07

Dit artikel hoort bij: KMarMagazine 10

Achter de schermen

…bij het OPSCENT tijdens Host Nation Support

Duizenden containers en voertuigen van het Amerikaanse leger kwamen eind oktober aan wal in Vlissingen en Eemshaven. Tijdens doorvoeroperatie Atlantic Resolve zorgde Nederland voor Host Nation Support. Al het materieel werd via ons land bij Duitsland de grens over vervoerd richting Polen en Bulgarije. De operatie werd vanuit het Operatiecentrum (OPSCENT) van de Koninklijke Marechaussee in goede banen geleid.

“Om uit te leggen wat we hier allemaal doen, is wat veel”, begint kapitein Jacco, plaatsvervangend hoofd van het OPSCENT. Hij doet zijn verhaal vanuit het goed beveiligde centrum, omringd door beeldschermen waarop al onze eenheden in het land gemonitord worden.

“In een notendop; hier vindt alle operationele aansturing van de Koninklijke Marechaussee plaats.” Dat gebeurt al jaren, maar de focus op hoofdtaak 1 en de militarisering van de Marechaussee zorgen ook bij het OPSCENT voor een verschuiving van accenten, vertelt hij. “Voorheen richtten we ons vooral op samenwerking met de politie, wat nog steeds belangrijk is, maar nu bewegen we ook meer richting het militaire domein. Denk daarbij aan de ondersteuning bij Host Nation Support en de oprichting van 101 Marechausseebataljon (101 Marbat).”

Scroll naar beneden voor een impressie van deze operatie.

Tekst: Michael Simon | Beeld: Jarno Kraayvanger, Richard Frigge, Herman Zonderland, Robbert de Reus, Verbrugge International

Echte test

Tijdens de Host Nation Support operatie 'Atlantic Resolve’ werd vanaf eind oktober Amerikaans materieel over het spoor en de weg door ons land verplaatst. Nederland heeft vaker met dit bijltje gehakt. “Alleen was de rol van de Marechaussee hierin minder geborgd”, aldus eerste luitenant Gijs. Hij is adviseur bij de sectie Internationale Militaire Politietaken (IMPT) en houdt zich bezig met de implementatie van 101 Marbat en het coördineren van Host Nation Support-operaties, ook richting de politie. “Als er voorheen een incident was, belden militairen met de politie en namen ze geen contact met ons op. Bovendien nam de Marechaussee niet deel aan het planningsproces van de hele operatie, waardoor er helemaal geen advies was vanuit politionele oogpunt.”

Dat moest anders en daarom is onze organisatie vandaag de dag al in een vroeg stadium betrokken bij de planning en later ook de uitvoering van operaties als Atlantic Resolve.

Meldingen

“Het is belangrijk dat militairen bij calamiteiten onderweg niet 112 bellen, maar contact opnemen met het OPSCENT”, aldus Gijs. “Ten eerste kan een medewerker van de 112-meldkamer geen militaire duiding geven aan een melding. Daarbij heeft zo’n calamiteit vaak gevoelige inhoud, omdat het bijvoorbeeld gaat om buitenlands militair materieel en/of personeel. Daarom hebben we het spoednummer van het OPSCENT onder de aandacht gebracht bij de betrokken eenheden van de landmacht. Dat lijkt een kleine aanpassing, maar is iets heel groots; een incident komt niet langer via de politie bij ons. Wij krijgen deze first hand, geven er duiding aan en verspreiden die melding vervolgens.”

Samenwerking

“Militairen van de Luchtmobiele Brigade bewaken de treinen met voertuigen tot aan Duitsland”, vertelt Gijs. “Die operatie wordt voorbereid en aangestuurd door het Territoriale Operatiecentrum (TOC) van de landmacht. Tijdens Host Nation Support is er een taskforce waarvan de leiding direct valt onder de Commandant der Strijdkrachten. Onze organisatie hangt, naast het TOC, in een adviserende rol over de politionele taak in het planningsproces.”

Rollen

Duizenden voertuigen en containers moesten over het spoor en de weg richting Duitsland. Dat vervoer raakte een hoop partijen en ook daar kwamen de medewerkers van het OPSCENT in beeld. De collega’s hebben dagelijks afstemming met de politie. Ook in aanloop naar de Host Nation operatie Atlantic Resolve was er regelmatig overleg met de betrokken partijen en een afvaardiging van het TOC van de landmacht. Gijs: “TOC-collega’s zaten gedurende de operatie in het OPSCENT. Een cruciale ontwikkeling die zorgde voor de samenkomst van blauwe en groene expertise, met als doel elkaar te ondersteunen in het geval van een incident. Daarnaast heeft ook een table top-oefening plaatsgevonden, waar ProRail en Deutsche Bahn bij aansloten. Zo kreeg iedereen een goed in beeld welke processen zouden opspelen en konden we ‘rolduidelijkheid’ creëren.”

Militair belang

Als het OPSCENT voorheen een melding kreeg, werd gekeken naar 2 kenmerken om te bepalen of deze al dan niet opgepakt zou worden door de Marechaussee: gaat het om een militaire verdachte en betreft het militair terrein. Als het antwoord op beide vragen ‘nee’ was, ging de zaak naar de politie. Maar na een paar incidenten is er een derde pijler bijgekomen: heeft de melding militair belang?  Als dat zo is, dan moet de Marechaussee er minimaal een rol in spelen, vertelt Gijs: “Ten aanzien van Host Nation Support is besloten dat incidenten die de trein ‘direct raken’, voor de Marechaussee zijn. Denk aan -een poging tot- diefstal vanaf de trein, een aanrijding of een aanslag. Raakt het de trein niet direct, bijvoorbeeld omdat er 15 meter verderop een boerenprotest op de rails staat, dan is het een openbare orde incident voor de politie. Overigens evalueert de staf deze positie om te kijken of de rol van de Marechaussee niet groter moet zijn.”

Beveiliging

Om al het militaire materieel op te vangen in Vlissingen is in de haven een Tijdelijk Militair Object (TMO) ingericht. Opnieuw een voorbeeld van de samenwerkende operationele commando’s, legt Gijs uit. “Voordat het schip aankomt, wordt het terrein helemaal gesweept. Onder water wordt door collega's van de marine gespeurd naar eventuele explosieven en ook treden er drone-detectiesystemen in werking. Alles om het TMO te beveiligen. Door onze samenwerking met de landmacht wordt de veiligheid op en rond het terrein geborgd. Zij zijn verantwoordelijk op het terrein, wij vormen de schil daar omheen.”

Rijdend object

“Het zwaartepunt van ons werk tijdens Host Nation Support ligt op het vervoer”, zegt kapitein Jacco. “Een statisch object is sowieso makkelijker te beveiligen natuurlijk, maar zodra een trein gaat rijden hebben wij het meeste werk. Dat begint al bij de ‘informeringsronde’. Diverse partners moeten op de hoogte zijn dat er gereden gaat worden. Niet alleen binnen defensie. Ook de Veiligheidsregio, de brandweer, politie, ProRail, de burgemeester… Uiteindelijk wil ‘iedereen’ het weten als alles in beweging komt.”

Terugkijkend is de samenwerking met de landmacht voor Jacco een hoogtepunt. “We hebben het als heel prettig én gaaf ervaren dat we het TOC hier binnen hebben gehad. Op deze manier is de verbinding en de samenwerking versterkt en hebben we elkaar op uitvoerend niveau gevonden.”