Iedereen heeft zijn eigen uitrusting. Enig idee wat collega’s met zich meezeulen? Welke ‘gereedschappen’ voor hen onmisbaar zijn? Maandelijks vertelt een landmachter over de essentiële benodigdheden waarmee hij zijn opdrachten uitvoert. Deze keer kanonnier-1 Job, operator bij het enige Counter Rockets Artillery and Mortars (C-RAM)-peloton dat Defensie rijk is.
Al haalde het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando de afgelopen maanden voornamelijk het nieuws met de Patriots in Slowakije, de eenheid uit Vredepeel heeft meer pijlen op zijn boog. Een daarvan is, gek genoeg zelfs binnen de eigen krijgsmacht, nog een onbekende: het Counter Rockets Artillery and Mortars-peloton. En al verraadt de naam het niet, ook drones hebben het slecht als dit peloton (met een notice to move van 48 uur) zich kwaad maakt. Hieronder laten we zien welke tools een operator nodig heeft om Unmanned Aircraft Systems het leven zuur te maken.
“Wanneer we te horen krijgen dat er een inzet aankomt, controleren we direct onze spullen. Ook doen we de priming and staging; de systemen aanzetten en checken of alles werkt. Vervolgens laden we de kaarten in van de locatie waar de actie is. Eenmaal daar bouwen we het geheel op zodat we vijandelijke drones kunnen waarnemen en volgen.
De Skywall, waarmee we drones neerhalen, is splinternieuw. De MB plus aanhanger waar hij in vervoerd wordt, hebben we nog maar net. Ik vind het heel bijzonder om dit wapen voor het eerst in handen te hebben. Het mooie van de Skywall is natuurlijk dat je hiermee écht drones bestrijdt, ze daadwerkelijk uit de lucht haalt.
Omdat dit een nieuw wapen is, is het extra uitdagend om er mee te werken. Twee collega’s zijn speciaal voor de training naar Engeland geweest. Zij leiden nu de rest van het peloton op. Eerst schiet je met oefenprojectielen, zonder net en parachute. We hebben op de kazerne in Vredepeel een speciaal voor ons gemaakt afvuurpunt waar een enorm aluminium frame staat. Dat is de plek waar je precies ziet wat je trefferbeeld is. Op basis daarvan stel je dan je vizier af. Pas als je dat allemaal gedaan hebt mag je ook met scherpe patronen schieten.
De terugslag is opvallend zwaar. De Stinger, waar onze collega’s met de Fennek mee schieten, is aan de achterkant natuurlijk open dus die vang je nauwelijks op. Dat is met de Skywall toch wel anders, want daar zit aardig wat luchtdruk op. Vijf bar, dat is bijna anderhalve autoband.
Het moeilijkst aan het schieten met dit wapen? Het feit dat het vizier meebeweegt. Er zit een laser-range finder op die meet hoe ver een onbemand toestel verwijderd is. Het systeem rekent zelf uit vanuit welke hoek de schutter moet vuren. Je moet echter zelf het wapen in de juiste positie brengen. Pas als je een aanhoudende pieptoon hoort, druk je af. Het geeft wel echt een kick als je zo’n drone dan hulpeloos naar beneden ziet komen.”