Nieuwe luchtverdedigingsbatterij en vierde fire unit
Luchtverdediging is belangrijker dan ooit tevoren. Daarom breidt het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC) uit met 12 Luchtverdedigingsbatterij en werd er gisteren een vierde fire unit voor de Patriot geactiveerd. Zes vragen aan kolonel Jos Kuijpers, commandant DGLC.
Tekst: kapitein Saminna van den Bulk | Foto: sergeant-majoor Aaron Zwaal, Gerben van Es, Phil Nijhuis, sergeant-majoor Hille Hillinga.
Waarom wordt DGLC versterkt?
Het is geen geheim: “We schieten serieus tekort met de luchtverdediging. De schaarste wordt gezien als één van de kwetsbaarheden van de NAVO”, aldus commandant DGLC, kolonel Jos Kuijpers. “Er is een hoop veranderd in de wereld. Bij mijn aantreden in 2020 was de heersende gedachte over luchtverdediging: waarom hebben we deze kostbare capaciteit nog binnen de landmacht? Nu Oekraïne wordt bestookt met luchtaanvallen, er onrust is in Jemen en Israël onlangs werd aangevallen met meer dan 300 drones en raketten, is duidelijk hoe groot het belang van luchtverdediging is. We moeten ons land, dat van onze bondgenoten en alle kritieke infrastructuur kunnen beschermen. Het is daarom hoog tijd om het DGLC te versterken.”
Hoe gaat DGLC uitbreiden?
“We hadden 13 Luchtverdedigingsbatterij voor de verdediging op de korte en middellange afstand. Vorig jaar is hier 11 Luchtverdedigingsbatterij bijgekomen. Die richt zich op dreiging op de korte afstand. Sinds 1 juli hebben we een derde: 12 Luchtverdedigingsbatterij. Het resultaat van een reorganisatie. Het DGLC wordt flink versterkt. We krijgen meer mensen en groeien van 750 Nederlandse medewerkers (bij mijn aantreden) naar 1.000 collega’s. Daarbij worden veel van onze systemen vernieuwd: die zullen tot 2030 binnenkomen.”
Batterijen op een rij
11 Luchtverdedigingsbatterij is voor de luchtverdediging op de korte afstand met een Stingerpeloton en een Counter Unmanned Aircraft Systems-peloton. Daarbij heeft de batterij een staf, logistieke ondersteuning en verbindingen. 13 Luchtverdedigingsbatterij richt zich op de middellange en lange afstand, met Stinger-luchtdoelraketten die zijn geïnstalleerd op Fennek-verkenningsvoertuigen. Daarbij maakt de batterij gebruik van het Norwegian Advanced Surface-to-Air Missile System (NASAMS). Deze kan met lanceermodules meerdere Advanced Medium Range Air-to-Air Missiles afschieten. Hier komt 12 Luchtverdedigingsbatterij bij, gericht op de middellange afstand. De nieuwste batterij is in eerste instantie een welkomsthaven voor nieuwe mensen en materieel, maar zal in de toekomst gelijkwaardig worden aan 13 Luchtverdedigingsbatterij.
Waarom is hier een nieuwe batterij voor nodig?
“Omdat we flink uitbreiden in mens en materieel. 12 Luchtverdedigingsbatterij krijgt de hoofdrol in die transitie. Daar komen de nieuwe luchtverdedigingssystemen binnen en zorgen we dat nieuw personeel bekwaam wordt in het bedienen van die raketsystemen. Tegelijkertijd behouden we ons voortzettingsvermogen, omdat de andere batterijen inzetbaar blijven voor het operationele deel. Door die duidelijke taakverdeling maken we de groei die we doormaken behapbaar.”
’12 Luchtverdedigings- batterij krijgt de hoofdrol in de transitie’
Vanwaar ook een nieuwe, vierde fire unit voor de Patriot?
“Het Patriot-luchtverdedingswapensysteem is bedoeld voor dreigingen op de lange afstand en kan bijvoorbeeld helikopters, (on)bemande vliegtuigen en ballistische raketten uitschakelen. Vroeger beschikten we al over 4 fire units. Eén daarvan werd wegbezuinigd, maar de ‘spullen’ hadden we nog. Nu de Patriot-capaciteit wordt vergroot, zetten we de met de vierde fire unit de eerste stappen naar uitbreiding. Veel kennis hebben we hier binnenshuis gehouden. Daarom kunnen we snel opschalen.”
Gaat de uitbreiding wel snel genoeg?
Onlangs waarschuwden militair experts dat het vergroten van de luchtverdediging ‘topprioriteit’ is, maar dat de ontwikkeling in Nederland te traag gaat. “Ik snap die kritiek”, zegt Kuijpers. “Daar zit ongemak. Na de Koude Oorlog richtte onze krijgsmacht zich vooral op hoofdtaak 2, het bevorderen van de internationale rechtsorde. Luchtverdediging en vredesmissies zijn geen gouden combinatie. Daarom werd de luchtverdedigingscapaciteit wereldwijd flink teruggeschroefd. Tegelijkertijd hebben onze tegenstanders altijd de warfighting-mindset gehouden. Die shift maken wij nu ook weer. Dat betekent dat we achterlopen en moeten inhalen met meer mensen en meer materieel. Dat doen we op dit moment met Olympische snelheden. We hebben in twee jaar twee nieuwe luchtverdedigingsbatterijen opgezet. Dat heb ik in mijn carrière van ruim 30 jaar nog nooit meegemaakt. Gegeven de randvoorwaarden en de middelen is dit de grootste uitbreidingssnelheid die nu haalbaar is. Vergeet niet: heel de wereld koopt nu luchtverdedigingssystemen. Wij zijn niet de enige.”
“Belangrijk is daarbij ook dat we kijken naar welke technologie we nodig hebben om het gevecht van de toekomst te kunnen winnen. Kijk naar de oorlog in Oekraïne. Daar krijg je nu een full display van oorlogvoering anno 2024, met ballistische raketten, maar ook dronezwermen die eenheden bestoken. Daarom buigen we ons ook continu over de vragen van de toekomst. Wat heeft de tegenstander voor ons in petto en hoe kan technologie daarbij helpen, zodat we die strijd winnen? Het is de reden dat we sinds 1 juli ook een nieuw testcentrum hebben, waar we counter-dronesystemen uit de industrie kunnen beproeven. Ook zijn we bezig met de ontwikkeling van een high end laser. Hiermee kan je evengoed objecten uit de lucht schieten, maar een stuk goedkoper dan wanneer je een missile zou inzetten. Het geavanceerde gebruik van sensoren biedt ook kansen. Kortom, we kijken continu vooruit om de vijand straks een stap voor te kunnen zijn.”
‘We kijken continu vooruit om straks de vijand een stap voor te kunnen zijn’
Gebundelde krachten
11 Luchtverdedigingsbatterij heeft een sterke connectie met 11 Luchtmobiele Brigade, voor 13 Luchtverdedigingsbatterij is er de logische link met 13 Lichte Brigade. 12 Luchtverdedigingsbatterij wordt gekoppeld aan 43 Gemechaniseerde Brigade. Maar het DGLC blijft onder het eigen commando opereren. “Luchtverdediging is namelijk een complexe tak van sport”, aldus de kolonel. “Hier op de Luitenant-generaal Bestkazerne wordt al onze kennis gebundeld. Van kenniscentrum tot simulatiecentrum.”
Wat betekenen al deze veranderingen voor het commando?
“Er wordt veel van onze mensen gevraagd”, besluit de kolonel. Het DGLC breidt uit. Ondertussen doneert het commando samen met andere landen opnieuw een Patriotsysteem aan Oekraïne. In het verleden trainden de militaire van het DGLC ook Oekraïense rekruten in de bediening van de luchtverdedigingssystemen. “De afstemming van personeel, materieel, opleiden en trainen, oefenen en inzet is tijdens zo’n transitie af en toe een puzzel. Snel groeien gaat gepaard met groeipijnen. We moeten uitbreiden én vernieuwen op hetzelfde moment. Ondertussen wordt de roep om luchtverdedigingscapaciteit steeds luider. Ik vind het knap te zien hoe onze mensen de veranderingen dragen en in gang zetten.”