Tekst Robert den Hartog
Foto Rob Gieling en Phil Nijhuis

Interview luitenant-generaal Harry van den Brink

Hij herinnert het zich nog goed dat hij voor de eerste keer onder de slagboom van de Koning Willem III-kazerne in Apeldoorn door liep. Hij meldde zich als 17-jarige jongeman op het opleidingscentrum voor de marechausseelichting 79-03. Bijna 37 jaar later is luitenant-generaal Harry van den Brink de nieuwe commandant van de Koninklijke Marechaussee en Gouverneur der Residentie.

Dat Van den Brink bij de Marechaussee solliciteerde, was het resultaat van een compromis dat hij met zichzelf sloot. Hij had in eerste instantie namelijk belangstelling voor de politie en de marine. "Van jongs af aan heb ik altijd werk willen doen wat er toe doet. De stoere en gedegen uitstraling van de Marechaussee en het inhoudelijke werk gaven voor mij de doorslag. Maar het was ook een stukje nieuwsgierigheid. Want wat deed de Marechaussee eigenlijk precies? Ik brak mijn Havo-opleiding af, omdat ik anders niet zou worden toegelaten."

Zijn eerste dag bij de Marechaussee vond Van den Brink indrukwekkend. Nadat hij zijn draai had gevonden, wist hij al snel dat hij de organisatie trouw zou blijven. "Ik vond het werk prachtig en had ook fijne collega's. Ik stond iedere dag vol in de operatie en midden in de maatschappij. Ik verrichtte een inhoudelijk en waardevolle taak. Dat gevoel heb ik in al mijn functies bij de Marechaussee gehad, van marechaussee tot generaal. Of ik in mijn beginjaren al de ambitie had om ooit CKMar te worden? Ik heb het nooit gezocht. Ik was daar helemaal niet mee bezig."

Harry van den Brink is op 22 oktober bevorderd tot luitenant-generaal door secretaris-generaal Erik Akerboom, de korpsbeheerder van de KMar, en Commandant der Strijdkrachten generaal Tom Middendorp.

Groeiproces

"Natuurlijk voelde ik het de laatste tijd wel aankomen", vervolgt Van den Brink over zijn voordracht tot Commandant KMar. De weg ernaar toe omschrijft hij zelf als een groeiproces. "Ik heb veel verschillende functies vervuld. Buiten werktijd volgde ik diverse opleidingen. Overal heb ik ervaring opgedaan en geleerd. Ik heb me altijd verantwoordelijk gevoeld voor mijn werk, maar ook voor het grotere geheel, de organisatie. Ik vind mijn benoeming een hele verantwoordelijkheid en een hele eer. Ik was erg blij toen ik hoorde dat alles rond was."

Van den Brink ontving het verlossende telefoontje van luitenant-generaal Hans Leijtens tijdens zijn vakantie. Hij ging meteen aan het werk. Enerzijds gedwongen door het snellere vertrek van zijn voorganger, anderzijds omdat hij er gewoon zin in had. Hij woonde de voorbereidingen voor Prinsjesdag bij en nam in zijn vakantie toch deel aan een tweedaagse van de Marechausseeraad. "Er gebeurt momenteel zoveel in de operatie. De professionaliteit van de Marechaussee heeft er voor gezorgd dat we inbreng hebben in grote maatschappelijke zaken. Zaken die er toe doen. Je wil dan gewoon aan de slag."

Het grote beroep dat er momenteel op de Marechaussee wordt gedaan, verontrust Van den Brink niet. De drukke periode omschrijft hij als een 'fact of life'. "We moeten ons niet gek laten maken. De Marechaussee is altijd in beweging geweest en zal altijd in beweging zijn. We zijn actief op vele fronten en het is daarom goed dat we dankzij de ontwikkelagenda scherp op ons netvlies hebben waarom we er als KMar zijn. Dat moeten we waar maken. Ik heb er groot vertrouwen in dat het met de gedrevenheid, betrokkenheid en daadkracht van onze mensen gaat lukken."

Op de Veteranendag 2014 bedankt generaal-majoor Harry van den Brink opperwachtmeester Martin Koetsier voor de jarenlange organisatie van de Veteranendag KMar.

Valkuil

Een einddoel heeft Van den Brink zichzelf als CKMar niet gesteld. "Het is een valkuil te denken dat er een volmaakte organisatie is, dat je op een gegeven moment klaar bent. Achterover leunen, moet je nooit doen. De koers die we nu hebben ingezet, is goed. Ik zal geen ruk aan het stuur geven. Ik ga door met informatiegestuurd optreden, zoals begonnen door mijn voorganger." Hij streeft naar een organisatie die er na zijn periode als CKMar nog steeds staat als het erop aankomt. "Een flexibele organisatie die ook in de toekomst voorbereid is alle situaties het hoofd te bieden."

Vakmanschap en samenwerking. Op die 2 punten zal Van den Brink de komende jaren de focus leggen. "Niet dat het ons nu ontbreekt aan die kenmerken, maar op die vlakken onderscheidt de Marechaussee zich. We moeten ons versterken. We kunnen ons werk alleen goed doen als we intensief samenwerken. Samenwerken binnen onze eigen organisatie op alle niveaus, maar ook met de andere defensieonderdelen, onze ketenpartners en gezagsdragers. Ik vind het versterken van die banden van groot belang."

"We doen het namelijk niet alleen", legt Van de Brink uit. "Ook niet in het huidige veranderproces." Hij wil een ieders betrokkenheid vergroten. "Ik doe een beroep op alle medewerkers. Hoe kunnen we ons werk nog beter doen, onze verantwoordelijkheid nog beter dragen? Ik ga dat niet achter gesloten deuren bedenken. Ik heb de wijsheid niet in pacht. Daar hebben we het vakmanschap uit de organisatie voor nodig - van marechaussee tot generaal. Samen kunnen we ervoor zorgen dat de Marechaussee ook in de toekomst er staat als het erop aankomt."