekent ombouwen.”

‘Blijf… rustig’

Opnieuw

Vandaar ook dat er aan het voeteneind van het IC-bed driftig wordt meegeschreven. Saturatiewaarden, lichaamstemperatuur, bloedafname voor een ‘volledig traumapakket’…. “Is iedereen bij?”, vraagt Deguelle.

“Einde casus”, klinkt het, nadat het slachtoffer volledig is onderzocht. Deguelle loopt met zijn collega’s de casus door en geeft tips. Misschien wel de belangrijkste: “Het kan soms zijn dat mensen in de stress VAN ALLES AAN JE WILLEN VERTELLEN”, spreekt hij met stemverheffing. “Maar hoeveel bloed er ook uit komt: blijf… rustig.”

“Is iedereen bij?”

De oefenslachtoffers verwijderen vervolgens het nepbloed, de wonden en de aangebrachte verbanden, infusen en de tourniquet van het lijf. Buiten regent het flink, binnen in de tent wordt er een nieuwe nine-liner uitgegeven. Weer vijf gewonden; nu kampen de meesten met brandwonden. Na het tijdssein begint het hele proces opnieuw. ZAU’s rukken uit, in de tent wordt alles voorbereid. Wachten op de wheels down.

Op elkaar ingespeeld

Kapitein-vlieger Patrick was de aanjager. Samen met loadmaster sergeant-majoor Paul en flight nurse kapitein Karin maakte hij de wens in de keten te trainen realiteit. “Kijkend naar uitzendingen in het verleden gaan we bijna altijd met Aeromedical Evacuation (AE)-crews op pad. Het is een van onze primaire taken. En toch trainen we veel te weinig in de gehele keten. Wij wilden het geheel zo realistisch mogelijk trainen voor ieders leerdoel, zonder dat een eenheid als onderwijs-leermiddel wordt ingezet. Dat is zeker gelukt. Vier vliegcrews, twee Chinooks, DGOTC, 11LMB en 400GNK deden mee, in totaal honderd man. We hebben er veel interactie uitgehaald tussen de verschillende eenheden. We kwamen erachter dat we in de samenwerking goed moeten afspreken wat we van elkaar kunnen verwachten.”