05

Dit artikel hoort bij: KMarMagazine 08

Toespraak luitenant-generaal Harry van den Brink

‘Ik heb in al mijn functies met veel voldoening gewerkt’

Luitenant-generaal Harry van den Brink sprak alle aanwezigen toe op het Binnenhof in zijn afscheidsrede. Hij benoemde onder meer zijn gezondheid, zijn tijd als Commandant van de Koninklijke Marechaussee en bedankte familie, vrienden en collega’s voor de steun en mooie jaren bij de KMar.

 “Beste mensen, collega’s, genodigden, vrienden, familie,

Before I continue my speech in Dutch I would like to extend a warm word of welcome to our distinguished international guests. I deeply appreciate your attendance to this event. Please allow me to continue my speech in Dutch.

Geachte aanwezigen,

Vandaag draag ik - na bijna vier jaar - het commando over de Koninklijke Marechaussee over. Dat is om gezondheidsredenen eerder dan de bedoeling was. Mijn lichaam heeft mij op verschillende manieren duidelijk gemaakt, dat ik deze keuze moest maken.

Dat was voor mij een moeilijk besluit, want één van mijn sterke eigenschappen is doorzetten. Stoppen met iets voordat het klaar is past dan niet. Maar in ons werk moeten we regelmatig moeilijke besluiten nemen. En nu moest ik ook over mezelf een moeilijk besluit kunnen en durven nemen.  

Ik wil vanaf deze plaats iedereen bedanken voor de vele blijken van ondersteuning en bemoediging die ik van binnen en buiten de organisatie in de afgelopen maanden heb ontvangen. Het heeft me erg goed gedaan.

Ik sta daarom hier gesterkt en ook met trots, trots op misschien wel de mooiste organisatie van Nederland. Een organisatie waar ik ruim veertig jaar geleden als marechaussee der 4e klasse ben begonnen en toen hoopte op termijn wachtmeester te kunnen worden. Dat is gelukt. Ik kon me toen vanzelfsprekend niet voorstellen dat ik hier vandaag voor mijn afscheid als Commandant Koninklijke Marechaussee zou staan.

‘In al mijn werk heb ik steeds het gevoel gehad dat ik een bijdrage leverde aan de veiligheid van Nederland’

Ik heb in al mijn functies met heel veel voldoening gewerkt, waarbij ik met name met veel plezier terugkijk op de – bij elkaar 17 jaar -  op de luchthaven Schiphol. In al mijn werk heb ik  steeds het gevoel gehad dat ik een bijdrage leverde aan de veiligheid van Nederland. En dat gun ik jullie collega’s ook, om zo iedere dag je werk te doen.

Wanneer je in je werk het grote geheel voor ogen houdt, het hele plaatje ziet, dan helpt je dat iedere dag bij het maken van de juiste keuzes. Ook helpt het om ieders bijdrage in de organisatie te waarderen.

Zo heb ik ook mijn periode als commandant proberen te kleuren, met daarbij voor mezelf als uitgangspunt dat mensen niet voor een commandant werken, maar een commandant werkt voor zijn/haar mensen. Daarbij hebben professionals ruimte en vertrouwen nodig om hun werk te kunnen doen. En samen bespreken we dan hoe we ons werk nog beter kunnen doen.  

Op de Koninklijke Marechaussee is de afgelopen jaren een groot beroep gedaan. Ik breng een paar zaken in herinnering:

  • De migratiecrisis, met onder andere het verscherpte Mobiel Toezicht Veiligheid aan de binnengrenzen en de Border Security Teams in Griekenland.
  • De terrorismedreiging met overal verscherpte maatregelen en de oprichting van de Hoog Risico Beveiliging.
  • De sterke toename van het aantal passagiers op de luchthavens en het extra werk in de zeehavens.
  • De intensivering van het werk op Sint Maarten, na de verwoestende werking van de orkaan Irma.

Jullie hebben in de afgelopen jaren steeds weer laten zien, dat we er als KMar staan ‘Als het erop aankomt’. En dat is iets waar we samen trots op mogen zijn. Wij konden en kunnen ons werk trouwens alleen doen – mede - dankzij intensieve onderlinge samenwerking en intensieve samenwerking met publieke en private partners in het veilheidsdomein.

Alleen samen kunnen we succesvol zijn in ons werk. Ik hoop dat die samenwerking de komende jaren nog verder doorzet. Op het gebied van de operatie, leiderschapsontwikkeling en perspectief voor onze mensen kunnen we volgens mij – als organisaties - nog veel meer van elkaar leren en elkaar aanvullen en versterken; zodat we samen beter worden in ons werk. Ik zeg daarover altijd: “waar mensen willen samenwerken zoeken ze een mogelijkheid, waar ze dat niet willen is er altijd wel een reden”.

De toename van ons werk heeft de afgelopen jaren een enorme wissel op de mensen van de Marechaussee getrokken. We hadden te veel werk voor te weinig mensen. We hebben de afgelopen jaren maximaal gebruik gemaakt van onze sturingsmogelijkheden. Informatie Gestuurd Optreden heeft ons daarbij geholpen om onderbouwde keuzes te kunnen maken.

Maar deze situatie kon zo niet blijven. We zijn er gelukkig in geslaagd om dit onder de aandacht van de politiek te brengen en we hebben de financiële ruimte gekregen om het aantal mensen weer in balans te brengen met onze taken. Ik ben daar erg blij mee; het was broodnodig.

Daarmee is het probleem nog niet opgelost, maar we hebben wel een keerpunt bereikt. De wervingsopdracht is verdubbeld en het opleidingscentrum draait op meer dan volle toeren, en veel nieuwe collega’s zijn inmiddels aan de slag gegaan.

Blij ben ik ook, dat er uiteindelijk een arbeidsvoorwaardenakkoord is bereikt. Het heeft veel te lang geduurd en dat heeft een nadelig effect gehad op onze operatie. Het lang uitblijven van de noodzakelijke loonontwikkeling en de broodnodige verbetering in de Toelage Onregelmatige Dienst heeft - helaas – mede geleid tot de uitstroom van – te veel -  ervaren collega’s.

De onenigheid over de arbeidsvoorwaarden en het daardoor uitstellen van reorganisaties heeft ook als consequentie gehad dat een aantal vernieuwingen in de organisatie langzamer is gegaan dan ik had gehoopt. Ik hoop dat er met het arbeidsvoorwaardenakkoord nu weer ruimte komt om verder vooruit te kijken.

‘Collega’s ik wil jullie bedanken voor de samenwerking, de steun en goede onderlinge relatie door de jaren heen’.

Ik heb zojuist gesproken over de uitstroom van ervaren collega’s, maar gelukkig kiezen de meeste collega’s ervoor om te blijven en komen er ook veel collega’s weer terug. Eén van de herintreders is mijn opvolger, die ook mijn voorganger was. Hans Leijtens.

Hans, het is een beetje vreemd om hier zo te staan en tegelijk voelt het ook zo vertrouwd. Maar dat zal ook wel voor jou gelden. Ik heb in 2015, bij jouw vertrek gezegd, dat de ingezette ontwikkeling van IGO door zal gaan. Je komt dus terug in een organisatie waar je veel zal herkennen. Maar er is ook veel veranderd in de afgelopen vier jaar. Je vindt nooit precies terug wat je hebt achtergelaten.

De KMar heeft een drukke en onrustige tijd achter de rug en ook de komende jaren zullen er ongetwijfeld nieuwe uitdagingen komen. Er zijn nu in ieder geval een aantal belangrijke hordes genomen die vertrouwen geven. Met jou komt de KMar in goede en vertrouwde handen. Ik  wens je alle succes toe en ook veel plezier.

Ik ga afsluiten. Vandaag neem ik afscheid als commandant Koninklijke Marechaussee. De gezagsdragers van de KMar wil ik bedanken voor het in ons gestelde vertrouwen. Ik wil de Minister van Defensie, mevrouw Ank Bijleveld bedanken voor haar steun. Publieke en private partners wil ik bedanken voor de uitstekende samenwerking.

De Marechausseeraad wil ik bedanken voor de collegialiteit en vele en goede persoonlijke gesprekken, speciaal wil ik daarbij generaal- majoor Vincent Egbers noemen. Dit vanwege de uitstekende wijze waarop hij mij heeft waargenomen tijdens mijn ziekteverlof, toen hij zelf nog maar net was benoemd als plaatsvervangend commandant.

Collega’s ik wil jullie bedanken voor de samenwerking, de steun en goede onderlinge relatie door de jaren heen. Mijn persoonlijke staf, secretariële ondersteuning, adjudanten en persoonlijke adviseurs wil ik bedanken voor hun nimmer aflatende steun. Familie en vrienden bedank ik voor hun liefde, hun onvoorwaardelijke steun en luisterend oor.

Dank u voor uw aandacht.”