…oefening 'IRIS'
Op het terrein van het Defensie CBRN Centrum in Vught vond eerder deze maand oefening 'IRIS' plaats. Hierbij werd een terroristische aanslag op een metrostation nagebootst. De nadruk lag tijdens de oefening op het trainen van de taakverantwoordelijkheden, het wegwijs maken van het personeel in de deelprocessen en de maatregelen die getroffen worden tijdens crisisopsporing.
Onder anderen rechercheurs van de Marechaussee, agenten van de eenheid Zeeland-West-Brabant, Forensische Opsporing, Digitale Opsporing, het Quick Identification Team (QIT) en acteurs namen deel aan de training.
Wrok
In de spannende, realistische oefening draaide alles om een militair die tijdens een uitzending radicaliseert. Na het stelen van goederen wordt hij betrapt en uiteindelijk ontslagen. Hierna groeit zijn wrok tegen Defensie. Daarom plant hij samen met een eveneens geradicaliseerde vriend een aanslag.
Een verontruste burger vangt hier signalen van op en schakelt de politie in. In de tussentijd verplaatst het terroristische duo zich naar een metrostation, waar ze het vuur openen op omstanders. De actie leidt tot dodelijke en gewonde slachtoffers, onder wie een van de daders. Aan het opsporingsteam de taak om zijn handlanger, die inmiddels is gevlucht, op te sporen.
Manhunt-procedure
Het Tijd Kritische Plaats Delict met een zogeheten ‘manhunt-procedure’ treedt in werking. Snelheid gaat boven alles. Het is zaak om de terrorist te stoppen en relevantie instanties te informeren. Tegelijkertijd proberen de rechercheurs ter plaatse getuigen te horen, slachtoffers te identificeren en camerabeelden veilig te stellen.
“Belangrijk is dat een ieder over dezelfde cruciale informatie beschikt en deze info ook bij alle andere betrokken instanties, bijvoorbeeld het opvolgend opsporingsteam, belandt. Daarna kunnen de rechercheprocessen worden opgestart”, vertelt oefenleider en coördinator adjudant Wim. “De een gaat aan de slag met het slachtofferproces, de ander houdt zich bezig met het verdachtenproces.”
DSI
Terug naar het scenario. De vluchter carjacked een auto, maar laat onbedoeld waardevol bewijs achter. Ten einde raad probeert hij met een derde persoon – de vader van het overleden slachtoffer - het land uit te vluchten, maar daar steekt de Dienst Speciale Interventies (DSI) een stokje voor. Het team voorkomt daarmee een 'geplande vervolgaanslag' op een reünie van de Koninklijke Militaire Academie in Breda.
Aan de oefening die 6 dagen duurde, deden per dag ongeveer 50 collega’s van de Marechaussee en politie mee. Tijdens de Recherche Commando Overleggen (RCO) werd de oefening tijdelijk onderbroken, om zo het leerrendement te vergroten.
Protocol
Het belangrijkste doel van de oefening was het effectief opstarten van het rechercheproces onder chaotische omstandigheden. Tijdens de oefening bleek de communicatie tussen de betrokkenen cruciaal en tevens afhankelijk van de individuele betrokkenheid.
Een leerpunt, besluit de adjudant. “Onder meer het delen van details via de portofoon en het maken van bepaalde keuzes onder stress, is iets waar we in training aandacht aan moeten blijven besteden. Niettemin waren alle deelnemers enorm enthousiast over de oefening, de locatie en de toegevoegde waarde van de RCO-overleggen.”
Benieuwd naar de foto’s van oefening 'IRIS'? Check ze hieronder!